De mens moet God aanbidden voor een goed lot
I
God schiep deze wereld. Hij schiep deze mensheid.
Hij was de architect van de klassieke Griekse cultuur
en de menselijke beschaving.
Alleen God troost deze, troost deze mensheid.
Alleen God zorgt dag en nacht voor deze mensheid.
Menselijke groei en vooruitgang
zijn onscheidbaar van de soevereiniteit van God.
God alleen kent het lot van een natie of een land.
God alleen beschikt over 't pad dat deze mensheid moet volgen.
Als de mensheid of een land een goed lot wensen,
moet de mens naar God buigen in aanbidding,
naar God buigen in aanbidding, naar God buigen in aanbidding.
II
De geschiedenis en de toekomst van de mensheid
zijn onlosmakelijk van het ontwerp van God.
De geschiedenis en de toekomst van de mensheid
zijn onlosmakelijk het ontwerp van God.
Als je een waar Christen bent, dan zul je zeker geloven
dat het opstaan en het ten onder gaan van elk land of natie
gebeurt naar het ontwerp van God.
God alleen kent het lot van een natie of een land.
God alleen beschikt over 't pad dat deze mensheid moet volgen.
Als de mensheid of een land een goed lot wensen,
moet de mens naar God buigen in aanbidding,
naar God buigen in aanbidding, naar God buigen in aanbidding.
III
En de mens moet berouwen en biechten voor God,
of anders zal het lot en de bestemming
van de mensheid onvermijdelijk eindigen in een catastrofe.
God alleen kent het lot van een natie of een land.
God alleen beschikt over 't pad dat deze mensheid moet volgen.
Als de mensheid of een land een goed lot wensen,
moet de mens naar God buigen in aanbidding,
naar God buigen in aanbidding, naar God buigen in aanbidding.