Online preken

Menu

Volgende

Dagelijkse woorden van God: God kennen | Fragment 129

4 02/09/2020

De zes kruispunten in een mensenleven (Geselecteerde passages)

De dood: het zesde kruispunt

Na zoveel drukte, zoveel frustraties en teleurstellingen, na zoveel vreugde en verdriet en ups en downs, na zoveel onvergetelijke jaren, na keer op keer het bekijken van de seizoenen, passeert men zonder het te merken de belangrijke mijlpalen in het leven, en voor men het doorheeft, zijn zijn laatste dagen geteld. De sporen van de tijd tekenen iemands hele lichaam: men kan niet langer rechtop staan, het donkere haar op iemands hoofd wordt wit. Heldere, schitterende ogen worden schemerig en wazig en de soepele, zachte huid wordt gerimpeld en gevlekt. Het gehoor verzwakt, de tanden gaan loszitten en vallen uit, de reacties vertragen, de bewegingen zijn trager. … Op dit punt heeft iemand volledig afscheid genomen van de gepassioneerde jaren van zijn jeugd en is de schemering van zijn leven ingegaan: ouderdom. Vervolgens zal men de dood onder ogen zien, het laatste kruispunt in een mensenleven.

1. Alleen de Schepper heeft de macht over leven en dood van de mens

Als iemands geboorte door zijn vorige leven was voorbestemd, dan markeert zijn dood het einde van dat lot. Als iemands geboorte het begin is van zijn zending in dit leven, dan markeert zijn dood het einde van die zending. Aangezien de Schepper voor de geboorte van een mens een vaste reeks omstandigheden heeft bepaald, spreekt het voor zich dat Hij ook een vaste reeks omstandigheden voor de dood heeft geregeld. Met andere woorden, niemand wordt toevallig geboren, niemand sterft onverwacht en zowel geboorte als dood zijn noodzakelijkerwijs verbonden met iemands vorige en huidige leven. De omstandigheden van de geboorte en de dood worden beide vooraf bepaald door de Schepper; dit is de bestemming van de mens, zijn lot. Net zo goed als veel over de geboorte kan worden gezegd, zal de dood van ieder mens plaatsvinden onder een andere reeks speciale omstandigheden. Vandaar het verschil in levensduur tussen mensen en het verschil in manieren en tijden van doodgaan. Sommige mensen zijn sterk en gezond en toch sterven ze vroeg; anderen zijn zwak en ziekelijk, maar bereiken een hoge leeftijd en sterven vredig. Sommigen overlijden door onnatuurlijke oorzaken en anderen door natuurlijke. Sommigen eindigen hun leven ver van huis, anderen sluiten hun ogen voor de laatste keer met hun geliefden aan hun zijde. Sommige mensen sterven in de lucht, andere onder de aarde. Sommige zinken onder het water, anderen laten het leven tijdens rampen. Sommigen sterven ’s ochtends, anderen ’s nachts. … Iedereen wil een roemruchte geboorte, een briljant leven en een glorieuze dood, maar niemand kan boven zijn eigen lot staan, niemand kan ontsnappen aan de soevereiniteit van de Schepper. Dit is het menselijke lot. De mens kan allerlei plannen voor zijn toekomst maken, maar niemand kan de manier en de tijd van zijn geboorte en van zijn vertrek van de wereld plannen. Hoewel mensen hun best doen om de komst van de dood te voorkomen en te weerstaan, trekt de dood hen toch, zonder dat ze het weten, stilaan dichterbij. Niemand weet wanneer hij zal gaan of hoe hij dat zal doen, laat staan waar dat zal gebeuren. Het is duidelijk dat het niet de mens is die de macht van leven en dood in handen heeft, niet een bepaald wezen in de natuurlijke wereld, maar de Schepper, wiens gezag uniek is. Het leven en de dood van de mens zijn niet het product van een of andere natuurwet, maar het gevolg van de soevereiniteit van het gezag van de Schepper.

2. Iemand die de soevereiniteit van de Schepper niet kent, zal worden achtervolgd door de angst voor de dood

Als iemand ouder wordt, is de uitdaging waar hij voor staat niet het onderhouden van een gezin of het bereiken van zijn grootse ambities in het leven, maar hoe hij afscheid kan nemen van zijn leven, hoe hij het einde van zijn leven kan bereiken, hoe hij een punt kan zetten aan het einde van zijn bestaan. Hoewel het er aan de oppervlakte op lijkt dat mensen weinig aandacht besteden aan de dood, kan niemand ontkomen aan het onderwerp te bestuderen, want niemand weet of er een andere wereld aan de andere kant van de dood ligt, een wereld die mensen niet kunnen waarnemen of voelen, een waar ze niets over weten. Dit maakt mensen bang om de dood onder ogen te zien, bang om er oog in oog mee te staan zoals ze zouden moeten en in plaats daarvan doen ze hun best om het onderwerp te vermijden. En zo vervult het iedereen met angst voor de dood, legt het een sluier van mysterie over dit onvermijdelijke levensfeit en werpt het een hardnekkige schaduw over ieders hart.

Als iemand voelt dat zijn lichaam achteruitgaat, als hij voelt dat hij dichter bij de dood komt, dan voelt hij een vage vrees, een niet uit te drukken angst. Angst voor de dood maakt dat iemand zich steeds eenzamer en hulpelozer voelt en op dat moment vraagt hij zich af: Waar komt de mens vandaan? Waar gaat men naartoe? Is dit de manier waarop de mens gaat sterven, terwijl zijn leven aan hem voorbij is gegaan? Is dit de periode die het einde van het leven van de mens markeert? Wat is uiteindelijk de zin van het leven? Wat is het leven waard, tenslotte? Gaat het over roem en rijkdom? Gaat het om het grootbrengen van een gezin? … Ongeacht of men heeft nagedacht over deze specifieke vragen, ongeacht hoe diep men de dood vreest, in de diepten van ieders hart is er altijd een verlangen om de mysteries te onderzoeken, een gevoel van onbegrip over het leven en, daarmee vermengd, sentimentaliteit over de wereld, een terughoudendheid om te vertrekken. Misschien kan niemand duidelijk verwoorden waar de mens bang voor is, wat de mens wil onderzoeken, waar hij sentimenteel over is en wat hij moeilijk vindt achter te laten …

Omdat ze bang zijn voor de dood, maken mensen zich veel te veel zorgen; omdat ze bang zijn voor de dood, is er zoveel dat ze niet kunnen loslaten. Als ze op het punt staan te sterven, maken sommige mensen zich druk over dit en dat; ze maken zich druk over hun kinderen, hun dierbaren, hun rijkdom, alsof ze door zich zorgen te maken het lijden en de angst die de dood met zich meebrengt kunnen uitwissen; alsof ze door een soort intimiteit met de levenden te behouden, kunnen ontsnappen aan de hulpeloosheid en eenzaamheid die met de dood gepaard gaan. In het diepst van het menselijk hart ligt een ingebouwde angst, een angst om losgekoppeld te worden van de dierbaren, om nooit meer naar de blauwe hemel te kijken, om nooit meer naar de materiële wereld te kijken. Een eenzame ziel, gewend aan het gezelschap van geliefden, is terughoudend in het loslaten van zijn houvast en vertrekt, helemaal alleen, naar een onbekende, ongewisse wereld.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke III

Laat een antwoord achter