Nadat God vlees was geworden,
nadat Hij persoonlijk het leven onder de mensheid
en het menselijk leven had ervaren,
en nadat hij de verdorvenheid van de mensheid
en de toestand van het menselijk leven had gezien,
God in het vlees dieper voelde
hoe hulpeloos, betreurenswaardig en meelijwekkend de mensheid is.
God kreeg meer mededogen met de menselijke toestand
dankzij Zijn menselijkheid in de tijd dat Hij in het vlees leefde,
dankzij Zijn instincten in het vlees.
Dit bracht Hem ertoe zich meer zorgen te maken over Zijn volgelingen.
Dit bracht Hem ertoe zich meer zorgen te maken over Zijn volgelingen.
In Zijn hart is de mensheid die Hij wil managen en redden
het allerbelangrijkst
en Hij waardeert deze mensheid boven alles.
Ondanks het feit dat Hij een hoge prijs voor hen heeft betaald
en ondanks het feit dat zij Hem continu pijn doen en ongehoorzaam zijn,
geeft Hij ze nooit op
en gaat onvermoeibaar door met Zijn werk, zonder klacht of spijt.
Dit is omdat Hij weet dat de mensen op een dag, vroeg of laat,
Zijn oproep zullen horen, wakker zullen worden
en geroerd door Zijn woorden zullen erkennen dat Hij de Heer van de schepping is,
en aan zijn zijde zullen terugkeren …
Dit is omdat Hij weet dat de mensen op een dag, vroeg of laat,
Zijn oproep zullen horen, wakker zullen worden
en geroerd door Zijn woorden zullen erkennen dat Hij de Heer van de schepping is,
en aan zijn zijde zullen terugkeren,
en aan zijn zijde zullen terugkeren …