Op een dag las ik een artikel dat beschreef hoe een kudde antilopen de dood vonden nadat ze van een klif sprongen. Volgens het verhaal had de kuddeleider door een oogziekte niet opgemerkt dat zich achter de struiken een klif bevond, en was hij met één sprong over de struiken gesprongen en de afgrond ingestort. De rest van de kudde volgde vlak achter de leider, en ook zij sprongen en vielen. Er was bij de rest van de kudde uiteraard niets aan de hand met hun zicht; zij waren in staat om de klif te zien, dus waarom sprongen ze dan toch? Wel, dat komt in feite door het natuurlijke gedrag van de antilopen die altijd de kuddeleider volgen. Waar de leider gaat, volgt de kudde. Zij beschikken niet over de mogelijkheid om zelf beslissingen te nemen, dus wanneer de leider over de klif sprong, volgde de kudde, waardoor ze plots en gezamenlijk de dood vonden. Het is duidelijk dat blindelings volgen er makkelijk voor kan zorgen dat iemand het verkeerde pad opgaat, en in ernstige gevallen kan het zelfs tot grote rampspoed leiden.
Ik zuchtte bij de gedachte aan de dood van de antilopen, en dacht onwillekeurig dat als wij christenen in ons hart geen plaats hebben voor God wanneer we in Hem geloven en Hem volgen, of als we, zoals de antilopen die blindelings hun leider volgen, geen zelfstandig oordeel toepassen in de omstandigheden waarin we ons bevinden, we Gods reddende gratie voor altijd zullen verliezen.
Ik dacht terug aan de tijd toen de Heer Jezus in de wereld verscheen om Zijn werk uit te voeren in Judea, en hoe Hij een einde maakte aan het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade inluidde, en daarbij de woorden sprak: “Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!” (Matteüs 4:17). Hij zorgde ervoor dat de mensen van die tijd op nieuwe en meer praktische manieren met de echte problemen om konden gaan. Behalve het verspreiden van het evangelie en het uitvoeren van Zijn werk, verrichtte de Heer Jezus gedurende die tijd ook vele wonderen en mirakelen, zoals: vijfduizend mensen voeden met vijf broden en twee vissen, de wind en de zee stillen met één enkel woord uit Zijn mond, mensen genezen die door blindheid waren getroffen, de doden tot leven wekken, enz. Het woord en werk van de Heer Jezus waren een duidelijke manifestatie van Zijn unieke gezag en macht. In die tijd konden veel Joden het gezag en de macht van het woord en werk van de Heer Jezus zien, en dus waren ze bereid Hem te volgen en naar Zijn leringen te luisteren. Toen Jezus op de rug van een ezel aankwam in Jeruzalem, stonden de Judese burgers langs de straten om Hem te groeten en de hele stad gonsde, en mensen riepen de naam van de Heer Jezus. Wanneer de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën echter leugens begonnen te verspreiden over Heer Jezus, Hem beschuldigden, aanvielen, veroordeelden en belasterden, ontkenden dat Hij de voorspelde Messias was, begonnen ze Joden zich bij de farizeeën aan te sluiten, en Hem te verloochenen. Toen Jezus dan werd gearresteerd, riepen de Joden met luide stem, aangespoord door de farizeeën: “Kruisig Hem!” Uiteindelijk volgden ze het voorbeeld van de farizeeën en spijkerden Hem aan het kruis.
De joden geloofden de woorden van de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën blindelings, spijkerden Jezus aan een kruis, beledigden Gods gezindheid en ondergingen daardoor Gods straf. Zij maakten dezelfde fout als de antilopen die hun kuddeleider volgden over de klif. De joden geloofden in God zonder God te kennen. Ze weerstonden en beschuldigden God zelfs. Dit alles zou als waarschuwing voor ons moeten dienen. Waarom sloten de joden zich dan aan bij de farizeeën in hun weestand tegen God? Wat was de reden voor hun grote mislukking?
Gods woorden zeggen: “Sommige mensen verheugen zich niet in de waarheid en nog minder in het oordeel. In plaats daarvan verheugen ze zich in hun macht en rijkdommen.Dat soort mensen wordtmachtzoekers genoemd. Zij komen uitsluitend af op die geloofsgemeenschappen in de wereld die invloed hebben en op die geestelijk leiders en leraren die van een theologische hogeschool komen. Ondanks dat ze de weg van de waarheid hebben aanvaard, blijven ze sceptisch en zijn ze niet in staat zichzelf volledig toe te wijden. Ze praten over offers brengen voor God, maar hun ogen zijn gericht op de grote geestelijk leiders en leraren, en Christus wordt opzijgeschoven. … zij hechten alleen waarde aan positie, prestige en macht. Wat zij hoogachten, zijn grote groepen en geloofsgemeenschappen. Ze hebben geen enkel respect voor diegenen die geleid worden door Christus. Ze zijn niet meer dan verraders die zich van Christus, de waarheid en het leven hebben afgekeerd.” De joden faalden voornamelijk omdat ze status en autoriteit aanbaden in plaats van de waarheid lief te hebben. In naam geloofden ze in God, maar in werkelijkheid volgden en geloofden ze in mensen. In die tijd bezetten de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën het hoogste niveau van leiderschap binnen de religieuze wereld – zij bezaten status en gezag. Voorde de hogepriesters waren de hoogste leiders en zij genoten absoluut gezag en de meest gerespecteerde status. Als dusdanig bewonderden en aanbaden de joden de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën enorm en ze onderwierpen zich blindelings aan hen zonder het minste beetje onafhankelijk oordeel; ze beschouwden hen zelfs als hun “kuddeleiders” op hun pad van geloof in God. Ze geloofden dat ze onmogelijk verkeerd konden doen door hun voorbeeld te volgen in de beoefening van hun geloof in God. De geïncarneerde Heer Jezus groeide op in een gewoon huishouden en had geen illustere status en projecteerde ook geen bijzonder imposant beeld. De meeste volgelingen van Jezus waren gewone mensen zonder politieke macht en zonder noemenswaardige reputatie. Toen de Heer Jezus Zijn discipelen leidde om werk te doen en het evangelie te verspreiden, werden ze geconfronteerd met beschuldiging en afwijzing. Dus toen Jezus wonderen en mirakelen verrichtte en genade en zegeningen aan Zijn volk schonk, volgden de joden de Heer Jezus. Maar toen de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën leugens begonnen te verspreiden, valse oordelen velden, lasterden en ketterden tegen de Heer Jezus en zelfs samenwerkten met de Romeinse regering om Hem te kruisigen, gingen de joden mee met hun leiders, en volgden hen blindelings in hun beschuldigingen tegen de Heer Jezus. De joden hielden niet van de waarheid, ze vonden het niet belangrijk om het woord en werk van de Heer Jezus goed te onderzoeken, maar gingen in plaats daarvan door met het aanbidden van status en autoriteit, het volgen en bewonderen van de mens, en uiteindelijk raakten ze op een éénrichtingsreis langs het weerstand-aan-God-biedende pad naar de ondergang.
Er was nog een andere reden voor de mislukking van de joden, namelijk dat het hen ontbrak aan de waarheid, en ze niet in staat waren onafhankelijk te oordelen. Ze konden de waarheid-hatende, antichristelijke essentie van de farizeeën niet zien voor wat ze was. In plaats daarvan werden ze misleid door het dunne laagje valse vroomheid van de farizeeën. De joden zagen hoe de farizeeën vaak lezingen over de Bijbel gaven en hoe ze zelfs in de synagogen en op straathoeken stonden en heel lange gebeden deden. Ze zagen hoe ze goede daden stelden op de straatmarkten en hoe ze, vele generaties lang, zelfs strikt hadden vastgehouden aan de oude tradities en religieuze rituelen zoals “niet eten zonder eerst zorgvuldig de handen te wassen.” Vanwege dit alles hadden de joden grote bewondering en eerbied voor de farizeeën. Ze geloofden dat de farizeeën de geboden van God handhaafden en dat ze hun medemens liefhadden, maar toch zagen ze helemaal niet in hoe de farizeeën vol bedrog zaten in alles wat ze deden, en dat ze alleen maar handelden naar en zich bezighielden met zelfpromotie om de joden te misleiden en hun harten te verstrikken, zodat zij hen zouden aanbidden en verheerlijken. Toen de Heer Jezus de farizeeën blootstelde, door te zeggen: “Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer” (Matteüs 23:5), aanvaardden de joden Zijn woorden niet in het minst, en bleven gedachteloos de farizeeën aanbidden en verheerlijken.
Toen de Heer Jezus in de wereld verscheen om Zijn werk uit te voeren, verspreidden de farizeeën allerlei ketterijen en drogredenen, om een strakke controle over de joden te behouden en hun status en levensonderhoud te vrijwaren, en zeiden: “Deze Heer Jezus wordt niet de Messias genoemd, Hij is niet van God”, “Het werk van deze Heer Jezus is ketterij en niet in overeenstemming met de Schrift”, “Deze Heer Jezus houdt de Sabbat niet, druist in tegen de leer van de Bijbel en is een zondaar”, enz. Ze wisten heel goed dat het woord van de Heer Jezus de waarheid bevatte, maar ze vroegen de Heer Jezus nog steeds met opzet of Hij de Zoon van God was en verspreidden zelfs allerlei leugens, beschuldigingen, laster en godslastering tegen Hem. Uiteindelijk werkten ze samen met de Romeinse regering en spijkerden de Heer Jezus aan het kruis. Het is te zien aan het waanzinnige verzet en de beschuldigingen van de farizeeën tegen de Heer Jezus, evenals hun spot voor de woorden van waarheid gesproken door de Heer Jezus, dat zij vals-vrome, sinistere, bedrieglijke en kwaadwillende mensen waren. Het waren antichristen die de mensen misleidden en in de val lokten, en zich in hun uiterste ontreddering tot vijanden van God maakten. Dit is precies zoals de Heer Jezus zei toen Hij ze openbaarde en zei: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet te winnen, en wanneer je hem eenmaal voor je gewonnen hebt, wordt hij dankzij jullie tot een hellekind in het kwadraat” (Matteüs 23:15). “Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna?” (Matteüs 23:33).
De joden begrepen toen de waarheid niet en ze waren niet in staat om de waarheid-hatende, antichristelijke substantie van de farizeeën te onderscheiden. Zij geloofden integendeel dat de farizeeën zeker God moesten kennen en de meest toegewijde van alle mensen aan God waren, omdat ze de Bijbel goed kenden, meesters waren van de wet en geboden en veel hadden opgeofferd om het evangelie van Jehova te verspreiden en te getuigen. Als zodanig aanbaden zij hen blindelings en volgden hen. Dus zelfs toen de joden de preken van de Heer Jezus hoorden, getuige waren van de Heer Jezus die wonderen en mirakelen verrichtte, en observeerden hoe Zijn woord en werk vol gezag en macht waren, bleven zij zich, uit bewondering en aanbidding voor de farizeeën, aansluiten bij het joodse leiderschap in de weerstand en beschuldigingen tegen Jezus. Uiteindelijk leidde dit tot tragedie.
Ik was diep ontroerd door het lezen van het tragische verhaal van de antilopen en door na te denken over de bittere les van de joden. Ik besefte dat zij die oprecht in God geloven en de waarheid liefhebben niet gemakkelijk worden beïnvloed, dat ze andere mensen niet blindelings volgen en dat ze situaties niet bevooroordeeld benaderen. In plaats daarvan zijn ze in staat om in elke situatie de wil van God te zoeken en alle dingen te meten volgens de waarheid. Ze geloven iedereen die correct en in overeenstemming met de waarheid spreekt, en weigeren en verzetten zich resoluut tegen degenen die dat niet doen. Omdat elke persoon, ongeacht of ze een hoge status hebben of diepgaand de Bijbel hebben bestudeerd, maar een stofvlek voor God is. Hun woorden zijn niet de waarheid, alleen Gods woord is de waarheid. Alleen Gods woord is de norm waaraan goed en fout kan worden gewogen. In om het even welke situatie kunnen we steeds de waarheid gebruiken als ons principe. Alleen zo kunnen we vermijden dat we ons op het verkeerde pad begeven. Neem maar een voorbeeld aan de leerlingen van de Heer Jezus, Petrus, Johannes en Nathanaël; toen zij getuige waren van het werk van de Heer Jezus, volgden ze niet blindelings de joodse leiders, maar zochten ze actief naar het woord en werk van de Heer Jezus. Zij werden niet beïnvloed door de leiders van de religieuze wereld toen ze zagen dat het woord van de Heer Jezus vol gezag en macht was en duistere dingen kon blootleggen die mensen liever verborgen hielden, dat het de mysteries van het hemelse koninkrijk ontrafelde en inderdaad Gods stem was, maar bleven vastberaden in het volgen van de Heer Jezus en verwelkomden uiteindelijk de Messias en ontvingen Gods reddende genade.
Op dat moment dacht ik onwillekeurig na over mezelf en hoe ik telkens wanneer ik een probleem in het leven tegenkwam, om raad ging bij de voorgangers en ouderlingen. Ik dacht dat aangezien de voorgangers en oudsten jarenlang hard voor God hadden gewerkt en een enorme kennis van de Bijbel hadden, het zeker niet verkeerd zou zijn om hun advies op te volgen. Ik geloofde in God maar had geen plaats voor Hem in mijn hart. Ik had geen moeite gedaan om Gods woord in de Bijbel te bestuderen en Zijn bedoeling te zoeken. Integendeel, ik volgde blindelings het advies van de voorgangers en ouderlingen. Geloofde ik, door dit te doen, niet in God terwijl ik eigenlijk de mens volgde? Ik dacht erover na hoe de joden de farizeeën waren gevolgd in de kruisiging van Jezus, en het werd duidelijk dat dit een in bloed geschreven les is waarvan ik moet leren! Op dat moment dacht ik er plots aan hoe we momenteel in de laatste dagen leven, hoe veel van de profetieën in verband met de terugkeer van de Heer al werden vervuld, en dat de Heer in feite al kan teruggekeerd zijn. En toch vertellen de voorgangers en ouderlingen ons altijd, met betrekking tot het verwelkomen van de terugkeer van de Heer: “Elke prediking die zegt dat de Heer is gekomen, is vals!” Daarom zocht of onderzocht ik niet, zelfs toen ik nieuws hoorde over Gods terugkeer. Nu besef ik dat ik de woorden van de voorgangers en ouderlingen niet meer blindelings kan volgen. Ik moet een plaats voor God in mijn hart hebben, mijn eigen oordeel hebben en het voorbeeld volgen van de discipelen van de Heer Jezus, Petrus, Johannes en Jakobus. Wanneer ik nieuws verneem over de terugkeer van de Heer Jezus, zou ik actief het nieuwe werk van God moeten zoeken en onderzoeken en Gods woord en de waarheid gebruiken als de standaard om de ware weg van de verkeerde weg te onderscheiden. Alleen op deze manier kan ik de terugkeer van de Heer Jezus verwelkomen en voorkomen dat ik de grote historische tragedie van de joden herhaal!
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.