De drie werkfases werden door één God verricht. Dit is de grootste visie en de enige weg naar het kennen van God. De drie werkfases konden alleen door God Zelf worden verricht en geen mens kon zo’n werk namens Hem verrichten. Dat wil zeggen dat alleen God Zelf Zijn eigen werk vanaf het begin tot nu toe gedaan kan hebben. Hoewel de drie werkfases van God zijn uitgevoerd in verschillende tijdperken en op verschillende locaties, en hoewel het werk van elk anders is, is het allemaal het werk van één God. Van alle visies is dit de grootste visie waar de mens kennis van moet hebben en als deze volledig kan worden begrepen door de mens, dan zal hij kunnen standhouden. Vandaag de dag is het grootste probleem waar alle denominaties en gezindten mee geconfronteerd worden, dat ze het werk van de Heilige Geest niet kennen en geen onderscheid kunnen maken tussen het werk van de Heilige Geest en werk dat niet van de Heilige Geest is. Daarom kunnen zij niet zeggen of deze werkfase, zoals de laatste twee werkfases, ook door Jehova God is verricht. Hoewel mensen God volgen, kunnen de meesten nog steeds niet zeggen of het de juiste weg is. De mens maakt zich zorgen of deze weg de weg is die persoonlijk door God Zelf wordt begeleid en of Gods incarnatie echt is. De meeste mensen hebben nog steeds geen idee hoe zij onderscheid kunnen maken als het om zulke dingen gaat. Zij die God volgen, zijn niet in staat om de weg vast te stellen. Daarom hebben de gesproken woorden slechts gedeeltelijk effect op deze mensen en kunnen deze niet volledig doeltreffend zijn, en dit heeft dus invloed op het leven van deze mensen. Als men kan inzien dat de drie werkfases door God Zelf zijn uitgevoerd op verschillende tijden, op verschillende plaatsen en bij verschillende mensen, dan zal men inzien dat, hoewel het werk anders is, het allemaal wordt verricht door één God. Aangezien het werk is dat door één God wordt uitgevoerd, moet het juist zijn en zonder fouten, en, hoewel het in strijd is met de opvattingen van de mens, valt het niet te ontkennen dat het het werk is van één God. Als men met zekerheid kan stellen dat het het werk is van één God, dan worden de opvattingen van de mens slechts kleinigheden en niet noemenswaardig. Omdat de mens geen duidelijke visie heeft en alleen Jehova kent als God en Jezus als de Heer, en in tweestrijd is over de geïncarneerde God van vandaag, blijven veel mensen toegewijd aan het werk van Jehova en Jezus en zijn overrompeld door opvattingen over het werk van vandaag. De meeste mensen leven altijd in twijfel en nemen het werk van vandaag niet serieus. De mens heeft geen opvattingen over de vorige twee werkfases, die onzichtbaar waren. Dat is omdat de mens de werkelijkheid van de vorige twee werkfases niet begrijpt en er niet persoonlijk getuige van is geweest. Dat is omdat niet kan worden ingezien dat de mens zich van alles kan inbeelden. Waar hij maar mee komt aanzetten, er zijn geen feiten om het te bewijzen en er is niemand om het te corrigeren. De mens laat zijn natuurlijke instinct de vrije teugel, gooit alle voorzichtigheid overboord en laat zijn verbeelding de vrije loop, want er zijn geen feiten om deze te verifiëren en dus worden de verbeeldingen van de mens ‘feiten’, ongeacht of er enig bewijs voor is. Zo gelooft de mens in de God die hij zich in zijn verstand zelf heeft ingebeeld en is hij niet op zoek naar de God van de werkelijkheid. Als een persoon een soort geloof heeft, dan hebben honderd mensen honderd soorten geloof. De mens is bezeten van dergelijke overtuigingen omdat hij de werkelijkheid van Gods werk niet heeft gezien. Hij heeft deze alleen met zijn oren gehoord en niet met zijn ogen aanschouwd. De mens heeft gehoord van legendes en verhalen, maar zelden heeft hij gehoord van de feiten van Gods werk. Het is door hun eigen opvattingen dat mensen die slechts een jaar gelovig zijn in God geloven, en hetzelfde geldt voor hen die hun hele leven in God hebben geloofd. Zij die de feiten niet kunnen zien, zullen nooit kunnen ontsnappen uit een geloof met opvattingen over God. De mens gelooft dat hij zichzelf bevrijd heeft van de banden van zijn oude opvattingen en nieuw grondgebied is binnengegaan. Weet de mens niet dat de kennis van degenen die het ware gezicht van God niet kunnen zien, niets anders is dan opvattingen en geruchten? De mens denkt dat zijn opvattingen kloppen en foutloos zijn, en dat deze opvattingen van God afkomstig zijn. Wanneer men nu getuige is van het werk van God, laat hij zijn opvattingen los die hij gedurende vele jaren heeft verzameld. De verbeeldingen en ideeën uit het verleden hielden het werk van deze fase tegen, en het is moeilijk voor de mens om dergelijke opvattingen los te laten en dergelijke ideeën te weerleggen. De opvattingen ten aanzien van dit stapsgewijze werk van velen die God tot op vandaag hebben gevolgd, zijn telkens erger geworden en deze mensen hebben, langzaam maar zeker, een hardnekkige vijandelijkheid opgebouwd ten opzichte van de geïncarneerde God en de bron van deze haat is de opvattingen en verbeeldingen van de mens. Het is juist omdat feiten het niet mogelijk maken dat de mens zijn fantasie de vrije teugel laat en bovendien niet gemakkelijk kunnen worden weerlegd door de mens, en de opvattingen en verbeeldingen van de mens geen feiten dulden, en verder omdat de mens de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van feiten niet in overweging neemt, en doelbewust zijn opvattingen de vrije loop laat en zijn eigen verbeelding gebruikt, dat de opvattingen en verbeeldingen van de mens tegenwoordig de vijand zijn geworden van het werk van vandaag, werk dat in strijd is met de opvattingen van de mens. Er kan alleen maar worden gezegd dat dit de schuld is van de opvattingen van de mens en niet dat het de schuld is van het werk van God. De mens kan zich inbeelden wat hij wenst, maar hij kan niet zomaar elke werkfase van God of ook maar een deel ervan weerleggen. Het feit dat het Gods werk is is onschendbaar voor de mens. Je kunt je fantasie de vrije teugel geven en zelfs mooie verhalen over het werk van Jehova en Jezus samenstellen, maar je kunt de feiten van elke werkfase van Jehova en Jezus niet weerleggen. Dit is een principe, maar ook een bestuurlijk decreet. Het belang van deze punten zouden jullie moeten inzien. De mens vindt dat deze werkfase onverenigbaar is met zijn opvattingen en dat dit niet geldt voor de vorige twee werkfases. De mens kan zich niet inbeelden dat het werk van de twee vorige fases gelijk is aan werk van vandaag. Maar heb je weleens bedacht dat de principes van Gods werk allemaal hetzelfde zijn, dat Zijn werk altijd praktisch is en dat er, ongeacht het tijdperk, altijd een stroom van mensen zal zijn die zich tegen Zijn werk verzet en daar tegenin gaat? Iedereen die zich heden ten dage tegen deze werkfase verzet en er tegenin gaat zou zich ongetwijfeld ook in vroegere tijden hebben verzet tegen God, want zulke mensen zullen altijd Gods vijanden zijn. De mensen die de feiten van Gods werk kennen, zullen de drie werkfases als het werk van één God beschouwen en zullen hun opvattingen terzijde schuiven. Dit zijn mensen die God kennen en dergelijke mensen volgen God echt. Wanneer Gods algehele management ten einde loopt, zal God alles classificeren naar zijn soort. De mens is gemaakt door de hand van de Schepper en uiteindelijk moet Hij de mens volledig terugbrengen onder Zijn heerschappij. Dit is de afsluiting van de drie werkfases. De werkfase van de laatste dagen en de vorige twee fases in Israël en Judea zijn Gods managementplan in het gehele universum. Niemand kan dit ontkennen en het is de waarheid van Gods werk. Hoewel mensen niet veel van dit werk hebben ervaren of er getuige van zijn geweest, zijn de feiten nog altijd de feiten en dat valt door niemand te ontkennen. Mensen in elk land in dit universum die in God geloven, zullen de drie werkfases aanvaarden. Als je maar één bepaalde werkfase kent en de twee andere fases niet begrijpt, het werk van God in vroegere tijden niet begrijpt, dan kun je de volledige waarheid van Gods algehele managementplan niet verwoorden en is je kennis van God eenzijdig, want in je geloof in God ken je Hem niet, begrijp je Hem niet en ben je dus niet geschikt om van God te getuigen. Ongeacht of je huidige kennis van deze dingen diepgaand is of oppervlakkig, uiteindelijk moeten jullie kennis bezitten en volledig overtuigd zijn. Dan zullen alle mensen de totaliteit van Gods werk inzien en zich onderwerpen aan de heerschappij van God. Tegen het einde van dit werk zullen alle denominaties een worden, zullen alle schepselen teruggebracht worden onder de heerschappij van de Schepper, zullen alle schepselen de ene ware God aanbidden en zullen alle sekten verdwijnen om nooit meer tevoorschijn te komen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God