Alleen hij die het werk van God ervaart, gelooft echt in God
Er zijn veel mensen die in God geloven, maar toch zijn er maar weinig die beseffen wat het geloof in God inhoudt en wat ze moeten doen om aan Gods wil te voldoen. Dit komt doordat, hoewel mensen wel het woord ‘God’ kennen en frases zoals ‘het werk van God’, zij God toch niet kennen – laat staan Zijn werk. Het is dan ook geen wonder dat allen die God niet kennen verward zijn in hun geloof in Hem. Mensen nemen het geloof in God niet serieus, en dit komt volledig doordat geloven in God te onbekend en te vreemd voor hen is. Ze voldoen daardoor niet aan Gods eisen. Met andere woorden: als mensen God niet kennen en Zijn werk niet kennen, zijn ze niet geschikt om door God te worden gebruikt, laat staan dat ze aan Zijn wil kunnen voldoen. ‘Geloof in God’ betekent geloven dat er een God is. Dit is het meest eenvoudige concept met betrekking tot geloven in God. Geloven dat er een God is, is bovendien niet hetzelfde als oprecht in God geloven. Zoiets is eerder een simpele overtuiging met een sterk religieuze inslag. Oprecht geloof in God betekent het volgende: op basis van het geloof dat God soeverein is over alle dingen, ervaart men Zijn woorden en Zijn werk, zuivert men zijn verdorven gezindheid, stelt men de wil van God tevreden en leert men God kennen. Alleen een dergelijk traject kan ‘geloof in God’ worden genoemd. Toch zien mensen het geloof in God vaak als iets eenvoudigs en onbelangrijks. Mensen die op die manier in God geloven zijn kwijt wat het betekent om in God te geloven en al blijven ze wellicht tot aan het einde toe geloven, ze zullen nooit Gods goedkeuring ontvangen, omdat deze mensen het verkeerde pad bewandelen. Er zijn vandaag de dag nog steeds mensen die in God geloven volgens de letter en volgens inhoudsloze doctrine. Ze weten niet dat ze de kern van geloof in God ontberen en Gods goedkeuring niet kunnen verkrijgen. Toch bidden ze tot God om gezegend te worden met veiligheid en voldoende genade. Laat ons ophouden, onze harten stillen en onszelf afvragen: kan het zo zijn dat in God geloven echt het makkelijkste ter wereld is? Kan het zo zijn dat in God geloven niet méér betekent dan veel genade ontvangen van God? Zijn mensen die in God geloven zonder Hem te kennen, of die in God geloven en zich niettemin tegen Hem verzetten, echt in staat om te voldoen aan de wil van God?
God en de mens kunnen niet als twee gelijken worden gezien. Zijn wezen en Zijn werk zijn zeer onbegrijpelijk en ondoorgrondelijk voor de mens. Als God Zijn werk niet persoonlijk doet en Zijn woorden niet spreekt in de wereld waarin de mens leeft, zal de mens de wil van God nooit begrijpen. Daardoor zouden zelfs die mensen die hun hele leven aan God hebben gewijd nooit Zijn goedkeuring kunnen winnen. Zonder het werk van God zal al het werk van de mens, hoe goed in zichzelf ook, niet meetellen. De gedachten van God zijn immers altijd hoger dan de gedachten van de mens en de wijsheid van God is ondoorgrondelijk voor de mens. Daarom zeg ik dat al die mensen die God en Zijn werk hebben ‘doorzien’, ondoeltreffend, arrogant en onwetend zijn. De mens moet het werk van God niet definiëren. De mens kán het werk van God zelfs niet definiëren. De mens is in de ogen van God kleiner dan een mier. Hoe kan de mens dan Gods werk doorgronden? Zijn zij die constant ‘God werkt niet op deze of die manier’ of ‘God is zoals dit of dat’ uitspreken niet allemaal arrogant? We moeten allemaal weten dat de mensen, die uit het vlees zijn, door Satan zijn bedorven. Het ligt in hun natuur om God tegen te werken. Ze staan niet op gelijke voet met God en kunnen al helemaal geen raad geven over het werk van God. De manier waarop God de mens leidt, is het werk van God Zelf. De mens moet zich onderwerpen en moet niet een bepaalde visie vasthouden, want de mens is niets dan stof. Omdat we God proberen te zoeken, moeten we niet onze opvattingen toevoegen aan het werk van God en dat in de plaats stellen van de overweging van God. Nog minder moeten we onze verdorven gezindheid aanwenden om het werk van God welbewust tegen te staan. Daardoor worden we immers juist allemaal antichrist? Hoe kunnen zulke mensen zeggen dat ze in God geloven? We geloven dat er een God is en we willen Hem tevreden stellen en zien. Daarom moeten we de weg van de waarheid zoeken en uitzien naar een weg waarop we verenigbaar zijn met God. We moeten niet koppig tegenover God staan, want wat voor goeds kan daaruit voortkomen?
God heeft vandaag nieuw werk. Mogelijk kun je deze woorden niet accepteren en vind je ze vreemd. Toch raad ik je aan om niet je natuurlijke aanleg te laten zien, want alleen zij die echt naar de gerechtigheid voor God hongeren en dorsten kunnen de waarheid verkrijgen. Alleen zij die echt godvruchtig zijn, kunnen door God worden verlicht en geleid. Het zoeken naar de waarheid door middel van gekibbel levert niets op. We kunnen alleen resultaat verkrijgen door rustig te zoeken. Als ik beweer dat “God vandaag nieuw werk heeft,” bedoel ik daarmee de terugkeer van God in het vlees. Misschien maak je je niet druk over deze woorden of verwerp je ze. Misschien zijn ze voor jou iets waar je veel belangstelling in kunt stellen. Hoe het ook zij, ik hoop dat iedereen die oprecht naar de verschijning van God verlangt dit feit onder ogen kan zien en het zorgvuldig overweegt. Je kunt maar beter niet gelijk een conclusie trekken. Dat is niet de manier waarop wijze mensen zouden moeten handelen.
Het is niet moeilijk om zoiets te onderzoeken, maar daar is wel voor nodig dat ieder van ons deze ene waarheid kent: Hij die de vleesgeworden God is, zal de essentie van God bezitten, en Hij die de vleesgeworden God is zal de uitdrukking van God bezitten. Omdat God vlees wordt, zal Hij het werk voortbrengen dat Hij beoogt te doen. En omdat God vlees wordt, zal Hij uitdrukken wat Hij is en zal Hij in staat zijn de waarheid naar de mens te brengen, hem leven te schenken en hem de weg te wijzen. Vlees dat de essentie van God niet heeft, is beslist niet de vleesgeworden God. Dat lijdt geen twijfel. Als de mens wil nagaan of dit het geïncarneerde vlees van God is, moet hij dit bevestigen aan de hand van de gezindheid die Hij uitdrukt en de woorden die Hij spreekt. Dat wil zeggen: om te bevestigen of dit al dan niet het geïncarneerde vlees van God is en of dit al dan niet de ware weg is, moet men onderscheid maken op basis van Zijn essentie. Bij het vaststellen of dit het geïncarneerde vlees van God is, ligt de sleutel daarom bij Zijn essentie (Zijn werk, Zijn uitspraken, Zijn gezindheid en veel andere aspecten), niet bij de uiterlijke verschijning. Als de mens alleen Zijn uiterlijke verschijning inspecteert en als gevolg daarvan Zijn essentie over het hoofd ziet, toont dat aan dat de mens onnozel en onwetend is. Het uiterlijk zegt niets over het wezen. Bovendien kan het werk van God zich nooit aan de opvattingen van de mens aanpassen. Botste de uiterlijke vertoning van Jezus niet juist met de opvattingen van de mens? Waren het niet juist Zijn uiterlijk en kleding die geen aanwijzingen over Zijn ware identiteit konden leveren? Verzetten de vroegste farizeeën zich niet juist tegen Jezus omdat zij slechts naar Zijn uiterlijke vertoning keken en de woorden die Hij sprak niet ter harte namen? Het is mijn hoop dat de broeders en zusters die de verschijning van God zoeken de tragedie van de geschiedenis niet herhalen. Jullie moeten niet de farizeeën van deze tijd worden en God opnieuw kruisigen. Jullie moeten zorgvuldig bedenken hoe jullie de terugkeer van God verwelkomen en duidelijk weten hoe je je aan de waarheid onderwerpt. Dit is de verantwoordelijkheid van iedereen die wacht op de terugkeer van Jezus op de wolken. We moeten onze geestelijke ogen uitwrijven en niet ten prooi vallen aan woorden vol fantasie. We moeten nadenken over het praktische werk van God en de echte kant van God bezien. Laat je niet wegvoeren en verlies jezelf niet in dagdromen, uitziend naar de dag waarop de Heer Jezus plotseling op een wolk neerkomt om jullie, die Hem nooit hebben gekend of gezien en niet weten hoe je Zijn wil moet doen, op te nemen. Het is beter om over praktische zaken na te denken!
Mogelijk heb je dit boek geopend omdat je dingen wilt onderzoeken of van plan bent om de inhoud te aanvaarden. Ik hoop dat je dit boek, ongeacht je houding, tot het einde toe zult lezen en niet gemakkelijk terzijde schuift. Misschien verandert je houding nadat je deze woorden hebt gelezen. Dat hangt echter af van je motivatie en de mate waarin je dingen begrijpt. Er is echter een ding dat je moet weten: de woorden van God kunnen niet worden gesproken als woorden van de mens. Nog veel minder kunnen woorden van de mens worden gesproken als het woord van God. Een mens die door God wordt gebruikt, is niet de vleesgeworden God en de vleesgeworden God is geen mens die door God wordt gebruikt. Hier is sprake van een wezenlijk verschil. Misschien accepteer je na het lezen van deze woorden niet dat ze woorden van God zijn en aanvaard je ze alleen als de woorden van een mens die is verlicht. In dat geval word je verblind door onwetendheid. Hoe kunnen de woorden van God hetzelfde zijn als de woorden van een mens die is verlicht? De woorden van de vleesgeworden God luiden een nieuw tijdperk in, bieden leiding aan de gehele mensheid, onthullen mysteriën en wijzen de mens de richting naar een nieuw tijdperk. De verlichting die door de mens is verkregen is slechts eenvoudige praktijk of kennis. Deze kan niet de hele mensheid een nieuw tijdperk inleiden of het mysterie van God Zelf onthullen. God is immers God en de mens is mens. God heeft het wezen van God en de mens heeft het wezen van de mens. Als een mens de woorden die God heeft gesproken als eenvoudige verlichting door de Heilige Geest ziet en de woorden van de apostelen en profeten beschouwt als woorden die door God persoonlijk zijn gesproken, heeft de mens het bij het verkeerde eind. Je moet hoe dan ook nooit het goede verdraaien, vernederend over het hoge spreken of diepzinnige dingen oppervlakkig maken – nooit welbewust iets ontzenuwen waarvan je weet dat het de waarheid is. Iedereen die gelooft dat er een God is, moet problemen vanuit het juiste standpunt onderzoeken en Gods nieuwe werk en Zijn nieuwe woorden aanvaarden vanuit het perspectief van Zijn geschapen wezen, anders zal hij door God worden verstoten.
Na het werk van Jehova is Jezus vlees geworden om Zijn werk onder de mensen te verrichten. Zijn werk stond niet op zichzelf, maar was gegrondvest in het werk van Jehova. Het was werk voor een nieuw tijdperk dat God verrichtte nadat Hij het Tijdperk van de Wet had afgesloten. Op vergelijkbare wijze ging God, nadat het werk van Jezus was beëindigd, verder met Zijn werk voor het volgende tijdperk, want het hele management van God gaat voortdurend verder. Wanneer het oude tijdperk verstrijkt, wordt dit vervangen door een nieuw tijdperk en nadat het oude werk is voltooid zal er nieuw werk zijn om Gods management voort te zetten. Deze incarnatie is de tweede incarnatie van God, die volgt op het werk van Jezus. Natuurlijk staat deze incarnatie niet op zichzelf; het is de derde fase van het werk na het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade. Elke keer dat God een nieuwe fase van het werk begint, moet er altijd een nieuw begin zijn en moet dat altijd een nieuw tijdperk inluiden. Er vinden zodoende ook bijbehorende veranderingen plaats in de gezindheid van God, in Zijn werkwijze, in de plaats van Zijn werk en in Zijn Naam. Het is dan ook geen wonder dat de mens het werk van God in het nieuwe tijdperk moeilijk kan aanvaarden. Maar hoe Hij ook wordt tegengewerkt door de mens, toch doet God altijd Zijn werk en leidt Hij de gehele mensheid verder. Toen Jezus in de mensenwereld kwam, luidde Hij het Tijdperk van Genade in en maakte Hij een einde aan het Tijdperk van de Wet. In de laatste dagen werd God nogmaals vlees, en met deze incarnatie beëindigde Hij het Tijdperk van Genade en luidde het Tijdperk van het Koninkrijk in. Allen die de tweede incarnatie van God kunnen aanvaarden, worden in het Tijdperk van het Koninkrijk ingeleid en zullen bovendien in staat zijn persoonlijk de leiding van God te aanvaarden. Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens; Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus het zondoffer werd en de zonden van de mens droeg, maar ook dat God zelfs nog groter werk deed om de mens volledig te verlossen van zijn satanisch verdorven gezindheid. En zo, nu de zonden van de mens zijn vergeven, is God teruggekeerd naar het vlees om de mens het nieuwe tijdperk binnen te leiden, en is Hij het werk van tuchtiging en oordeel begonnen. Dit werk heeft de mens een hoger rijk binnengebracht. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en rijkere zegeningen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en ze zullen de waarheid, de weg en het leven verkrijgen.
Als mensen in het Tijdperk van Genade blijven, zullen ze nooit vrij zijn van hun verdorven gezindheid – laat staan dat ze de inherente gezindheid van God zouden kennen. Als mensen altijd uit een overvloed aan genade leven maar niet beschikken over de weg van het leven, waardoor ze God kunnen kennen en bevredigen, zullen ze Hem nooit echt winnen, hoewel ze in Hem geloven. Wat een zielig soort geloof is dat. Als je dit boek uit hebt, als je iedere stap van het werk van de vleesgeworden God in het Tijdperk van het Koninkrijk hebt ervaren, zul je voelen dat je langjarige hoop eindelijk is uitgekomen. Je zult voelen dat je God nu pas echt van aangezicht tot aangezicht aan hebt kunnen kijken; nu heb je God pas in het gezicht kunnen zien, de persoonlijke uitspraak van God kunnen horen, de wijsheid van Gods werk op waarde weten te schatten en ervaren hoe echt en almachtig God is. Je zult merken dat je veel gewonnen hebt, dingen die mensen in het verleden nooit hebben gezien of gehad. Op dat moment zul je duidelijk weten wat het is om in God te geloven, en wat het betekent om naar Gods hart te zijn. Natuurlijk, als je je vastklampt aan oude zienswijzen, en het feit van de tweede incarnatie van God afwijst of ontkent, blijf je met lege handen achter en win je niets. Uiteindelijk maak je je dan schuldig aan verzet tegen God. Diegenen die de waarheid gehoorzamen en zich aan het werk van God onderwerpen zullen worden geschaard onder de naam van de tweede vleesgeworden God – de Almachtige. Zij zullen de persoonlijke leiding van God kunnen aanvaarden, en meer en hogere waarheid verkrijgen en een waarlijk menselijk leven ontvangen. Hij zal het visioen aanschouwen die de mensen uit vroeger tijden nooit te zien kregen: “Ik draaide me om, om te zien welke stem er tegen mij sprak. Toen zag ik zeven gouden lampenstandaards, en in het midden van die zeven lampenstandaards iemand die leek op de Mensenzoon, gekleed in een gewaad tot op de voeten en met een gouden gordel om de borst. Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlammend vuur. Zijn voeten gloeiden als brons in een oven. Zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s. In zijn rechterhand had hij zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard. Zijn gezicht schitterde als de felle zon” (Openbaring 1:12-16). Deze visie is de uitdrukking van Gods hele gezindheid. Zo’n uitdrukking van Zijn hele gezindheid is tevens de uitdrukking van het werk van God wanneer Hij deze keer vlees wordt. In de stortvloed van tuchtiging en oordeel drukt de Mensenzoon Zijn inherente gezindheid uit door het spreken van woorden en laat Hij allen die Zijn tuchtiging en oordeel aanvaarden het ware gezicht van de Mensenzoon zien, een gezicht dat een getrouwe afbeelding is van het gezicht van de Mensenzoon dat door Johannes werd gezien. (Natuurlijk is dit allemaal onzichtbaar voor hen die het werk van God in het Tijdperk van het Koninkrijk niet aanvaarden.) Het ware gezicht van God kan niet volledig in menselijke woorden worden uitgedrukt. Daarom gebruikt God de uitdrukking van Zijn inherente gezindheid om Zijn ware gezicht aan de mens te tonen. Dit betekent dat wie de inherente gezindheid van de Mensenzoon heeft ervaren het ware gezicht van de Mensenzoon heeft gezien, want God is te groot en kan niet volledig in menselijke woorden worden uitgedrukt. Als de mensen eenmaal iedere stap van Gods werk in het Tijdperk van het Koninkrijk heeft ervaren, dan kent hij de ware betekenis van de woorden van Johannes toen hij het over de Mensenzoon tussen de kandelaren had: “Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlammend vuur. Zijn voeten gloeiden als brons in een oven. Zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s. In zijn rechterhand had hij zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard. Zijn gezicht schitterde als de felle zon.” Op dat moment zul je zonder twijfel weten dat dit gewone vlees dat zoveel woorden heeft gesproken in werkelijkheid de tweede vleesgeworden God is. En dan zul je pas echt voelen hoe gezegend je bent, en je zult het gevoel hebben dat je bijzonder veel geluk hebt. Zou je deze zegening niet willen aannemen?