In de laatste dagen gebruikt Christus een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, het wezen van de mens te ontmaskeren, en zijn woorden en daden te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden, zoals de plicht van de mens, hoe de mens God moet gehoorzamen, hoe de mens trouw moet zijn aan God, hoe de mens een normale menselijkheid moet naleven, alsook de wijsheid en de gezindheid van God, enzovoort. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met slechts een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid die de mens in het geheel niet bezit. Alleen dit soort methoden wordt beschouwd als oordeel; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig overtuigd worden om zich aan God te onderwerpen, en daarenboven ware kennis van God vergaren. Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben. Dit werk is het werk van oordeel gedaan door God.
uit ‘Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid’
Het werk dat God doet in dit tijdperk is voornamelijk het voorzien in de woorden voor het leven van de mens, de onthulling van de verdorven gezindheid van de mens en het wezen van de aard van de mens; en ook de eliminatie van godsdienstige opvattingen, feodale denkpatronen, achterhaalde denkpatronen, alsmede de kennis en cultuur van de mens. Dit moet allemaal worden blootgelegd en weggezuiverd door Gods woorden. In de laatste dagen gebruikt God woorden en geen tekenen en wonderen, om de mens te vervolmaken. Hij gebruikt Zijn woorden om de mens te ontmaskeren, de mens te oordelen en te tuchtigen en de mens te vervolmaken, zodat de mens in Gods woorden de wijsheid en lieflijkheid van God gaat zien en Gods gezindheid gaat begrijpen, zodat de mens door Gods woorden de daden van God aanschouwt.
uit ‘Gods huidige werk kennen’
Waardoor is Gods vervolmaking van de mens bereikt? Door Zijn rechtvaardige gezindheid. Gods gezindheid bestaat in de eerste plaats uit rechtvaardigheid, toorn, majesteit, oordeel en vloek en Zijn vervolmaking van de mens komt voornamelijk door oordeel. Sommige mensen begrijpen het niet en vragen waarom het is dat God alleen in staat is om de mens volmaakt te maken door oordeel en vloek. Ze zeggen: “Als God er was om de mens te vervloeken, zou de mens dan niet sterven? Als God de mens zou oordelen, zou de mens dan niet veroordeeld worden? Hoe kan hij dan nog steeds volmaakt worden gemaakt?” Dat zijn de woorden van mensen die het werk van God niet kennen. Wat God vervloekt is de ongehoorzaamheid van de mens en wat Hij oordeelt zijn de zonden van de mens. Hoewel Hij hard en zonder enige gevoeligheid spreekt, openbaart Hij alles wat zich in de mens bevindt en door deze strenge woorden openbaart Hij dat wat wezenlijk is in de mens, maar door een dergelijk oordeel geeft Hij de mens een diepgaande kennis van het wezenlijke van het vlees en aldus onderwerpt de mens zich aan gehoorzaamheid aan God. Het vlees van de mens is zondig en van Satan, het is ongehoorzaam en het onderwerp van Gods tuchtiging en dus, om de mens zichzelf te laten kennen, moeten de woorden van Gods oordeel hem overkomen en moet er elke vorm van loutering worden toegepast; alleen dan kan Gods werk effectief zijn.
uit ‘Alleen door pijnlijke beproevingen te ervaren, kun je de liefelijkheid van God kennen’
Worden overwonnen door God is te vergelijken met een vechtsport wedstrijd.
Elk woord van God slaat op onze dodelijke plek en maakt ons bedroefd en bang. Hij onthult onze opvattingen, onthult onze verbeeldingen en onthult onze verdorven gezindheid. Door alles wat we zeggen en doen, en elk van onze gedachten en ideeën, worden onze natuur en substantie onthuld door Zijn woorden, hetgeen ons vernederd en bevend van angst laat zijn. Hij vertelt ons over al onze acties, onze bedoelingen en intenties, en zelfs de verdorven gezindheid die we zelf nooit hebben ontdekt, waardoor we voelen dat we in al onze armzalige onvolkomenheid worden blootgelegd en raken we zelfs volledig overtuigd. Hij oordeelt ons voor onze opstand tegen Hem, tuchtigt ons voor onze godslastering en veroordeling van Hem, en geeft ons het gevoel dat we in Zijn ogen waardeloos zijn en dat we de levende Satan zijn. Onze hoop wordt vernietigd, we durven geen onredelijke eisen meer te stellen en pogingen aan Hem te doen, en zelfs onze dromen verdwijnen van de ene dag op de andere. Dit is een feit dat niemand van ons zich kan voorstellen, en dat niemand van ons kan accepteren. Onze gedachten raken voor een moment uit balans, en we weten niet hoe we verder moeten gaan op het pad dat voor ons ligt, we weten niet hoe we verder moeten gaan in onze overtuigingen. Het lijkt erop dat ons geloof terug is gegaan naar het allereerste begin en dat we de Heer Jezus nooit hebben ontmoet en geen kennis met Hem gemaakt hebben. Alles voor onze ogen verbijstert ons en geeft ons het gevoel dat we op drift zijn gezet. We zijn wanhopig, we zijn teleurgesteld en diep in ons hart is er een onbedwingbare woede en schande. We proberen stoom af te blazen, proberen een uitweg te vinden, en bovendien proberen we te blijven wachten op onze Heiland Jezus en onze harten naar Hem uit te storten. Hoewel er momenten zijn dat we noch hoogmoedig noch nederig zijn aan de buitenkant, zijn we in onze harten geteisterd door een gevoel van verlies als nooit tevoren. Hoewel we soms ongebruikelijk kalm lijken aan de buitenkant, ondergaan we van binnen golvende massa’s pijniging. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons alle hoop en dromen ontnomen, hebben ons zonder onze buitensporige verlangens laten zitten, en niet bereid om te geloven dat Hij onze Redder is en in staat om ons te redden. Zijn oordeel en tuchtiging hebben een diepe kloof geopend tussen ons en Hem en niemand is zelfs bereid die over te steken. Zijn oordeel en tuchtiging zijn de eerste keer dat we zo’n grote tegenslag en zo’n grote vernedering ondergaan. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons in staat gesteld om Gods eer en intolerantie voor de overtredingen van de mens oprecht te waarderen, in vergelijking waarmee we zo laaghartig en onzuiver zijn. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons voor het eerst doen beseffen hoe arrogant en pompeus we zijn, en dat de mens nooit de gelijke van God zal zijn, of op één lijn met God. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons doen verlangen om niet langer in zo’n verdorven gezindheid te leven, en hebben ons ertoe aangezet om zo snel mogelijk van die natuur en substantie af te komen, en niet langer door Hem verafschuwd te worden en walgelijk voor Hem te zijn. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ervoor gezorgd dat wij graag Zijn woorden gehoorzamen, en niet langer bereid te zijn om tegen Zijn orkestraties en arrangementen te rebelleren. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons opnieuw het verlangen gegeven om te blijven leven en hebben ervoor gezorgd dat wij hem graag als onze Redder accepteren. … We zijn het overwinningswerk uitgelopen, zijn uit de hel gestapt, zijn uit het dal van de schaduw van de dood gestapt. … Almachtige God heeft ons gewonnen, deze groep mensen! Hij heeft over Satan gezegevierd en al Zijn vijanden verslagen!
We zijn gewoon zo’n gewone groep mensen met een verdorven satanische gezindheid, wij zijn degenen die door God zijn voorbestemd voor de tijdperken en we zijn de behoeftigen die God heeft opgeheven uit de mesthoop. Wij hebben eens God verworpen en veroordeeld, maar nu zijn wij overwonnen door Hem. We hebben het leven ontvangen en de weg van het eeuwige leven van God ontvangen. Ongeacht waar we op aarde zijn, ondanks vervolging en verdrukking, we kunnen niet gescheiden zijn van de redding door Almachtige God. Want Hij is onze Schepper en onze enige verlossing!
uit ‘Het aanschouwen van de verschijning van God in Zijn oordeel en tuchtiging’
Degenen die in staat zijn stand te houden tijdens Gods werk van oordeel en tuchtiging gedurende de laatste dagen – dat wil zeggen, tijdens het afsluitende zuiveringswerk – zullen diegenen zijn die de definitieve rust met God in zullen gaan; daarom zullen degenen die de rust ingaan allemaal bevrijd zijn van de invloed van Satan en pas gewonnen worden door God nadat ze Zijn afsluitende zuiveringswerk hebben ondergaan. Deze mensen die uiteindelijk door God zijn gewonnen, zullen de definitieve rust ingaan. De essentie van Gods werk van tuchtiging en oordeel is om de mensheid te zuiveren en het is voor de dag van definitieve rust. Anders zal de hele mensheid niet in staat zijn haar eigen soort te volgen of de rust binnen te gaan. Dit werk is de enige weg van de mensheid om de rust in te gaan. Alleen Gods zuiveringswerk zal de mensheid van haar ongerechtigheid reinigen en alleen Zijn werk van tuchtiging en oordeel zal die ongehoorzame dingen onder de mensheid aan het licht brengen en daardoor degenen scheiden die gered kunnen worden van hen die dat niet kunnen, en zij die zullen overblijven van degenen die dat niet zullen. Wanneer dit werk klaar is, zullen de mensen die mogen blijven bestaan allen worden gezuiverd en een hogere staat van mensheid binnengaan waarin zij zullen genieten van een meer wonderbaarlijk tweede menselijk leven op aarde; met andere woorden, ze zullen de rustdag van de mensheid ingaan en samenleven met God. Nadat degenen die niet kunnen blijven tuchtiging en oordeel hebben ondergaan, zullen hun oorspronkelijke vormen volledig worden geopenbaard, waarna ze allemaal vernietigd zullen worden en, net als Satan, niet meer op de aarde mogen overleven. De mensheid van de toekomst zal niet langer dit soort mensen bevatten; deze mensen zijn niet geschikt om het land van de definitieve rust binnen te gaan, noch zijn ze geschikt om de dag van rust in te gaan die God en de mens zullen delen, omdat ze het mikpunt van straf zijn, ze zijn goddeloos en ze zijn geen rechtvaardige mensen. Ze waren ooit verlost en ze waren ook geoordeeld en getuchtigd; ze hadden ooit ook diensten verleend aan God, maar wanneer de laatste dag komt, zullen ze nog steeds worden geëlimineerd en vernietigd vanwege hun eigen slechtheid en vanwege hun eigen ongehoorzaamheid en onherstelbaarheid. Zij zullen niet langer bestaan in de wereld van de toekomst en ze zullen niet langer bestaan onder het menselijk ras van de toekomst. […] Zijn uiteindelijke werk om kwaad te straffen en goed te belonen, strekt geheel en al tot doel de hele mensheid volledig te zuiveren, zodat Hij een volstrekt heilige mensheid in eeuwige rust kan brengen. Deze fase van Zijn werk is Zijn meest cruciale werk. Het is de laatste fase van Zijn volledige managementwerk. Als God de goddelozen niet zou vernietigen, maar hen toch zou behouden, dan zou de hele mensheid nog steeds niet in staat zijn om de rust in te gaan en God zou niet in staat zijn om de hele mensheid naar een beter koninkrijk te brengen. Dit soort werk zou dan niet helemaal af zijn. Als Hij klaar is met Zijn werk, zal de hele mensheid volkomen heilig zijn. Alleen op deze manier kan God vredig in rust leven.
uit ‘God en de mens zullen gezamenlijk de rust ingaan’