Lin Xin was op weg naar huis nadat ze enkele boodschappen had gedaan. De gewassen die aan beide zijden van de weg groeiden, zagen er in het zonlicht uit als een oceaan van groen. De wilde bloemen langs de kant van de weg dansten in het briesje, maar toch was Lin Xin niet in de stemming om de mooie aanblik van het landschap te bewonderen. Ze overdacht hoe haar zoon Binbin de laatste tijd voortdurend hoofdpijn leek te hebben en vaak overgaf, en ze had het gevoel dat het niet om een gewone ziekte ging. Vandaag ging haar zoon naar het provincieziekenhuis ter controle, en ze was benieuwd wat de uitkomst ervan zou zijn. Hieraan denkend versnelde Lin Xin haar pas en haastte ze zich naar huis.
Lin Xin spoedde zich naar huis en zag dat al haar gezinsleden er terneergeslagen uitzagen. Toen besefte ze dat er iets mis was, en daarom vroeg ze: “Wat waren de uitkomsten van Binbins controleonderzoek?” Haar echtgenoot was verdiept in het roken van een sigaret. Hij hield daar even mee op en zei met zwakke stem: “De arts zei dat er een tumor in Binbins hoofd zit. Het is hersenkanker …” Toen ze dit hoorde, raakte Lin Xin in paniek en dacht ze: “Heeft mijn zoon hersenkanker? Hoe kon dat gebeuren? Kanker is ongeneeslijk! Mijn zoon is pas 29. Als hem iets overkomt, hoe zal mijn gezin daar dan tegen opgewassen zijn?” Lin Xin durfde er niet meer over na te denken en ze wist niet hoe ze deze situatie tegemoet moest treden. In haar pijn en hulpeloosheid was het enige wat ze kon doen, in stilte tot God bidden in haar hart: “O God, mijn zoon is ernstig ziek en ik voel me zo radeloos! Ik ben zo bang dat ik mijn zoon zal verliezen. Oh God! Bescherm alstublieft mijn hart zodat stil vóór u kan zijn; ik vraag u mij te leiden, zodat ik de moed kan vinden om wat er nu gebeurt tegemoet te treden.” Na te hebben gebeden, overdacht Lin Xin Gods woorden die zeggen: “Er gebeurt niets in het heelal waar ik niet het laatste woord over heb. Wat bestaat er dat zich niet in mijn handen bevindt?” Gods woorden gaven Lin Xin kracht en geloof en ze dacht bij zichzelf: “Ja, God is almachtig en Hij houdt alles in Zijn handen. Ook het lot van mijn zoon ligt in Gods handen, en God heeft het laatste woord erover of hij zal leven of sterven. Wanneer God het niet toestaat, zal mijn zoon niet sterven, zolang hij maar één ademtocht over heeft.” Toen ze dit overdacht, richtte Lin Xin zich opnieuw in haar gebed tot God: “O God, ik geloof dat leven en dood van de mens worden bestuurd door uw handen; of mijn zoon nu van zijn ziekte wordt genezen of niet, berust ook in uw handen. Ik wil het leven en de dood van mijn zoon aan u toevertrouwen en ik wil me onderwerpen aan uw orkestraties en beschikkingen.” Na te hebben gebeden, voelde Lin Xin zich niet meer zo angstig als tevoren en haar hart kwam langzamerhand tot rust.
De volgende dag ging Lin Xins echtgenoot met hun zoon naar het ziekenhuis, voor een nieuw onderzoek. De dokter zei dat de hoofdtumor van Binbin zich had ontwikkeld tot een tumorig web en dat het nu niet meer kon worden gebruikt. De arts zei dat Binbin waarschijnlijk nog maar twee maanden te leven had. Toen Lin Xin dit nieuws hoorde, voelde ze zich plotseling duizelig; ze voelde zich zo gepijnigd en radeloos dat het leek of haar hart in tweeën was gekliefd. Ze kon gewoon niet aanvaarden dat haar zoon, die nog zo jong was, haar en deze wereld plotseling zou moeten achterlaten. Lin Xin werd overweldigd door pijn en tranen vloeiden onophoudelijk uit haar ogen. Ze kon zich er niet van weerhouden om God verwijten te maken en Hem verkeerd te begrijpen. Ze dacht: “Ik geloof in God: waarom heeft God mijn zoon dan niet behoed en beschermd? Waarom heeft mijn zoon zo’n zware ziekte onder de leden gekregen? Wat zal ik doen als hij sterft …?” Vanaf dat moment huilde Lin Xin elke dag en ze voelde zich gepijnigd en zwak. Ze was niet in de stemming om Gods woorden te lezen; wanneer ze bad, had ze geen woorden om uit te spreken.
Precies op het moment dat Lin Xin zo zwak en moedeloos was geworden, kwamen twee zusters haar bezoeken. Ze lazen haar Gods woorden voor en communiceerden met haar over Gods wil. Een van de zusters las voor: “Elke stap van het werk dat God in mensen verricht, lijkt van buitenaf op interacties tussen mensen, alsof het voortkomt uit menselijke bepalingen of menselijke interventie. Maar achter de schermen is elke stap en alles wat gebeurt een weddenschap van Satan bij God en moeten mensen rechtop blijven staan in hun getuigenis van God. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar Job toen hij werd beproefd: achter de schermen ging Satan een weddenschap aan met God en wat er gebeurde met Job, waren daden van mensen en hun tussenkomst. Achter elke stap die God in jullie verricht, zit Satans weddenschap met God. Achter dit alles vindt er een strijd plaats.” Nadat ze haar voorlezing had beëindigd, gaf de zuster communicatie door te zeggen: “Zuster Lin, in jouw geval is het normaal dat je je zwak voelt nu je zoon ziek is. Maar je moet weten dat achter de situatie die je nu is overkomen, een oorlog gaande is in de geestelijke wereld en dat Satan een weddenschap afsluit met God. Satan weet dat je het meest geeft om je kind; daarom gebruikt hij de ziekte van je zoon om je te verleiden en ervoor te zorgen dat je je geloof in God verliest en God verwijten maakt en verkeerd begrijpt. Want zo zul je terugkeren onder Satans domein en nog verder door hem worden verdorven en misleid. Wanneer we de dingen niet bekijken in overeenstemming met Gods woorden, vanuit het perspectief van de geestelijke wereld, en wanneer we niet voor God verschijnen om te bidden en te zoeken, maar in plaats daarvan een leven vol misvatting en verwijt leiden, dan zullen we in aanvaring komen met Satans bedrieglijke plannen en ons getuigenis kwijtraken. Laten we voor een ogenblik Jobs ervaringen overwegen. Toen Satans verleidingen over hem kwamen, verloor Job zijn kinderen; hij verloor grote hoeveelheden schapen en vee en hij verloor zijn familiekapitaal en -bezit. Zelfs werd zijn hele lichaam overdekt met pijnlijke steenpuisten. Wat was dat een enorme beproeving! Toch liet Job geen zondige taal horen, noch zei hij iets waaruit bleek dat hij God verwijten maakte of verkeerd begreep. In plaats daarvan geloofde hij dat alles wat hem overkwam geen toeval was, maar dat achter dat alles Gods toestemming stond. Bovendien wist Job in zijn hart dat zijn familiekapitaal en -bezit, net als zijn kinderen, hem waren verleend door God; ook wist hij dat hij, of God nu gaf of wegnam, God zou gehoorzamen zoals passend was voor een geschapen wezen. En daarom, hoewel Job in pijn en ellende verkeerde, was hij nog steeds in staat om zich aan Gods orkestraties en beschikkingen te onderwerpen en de naam van Jehova te verheerlijken. Uiteindelijk stelde zijn geloof in God, net als zijn gehoorzaamheid en eerbied tegenover God, hem in staat om Satan te verslaan, getuigenis voor God af te leggen en Gods lof te verdienen. Zodoende is het, wanneer je kind ziek wordt, zowel een verleiding van Satan als een beproeving van God; je moet je laten leiden door Gods woorden om duidelijk te zien wat er aan de hand is in de geestelijke wereld. Tijdens beproevingen moeten we in staat zijn om Gods wil te zoeken, ons aan Gods orkestraties en beschikkingen te onderwerpen, Satans bedrieglijke plannen te doorzien en getuigenis af te leggen voor God. Alleen dan zullen we vermijden dat we voor Satans verleidingen zwichten en dat er misvattingen over en verwijten aan God in ons opkomen.” Na geluisterd te hebben naar de communicatie van de zuster, begreep Lin Xin Gods wil en wist ze dat ze Job moest navolgen. Ongeacht de toestand van haar zoon, zou ze God geen verwijten maken, maar in plaats daarvan zou ze zich onderwerpen aan Gods orkestraties en beschikkingen en voor God getuigenis afleggen.
Toen las de zuster een andere passage uit Gods woorden voor aan Lin Xin: “Zoveel mensen geloven in mij alleen maar zodat ik hen zou kunnen genezen. Zoveel mensen geloven in mij alleen maar zodat ik mijn krachten zou kunnen gebruiken om onreine geesten uit hun lichaam te verdrijven. En zoveel mensen geloven in mij alleen maar om wellicht vrede en vreugde van mij te kunnen ontvangen. Zoveel mensen geloven in mij alleen maar om grotere materiële rijkdom van mij te eisen. Zoveel mensen geloven in mij alleen maar om dit leven in vrede door te brengen en om veilig en gezond te zijn in de toekomstige wereld. Zoveel mensen geloven in mij om het lijden van de hel te vermijden en de zegeningen van de hemel te ontvangen. Zoveel mensen geloven in mij enkel vanwege tijdelijke troost, zonder ernaar te streven in de komende wereld iets te bereiken. Toen ik mijn woede over de mensheid bracht en alle vreugde en vrede terugnam die deze eens bezat, begon de mens te twijfelen. Toen ik de mens het lijden van de hel gaf en de zegeningen van de hemel terugeiste, veranderde de schaamte van de mens in kwaadheid. Toen de mens mij vroeg om hem te genezen, besteedde ik geen aandacht aan hem en voelde ik een afkeer jegens hem. De mens ging ver weg van mij en zocht daarvoor in de plaats de weg van kwaadaardige geneeskunde en tovenarij. Toen ik alles wegnam wat de mensen van mij hadden geëist, verdween iedereen spoorloos. Dus zeg ik dat de mens geloof in mij heeft, omdat ik te veel genade schenk, en er veel te veel is om te verkrijgen.” Nadat ze had geluisterd naar deze passage uit Gods woorden, schaamde Lin Xin zich diep, omdat ze besefte dat ze precies zo was als Gods woorden openbaarden. Ze geloofde in God en vervulde haar plicht met de bedoeling zegeningen te ontvangen en voordelen te verkrijgen van God. Dan zou God haar gezin beschermen en in veiligheid behoeden en iedereen in goede gezondheid bewaren. Wanneer Gods genade met haar gezin was en alles vredig en voorspoedig verliep, dankte ze God voor Zijn zegeningen en was ze bereid een beetje te lijden en zich een beetje uit te sloven bij het vervullen van haar plicht. Maar zodra er iets met haar gezin gebeurde en haar zoon ernstig ziek werd, begreep ze God verkeerd, en maakte ze Hem verwijten, en leefde in een staat van negativiteit. Haar eerdere enthousiasme verdween volkomen en ze was niet langer in de stemming om te bidden of Gods woorden te lezen; zelfs was ze niet meer bereid haar plicht te vervullen. Pas toen de naakte feiten haar voor ogen werden gesteld, zag Lin Xin in dat ze in God had geloofd met de bedoeling zegeningen te ontvangen, dat ze met God een koopje had gesloten en dat ze nog steeds heel veel onzuiverheden in zich had. Ook besefte Lin Xin dat ze maar een nietig, geschapen wezen was en dat geloof in God en verering van God zowel de wet van de hemel als het beginsel van de aarde vormen. Het gaat om iets waartoe alle geschapen wezens verplicht zijn. Toch had ze in ruil altijd genade en zegeningen van God verlangd; zodra enige tegenslag op haar weg kwam, was ze negatief geworden, had ze God verkeerd begrepen en zich over God beklaagd. Kwam ze door dit te doen niet in opstand tegen God en weerstond ze God niet? Ze miste werkelijk geweten of verstand; hoe kon ze ooit Gods lofprijzing verwerven met zo’n soort intentie en met zo’n visie op haar geloof in God? Op dat moment moest Lin Xin wel wroeging voelen over haar eerdere opstandigheid; in stilte sprak ze in haar hart een gebed uit tot God, waarin ze God vroeg om haar te gidsen bij het corrigeren van haar verkeerde visies op het geloof in God, zodat ze niet langer met God koopjes zou sluiten.
Daarna las Lin Xin Gods woorden die zeggen: “Door het geloof in God zul je God gehoorzamen, God liefhebben en de plicht vervullen die van Gods schepselen verlangd wordt. Dat is het doel van het geloof in God. Je moet kennis verwerven over de beminnelijkheid van God, over hoe God het waard is om geëerd te worden en hoe Hij in Zijn schepselen het reddingswerk uitvoert en hen vervolmaakt. Dit zijn nog maar de meest noodzakelijke dingen bij je geloof in God. Geloof in God betekent in de eerste plaats dat je een ommekeer maakt van een leven van het vlees naar een leven waarin je God liefhebt; van leven in verdorvenheid naar leven binnen het leven van Gods woorden. Je komt onder Satans domein vandaan en leeft onder de zorg en de bescherming van God, het is in staat zijn om God te gehoorzamen en niet het vlees, God je hele hart toevertrouwen, God jou laten vervolmaken en jezelf bevrijden van de verdorven satanische gezindheid. In de eerste plaats is geloven in God het zichtbaar laten worden van de kracht en de glorie van God in jou, zodat je Gods wil gaat doen, Gods plan volbrengt en in staat bent om van God te getuigen ten overstaan van Satan.” Dankzij Gods woorden vond Lin Xin het juiste doel dat mensen die in God geloven zouden moeten najagen. In je geloof in God moet je niet streven naar zegeningen, maar in plaats daarvan, in echte omgevingen en in confrontatie met de mensen, gebeurtenissen en dingen die je in het leven tegenkomt, ernaar streven Gods werk te ervaren en Gods daden te kennen, om Gods liefde en redding voor de mens te waarderen en, door voortdurend Gods werk en woorden te ervaren, je satanische, verdorven gezindheden af te werpen. Dan zul je iemand worden die werkelijk gehoorzaam is aan God en God werkelijk liefheeft, iemand die de plicht vervult die een geschapen wezen hoort te vervullen en die, ongeacht welke tegenspoed of beproevingen je tegenkomt, altijd in staat zal zijn Gods weg te volgen en getuigenis voor God af te leggen. Dit is het doel dat je in je geloof in God moet najagen. Lin Xin dacht aan Job: hoe hij niet zozeer in God geloofde om zegeningen te ontvangen of een of ander voordeel te verkrijgen, maar hoe hij in plaats daarvan er in zijn leven naar streefde om Gods daden te kennen en Gods weg te volgen, om God te vrezen en het kwaad te mijden. Toen Job beproevingen overkwamen, maakte hij God dus geen verwijten, noch begreep hij God verkeerd, omdat hij zijn familiekapitaal en zijn kinderen had verloren; maar in plaats daarvan zocht hij Gods wil midden in de toestand waarin hij verkeerde, hij onderwierp zich aan Gods orkestraties en beschikkingen en hij streefde ernaar getuigenis voor God af te leggen. Uiteindelijk overwon Job de Satan; hij maakte de Satan beschaamd door de manier waarop hij zijn vrees voor God praktisch belichaamde en het kwaad meed. Zo werd hij een vrij man, die God vereerde en Gods goedkeuring verdiende. Toen ze deze dingen eenmaal had begrepen, nam Lin Xin het besluit om Job na te volgen. Of het nu ging om de ziekte van haar zoon of om het gewone leven van alledag, ze zou haar onjuiste bedoelingen en haar buitensporige eisen laten varen; en ze zou zich concentreren op het zoeken naar Gods wil en ernaar streven om iemand te zijn die God gehoorzaamt en liefheeft, om God te verheerlijken en getuigenis voor Hem af te leggen.
Enige tijd later verzocht Lin Xins echtgenoot de arts bij hun zoon een schedeloperatie toe te passen, want ze wilden dat hun zoon zou worden gered als er ook maar de geringste hoop op succes was. Omdat haar echtgenoot hierom keer op keer verzocht, stemde de arts uiteindelijk toe. Op de dag dat hun zoon de operatie onderging, ging Lin Xin niet naar het ziekenhuis, maar toch kon ze niet rustig blijven. Ze had grote zorgen over de operatie van haar zoon en ze hoopte ook dat er een wonder zou gebeuren dat hem zou redden. Op dat moment besefte Lin Xin dat ze nog steeds buitensporige eisen aan God stelde en dat ze wilde dat God de ziekte van haar zoon zou genezen; nog steeds bezat ze geen werkelijke gehoorzaamheid aan God. Daarom bad Lin Xin tot God en zei ze: “O God, ik zeg wel dat ik me onderwerp aan uw orkestraties en beschikkingen, maar toch stel ik in mijn hart nog steeds eisen aan u. Ik weet dat dit verkeerd is, en daarom vraag ik u dat u mijn hart beschermt; dan kan het tot rust komen en zal ik volkomen in staat zijn om mij aan uw orkestraties en beschikkingen te onderwerpen.” Hierna las Lin Xin deze woorden van God: “Job stelde geen eisen aan God. Wat hij van zichzelf eiste, was het afwachten, accepteren, aanschouwen en gehoorzamen van alles wat van God kwam; Job geloofde dat dit zijn plicht was en dat was precies wat God wilde.” Lin Xin zag in dat Job, toen beproevingen hem waren overkomen, geen eisen aan God stelde; hij geloofde immers dat het de verplichting van een geschapen wezen was om al Gods orkestraties en beschikkingen af te wachten, te aanvaarden en zich eraan te onderwerpen. Jobs geweten, verstand en oprechte, eerlijke karakter werden beloond met Gods aanvaarding; dit was het wat Lin Xin moest navolgen. Lin Xin wenste Job na te volgen en zich in alle dingen aan Gods orkestraties en beschikkingen te onderwerpen. Daarom knielde Lin Xin en droeg ze een oprecht gebed op aan God: “O God, ik wens Job na te volgen en iemand te zijn die u werkelijk gehoorzaamt en vereert. Hoe de operatie van mijn zoon ook verloopt, ik wil het rustig aanvaarden en mij onderwerpen aan uw orkestraties en beschikkingen.” Nadat ze had gebeden, voelde Lin Xin zich heel kalm en een beetje meer bevrijd.
Die middag was het al vier uur geweest toen haar schoondochter belde en vol blijdschap zei: “Mam, Binbins operatie is zeer succesvol verlopen. Je hoeft je geen zorgen meer te maken.” Toen Lin Xin dit geweldige nieuws hoorde, was ze meteen tot tranen geroerd. Ze dacht eraan hoe de arts had gezegd dat er geen operatie op Binbins tumor kon worden uitgevoerd en dat hij op zijn best nog twee maanden te leven had. Wat was ze verrast te horen dat de operatie echt heel succesvol was verlopen: het was onvoorstelbaar! Lin Xin wist heel goed dat dit helemaal was toe te schrijven aan Gods zorg en bescherming en dat het ging om een wonderbaarlijke daad van God! Ze was vervuld van dankbaarheid aan God en in haar hart bleef ze haar dankzeggingen en lofprijzingen opdragen aan God: “O God, uw woorden hebben mij op mijn weg stap voor stap geleid; uw gezag en grote macht hebben mijn zoon gered van de rand van de dood. O God, ik dank u en ik loof u …”
Toen er enige tijd was verstreken, raadde de arts aan dat Binbin een volledig onderzoek zou ondergaan. Toen de resultaten bekend werden gemaakt, riep de arts vol verbazing uit: “Zijn hoofd is echt heel goed hersteld. Het is gewoon ongelooflijk!” Toen Lin Xin zag dat haar zoon elke dag verder herstelde, bracht Lin Xin in haar hart haar dank aan Gods vriendelijkheid; in aanwezigheid van haar zoon legde ze getuigenis af van Gods daden. Toen haar zoon dit hoorde, knikte hij en stemde hij ermee in dat God alle dingen soeverein bestuurde.
De tijd verstreek, en in een oogwenk was het weer lente. Door weelderige plantengroei zag de aarde eruit alsof ze vol bruisend leven was. Lin Xin reed blij op haar scooter, om in de kerk haar plicht te gaan vervullen. Terwijl ze naar het levendige schouwspel voor haar ogen staarde, voelde ze zich ongelofelijk ontspannen. Het was een jaar geleden dat haar zoon zijn operatie had ondergaan; hij was zo goed hersteld dat hij in goede gezondheid verkeerde. Ze was werkelijk getuige geweest van Gods wonderbaarlijke daden! Door de ziekte van haar zoon was Lin Xin werkelijk op waarde gaan schatten dat het niet de artsen waren die het laatste woord hadden inzake iemands leven of sterven. Noch kon enig bedrag aan affectie of geld worden ingezet als wisselgeld voor iemands leven. God is de Soeverein van alle dingen; leven, dood en lotgevallen van de mensheid liggen allemaal in Gods handen. Op het knooppunt tussen leven en dood is God de enige steun voor de mens en is God zijn enige toeverlaat. Net zoals Gods woorden zeggen, “Het is duidelijk dat het niet de mens is die de macht van leven en dood in handen heeft, niet een bepaald wezen in de natuurlijke wereld, maar de Schepper, wiens gezag uniek is. Het leven en de dood van de mens zijn niet het product van een of andere natuurwet, maar het gevolg van de soevereiniteit van het gezag van de Schepper.” Door de ziekte van haar zoon begon Lin Xin enige juiste gevoelens en waardering te krijgen voor Gods gezag, want ze was getuige geweest van Gods wonderbaarlijke daden en ze had Gods liefde en redding voor haar gezien. Ondertussen begon Lin Xin de verkeerde opvattingen te begrijpen die ze had gekoesterd in haar geloof in God, dat ze alleen in God had geloofd om zegeningen te krijgen en deals met God had gesloten. Lin Xin had het juiste doel om na te jagen gevonden; ze wist dat ze als een geschapen wezen ernaar moest streven God te gehoorzamen, God lief te hebben en God te vereren, en dat ze, welke moeilijkheid of tegenslag ze ook tegenkwam, daarvoor nooit de schuld aan God mocht geven noch God verkeerd begrijpen. Maar wel wist ze dat ze de waarheid moest zoeken en zich moest onderwerpen aan Gods orkestraties en beschikkingen en dat ze voor God moest getuigen, om te voldoen aan Zijn wil; want alleen dan zou ze Gods goedkeuring verdienen, net als Job. Als ze aan die tijd terugdacht, had Lin Xin het gevoel dat ze werkelijk heel veel van God had gekregen; meer nog: ze had Gods grenzeloze liefde ervaren.