Vraag: In al mijn jaren als gelovige, heb ik hoewel ik wist dat de Heer Jezus Gods incarnatie is, de waarheid van de incarnatie niet begrepen. Als de verschijning van de Heer in de tweede komst vergelijkbaar is met hoe de Heer Jezus als de Mensenzoon incarneerde om Zijn werk te doen, zullen we de Heer Jezus niet kunnen herkennen en zullen we de komst van de Heer niet kunnen begroeten. Ik geloof dat de incarnatie een groot mysterie is. Weinigen kunnen de waarheid van de incarnatie echt begrijpen. Dus laten we vandaag communiceren over wat de incarnatie precies is.
Antwoord: Dus laten we vandaag communiceren over wat de incarnatie precies is. De incarnatie is echt een bijzonder mysterie. Duizenden jaren lang is de waarheid van de incarnatie ieders begrip te boven gegaan. Pas nu God in de laatste dagen is gekomen en persoonlijk het mysterie van de incarnatie heeft geopenbaard, hebben we eindelijk de waarheid ervan begrepen. Laten we enkele passages uit het woord van God lezen. “De betekenis van incarnatie is dat God in het vlees verschijnt en dat Hij, naar het beeld van vlees, komt werken, tussen de mensen die Hij geschapen heeft. God moet dus om te incarneren eerst vlees zijn, vlees met een normale menselijkheid. Dit moet minimaal het geval zijn. De implicatie van Gods incarnatie is in feite dat God leeft en werkt in het vlees, dat God in Zijn ware essentie vlees wordt, mens wordt”.
“De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is. Hij bezit zowel normale menselijkheid als volledige goddelijkheid. Geen mens bezit Zijn goddelijkheid. Zijn normale menselijkheid draagt al Zijn normale lijfelijke handelingen, terwijl Zijn goddelijkheid het werk van God Zelf uitvoert”.
“De Christus met normale menselijkheid is vlees waarin de Geest gerealiseerd is met een normale menselijkheid, gewoon verstand en menselijke gedachten. ‘Gerealiseerd worden’ betekent dat God mens wordt, dat de Geest vlees wordt. Duidelijk gezegd, het is als God Zelf vlees bewoont met een normale menselijkheid en hierdoor Zijn goddelijk werk tot uitdrukking brengt. Dit is wat gerealiseerd of geïncarneerd betekent”.
“Omdat Hij een mens met de essentie van God is, staat Hij boven alle geschapen mensen, boven iedere mens die het werk van God kan uitvoeren. En dus is Hij, onder allen met een menselijk omhulsel net als Hij en onder allen die menselijkheid bezitten de enige die de geïncarneerde God Zelf is – alle anderen zijn geschapen mensen. Hoewel ze allen menselijkheid bezitten zijn geschapen mensen slechts menselijk, terwijl de vleesgeworden God anders is: in Zijn vlees heeft Hij niet alleen menselijkheid, maar ook – nog belangrijker – goddelijkheid. Zijn menselijkheid kan herkend worden in de uiterlijke verschijning van Zijn vlees en in Zijn dagelijks leven, maar Zijn goddelijkheid is moeilijker waar te nemen. Omdat Zijn goddelijkheid alleen wordt uitgedrukt als Hij menselijkheid heeft, en niet zo bovennatuurlijk is als de mensen zich voorstellen, kunnen zij die slechts met de grootste moeite zien. … Omdat God vlees is geworden is Zijn essentie een combinatie van menselijkheid en goddelijkheid. Deze combinatie wordt God Zelf genoemd, God Zelf op aarde”.
Uit de woorden van God blijkt dat de incarnatie Gods Geest is, gehuld in vlees. Dat wil zeggen dat Gods Geest is gematerialiseerd in het vlees met normale menselijkheid en normaal menselijk denken, en zo een gewoon en normaal mens wordt die werkt en spreekt onder de mensen. Dit vlees heeft normale menselijkheid, maar ook volledige goddelijkheid. Hoewel Zijn vlees uiterlijk gewoon en normaal lijkt, kan Hij Gods werk op zich nemen, Gods stem uitdrukken en de mensheid leiden en redden. Dat komt doordat Hij volledige goddelijkheid heeft. Volledige goddelijkheid betekent dat alles wat Gods Geest bezit – de inherente gezindheid van God, Gods heilige en rechtvaardige essentie, alles wat God heeft en is, Gods almacht en wijsheid, en Gods gezag en kracht – allemaal zijn gematerialiseerd in het vlees. Het vlees is Christus. Het is de praktische God die hier op aarde is om Zijn werk te doen en de mensheid te redden. Uiterlijk is Christus een gewone en normale Mensenzoon, maar Hij verschilt inhoudelijk van elk geschapen menselijk wezen. De geschapen mens heeft alleen menselijkheid, hij heeft geen greintje goddelijke essentie. Christus heeft echter niet alleen normale menselijkheid, Hij heeft bovenal volledige goddelijkheid. Dus Hij heeft Gods essentie, Hij kan God volledig vertegenwoordigen, alle waarheden uitdrukken zoals God Zelf, Gods gezindheid uitdrukken en alles wat God heeft en is, en de mens de waarheid, de weg en het leven schenken. Geen geschapen mens is daartoe in staat. Christus werkt en spreekt, drukt Gods gezindheid en alles wat God heeft en is uit in Zijn vlees. Hoe Hij Gods woord ook uitdrukt en Gods werk doet, Hij doet dat altijd binnen een normale menselijkheid. Hij heeft normaal vlees. Er is niets bovennatuurlijks aan Hem. Dit bewijst dat God in het vlees is gekomen. Hij is al een gewoon mens geworden. Dit gewone en normale vlees heeft het feit van ‘Het Woord verschijnt in het vlees’ vervuld. Hij is de praktische geïncarneerde God. Omdat Christus volledige goddelijkheid heeft, kan Hij God vertegenwoordigen, de waarheid uitdrukken en de mensheid redden. Omdat Christus volledige goddelijkheid heeft, kan Hij Gods woord direct uitdrukken en Gods woord niet slechts herhalen. Hij kan de waarheid altijd en overal uitdrukken, in de behoeften van de mens voorzien, hem bewateren en hoeden en de hele mensheid leiden. Alleen omdat Christus volledige goddelijkheid heeft en Gods identiteit en essentie bezit, kunnen we zeggen dat Hij Gods incarnatie, de praktische God Zelf is.
Voor het grootste mysterie van de incarnatie doet het er weinig toe of het vlees van God groot van gestalte of zoals een gewoon mens is. Het heeft meer te maken met het feit dat er volledige goddelijkheid verborgen zit in het normale vlees. Geen mens is in staat deze verborgen goddelijkheid te ontdekken of te zien. Als toen de Heer Jezus kwam om Zijn werk te doen niemand Zijn stem had gehoord en Zijn woord en werk had ervaren, had niemand ingezien dat de Heer Jezus Christus, de Zoon van God is. Dus Gods incarnatie is voor Hem de beste manier om in het geheim onder de mensen neer te dalen. Toen de Heer Jezus kwam, zag niemand aan Zijn uiterlijke verschijning dat Hij Christus, de geïncarneerde God was en kon niemand de goddelijkheid zien die verborgen was in Zijn menselijkheid. Pas nadat de Heer Jezus de waarheid had uitgedrukt en het werk van de verlossing van de mensheid had gedaan, ontdekte de mens dat Zijn woord gezag en kracht heeft, en pas toen begonnen de mensen Hem te volgen. Pas toen de Heer Jezus aan de mensen verscheen nadat Hij was opgestaan, beseften ze dat Hij de geïncarneerde Christus, de verschijning van God is. Als Hij niet de waarheid had uitgedrukt en Zijn werk had gedaan, zou niemand Hem zijn gevolgd. Als Hij niet had getuigd van het feit dat Hij Christus, de verschijning van God is, zou niemand Hem hebben herkend. Want de mens gelooft dat Hij als Hij echt de geïncarneerde God is bovennatuurlijke eigenschappen zou moeten hebben, dat Hij bovenmenselijk zou moeten zijn, met een forse, machtige gestalte en een overweldigende aanwezigheid, dat Hij niet alleen zou moeten spreken met gezag en kracht, maar ook tekenen en wonderen zou moeten verrichten waar Hij maar gaat - en dat de vleesgeworden God zo zou moeten zijn. Als Hij in Zijn uiterlijke verschijning gewoon is, net als ieder ander gewoon mens en normale menselijkheid heeft, dan is Hij zeker niet Gods incarnatie. Laten we ons herinneren dat toen de Heer Jezus geïncarneerd was om te spreken en Zijn werk te doen, niemand Hem herkende, hoezeer Hij ook de waarheid en Gods stem uitdrukte. Als ze iemand hoorden getuigen van de Heer Jezus zeiden ze zelfs: Is dit niet de zoon van Jozef? Is dit niet de Nazarener? Waarom spraken de mensen zo over Hem? Omdat de Heer Jezus een normale menselijkheid in uiterlijke verschijning had. Hij was een normaal, gemiddeld mens en Hij had geen sterke, overweldigende aanwezigheid. Daarom aanvaardde niemand Hem. Maar voor zover Hij de incarnatie is, moet Hij per definitie normale menselijkheid hebben. Hij moet de mensen laten zien dat het vlees waar God zich in hult gewoon en normaal vlees is. Hij verschijnt als een normaal mens. Als God zich zou hullen in het vlees van een supermens en niet van iemand met normale menselijkheid, zou de hele betekenis van de incarnatie verloren gaan. Dus Christus moet normale menselijkheid hebben. Alleen zo kan bewezen worden dat Hij het vleesgeworden Woord is.
Laten we nog een passage uit het woord van God lezen. “Het belang van de incarnatie is dat een gewoon, normaal mens het werk van God Zelf uitvoert; dat wil zeggen dat God Zijn goddelijke werk in menselijkheid uitvoert en daarbij Satan overwint. Incarnatie houdt in dat de Geest van God vlees wordt, dat wil zeggen dat God vlees wordt. Het werk dat Hij in het vlees doet is het werk van de Geest en het wordt in het vlees gerealiseerd, door middel van het vlees tot uitdrukking gebracht. Niemand anders dan Gods vlees kan de bediening van de vleesgeworden God vervullen, dat wil zeggen, alleen Gods geïncarneerde vlees, deze normale menselijkheid – en niemand anders – kan het goddelijke werk uitdrukken. Als God bij Zijn eerste komst niet voor Zijn negenentwintigste de normale menselijkheid had gehad, als Hij meteen vanaf Zijn geboorte wonderen had kunnen verrichten, als Hij zodra Hij leerde praten meteen de taal van de hemel had gesproken, als Hij vanaf het moment dat Hij voet op aarde zette alle wereldlijke zaken had kunnen bevatten, de gedachten en bedoelingen van ieder mens had kunnen doorzien, dan kon zo iemand geen gewoon mens worden genoemd en had zulk vlees geen menselijk vlees kunnen worden genoemd. Als dat het geval was geweest met Christus, dan was de betekenis en de essentie van de incarnatie van God verloren gegaan. Dat Hij een normale menselijkheid bezat bewijst dat Hij de geïncarneerde God in het vlees was. Het feit dat Hij een normaal menselijk groeiproces doorliep toont verder aan dat Hij van gewoon vlees was. Bovendien is Zijn werk voldoende bewijs dat Hij Gods woord en Gods Geest was dat vlees werd. Het werk eist dat God vlees wordt, met andere woorden, dit stadium van werk moet in het vlees worden gedaan, in de normale menselijkheid. Het is een eerste vereiste voor ‘het Woord dat vlees wordt’, voor ‘Het Woord dat in het vlees verschijnt’ en het is het ware verhaal achter de twee incarnaties van God”.
“Als de geïncarneerde God vanaf Zijn geboorte Zijn bediening serieus had opgepakt en bovennatuurlijke tekenen had gegeven en wonderen had verricht, dan zou Hij geen lichamelijke essentie hebben. Daarom bestaat Zijn menselijkheid in het belang van Zijn lichamelijke essentie; er kan geen vlees zijn zonder menselijkheid, een persoon zonder menselijkheid is geen menselijk wezen. Zo is de menselijkheid van Gods vlees een wezenlijke eigenschap van het geïncarneerde vlees van God. Het is blasfemie te zeggen dat ‘als God vlees wordt Hij helemaal goddelijk is en helemaal niet menselijk’, omdat dit een onmogelijk standpunt is, dat het grondbeginsel van de incarnatie geweld aandoet. … De menselijkheid van de vleesgeworden God bestaat om het gewone goddelijke werk in het vlees te behouden; Zijn gewone menselijke denken ondersteunt Zijn normale menselijkheid en al Zijn gewone lichamelijke activiteiten. Je zou kunnen zeggen dat Zijn gewone menselijke denken bestaat om al het werk van God in het vlees te steunen. Als dit vlees geen gewoon menselijk verstand had, zou God niet in het vlees kunnen werken en zou wat Hij in het vlees moet doen nooit tot stand komen. … De vleesgeworden God moet dus een gewoon menselijk verstand hebben, normale menselijkheid bezitten, omdat Hij Zijn werk in de menselijkheid met een gewoon verstand moet uitvoeren. Dat is de essentie van het werk van de vleesgeworden God, dat is de ware essentie van de vleesgeworden God”.
Uit de woorden van God blijkt duidelijk dat de geïncarneerde God normale menselijkheid moet hebben, anders zou Hij niet Gods incarnatie zijn. Uiterlijk ziet Hij eruit als een gewoon, normaal mens en is er niets bovennatuurlijks aan Zijn menselijkheid. Dus als we Christus beoordelen volgens onze opvattingen en verbeeldingen zullen we Christus nooit erkennen of aanvaarden. We zullen hooguit erkennen dat Hij een profeet is die door God is gezonden of iemand die God gebruikt. Als we Christus echt willen kennen, moeten we Zijn woorden en werk bestuderen om te zien of wat Hij uitdrukt de stem van God Zelf is, of de woorden die Hij uitdrukt manifestaties zijn van Gods gezindheid en alles wat God heeft en is en of Zijn werk en de waarheid die Hij uitdrukt de mensheid kunnen redden. Alleen dan kunnen we Christus kennen, aanvaarden en gehoorzamen. Als we de waarheid niet zoeken en Gods werk niet onderzoeken, zelfs als we de woorden van Christus horen en Zijn werk zien, zullen we Christus niet kennen. Ook al zijn we van ochtend tot avond bij Christus, dan zullen we Hem toch behandelen als een gewoon mens en Christus weerstaan en veroordelen. Om Christus te erkennen en aanvaarden, hoeven we alleen Gods stem te herkennen en in te zien dat Hij Gods werk doet. Maar om de goddelijke essentie van Christus te kennen en zo tot waarachtige gehoorzaamheid jegens Christus te komen en de praktische God lief te hebben, moeten we de waarheid in de woorden en het werk van Christus ontdekken, Gods gezindheid en alles wat God heeft en is zien, Gods heilige essentie, almacht en wijsheid zien, en inzien dat God beminnelijk is en Zijn oprechte bedoelingen waarderen. Alleen zo kan iemand Christus echt gehoorzamen en de praktische God vereren in zijn hart.
Wij gelovigen weten allemaal dat de weg waarover de Heer Jezus predikte, het woord dat Hij uitdrukte, de mysteries van het koninkrijk van de hemel die Hij openbaarde, en de eisen die Hij stelde aan de mens allemaal de waarheid waren. Ze waren de stem van God Zelf en waren manifestaties van Gods levensgezindheid en alles wat Hij heeft en is. De wonderen die Hij verrichte – de zieken genezen, demonen uitdrijven, de wind en zee bedwingen, vijfduizend mensen voeden met vijf broden en twee vissen en de doden opwekken - waren allemaal manifestaties van het gezag en de kracht van God Zelf. Zij die destijds de waarheid zochten, zoals Petrus, Johannes, Mattheüs en Nathaniël, herkenden aan de woorden en het werk van de Heer Jezus dat Hij de beloofde Messias is, en dus volgden zij Hem en werden ze door Hem gered. Maar de joodse farizeeërs, al hadden ze de preken van de Heer Jezus gehoord en Zijn wonderen gezien, zagen Hem nog steeds als een gewoon mens zonder macht of grote gestalte. En dus durfden zij Hem zonder de minste angst te weerstaan en veroordelen. Ten slotte begingen zij de grootste zonde door de Heer Jezus aan het kruis te nagelen. De les van de farizeeërs vraagt om diepe bezinning! Hieruit blijkt duidelijk hun antichristelijke natuur die de waarheid en God haat en laat de dwaasheid en onwetendheid van de verdorven mensheid zien. Nu doet de vleesgeworden God, net als de Heer Jezus, het werk van God Zelf binnen Zijn normale menselijkheid. God drukt alle waarheden uit die de verdorven mensheid nodig heeft om gered te worden. En Hij doet het werk van het oordeel dat begint bij het huis van God in de laatste dagen. Niet alleen ontmaskert en oordeelt Hij over de satanische natuur van de verdorven mensheid en de waarheid van hun verdorvenheid, Hij heeft ook alle mysteries geopenbaard van Gods zesduizendjarige managementplan om de mensheid te redden. Hij heeft het pad uiteengezet waardoor de mensheid kan worden bevrijd van de zonde en kan worden gezuiverd en gered door God en Gods inherente rechtvaardige gezindheid geopenbaard en alles wat God heeft en is en Gods unieke kracht en gezag… Het woord en werk van God zijn een volledige manifestatie van de identiteit en essentie van God Zelf. Tegenwoordig heeft iedereen die God volgt Gods stem gehoord in het woord en werk van God, de manifestatie van Gods woord in het vlees gezien en is voor Gods troon gekomen en heeft Gods zuivering en vervolmaking ontvangen. Degenen in de religieuze wereld die God nog steeds ontkennen, bestrijden en verwerpen hebben dezelfde fout gemaakt als de joodse farizeeërs, en behandelen Christus van de laatste dagen, God, als elk ander gewoon mens zonder ook maar een poging te doen om alle waarheden die God heeft uitgedrukt te onderzoeken en bestuderen, en zo nagelen zij God nogmaals aan het kruis en vertoornen Gods gezindheid. Zoals je ziet is de mens, wanneer deze vasthoudt aan zijn opvattingen en verbeeldingen, en de waarheden die Christus uitdrukt niet onderzoekt en bestudeert, niet in staat om de door Christus uitgedrukte stem van God te herkennen en het werk van Christus te aanvaarden en gehoorzamen en zal hij nooit Gods redding in de laatste dagen ontvangen. Als de mens de waarheid van de incarnatie niet begrijpt, zal hij Gods werk niet kunnen aanvaarden en gehoorzamen. Hij zal Christus veroordelen en God weerstaan en waarschijnlijk zal God hem straffen en vervloeken. Dus volgens ons geloof is het om door God gered te worden zeer belangrijk dat we de waarheid bestuderen en het mysterie van de incarnatie begrijpen!
Lees meer: