Nadat iemand getrouwd is, begint hij de volgende generatie te vormen. Iemand heeft niets te zeggen over hoeveel en wat voor soort kinderen hij krijgt; ook dit is bepaald door iemands lot, voorbestemd door de Schepper. Dit is het vijfde kruispunt dat iemand moet passeren.
Als iemand geboren is om de rol van het kind van een ander te vervullen, dan voedt iemand de volgende generatie op om de rol van iemands ouder te vervullen. Deze rolverandering zorgt ervoor dat iemand verschillende levensfases vanuit verschillende perspectieven meemaakt. Het geeft iemand ook een verscheiden serie levenservaringen, waarin hij de soevereiniteit van de Schepper leert kennen, evenals het feit dat niemand de voorbestemming van de Schepper kan overschrijden of veranderen.
Geboorte, opgroeien, trouwen, allemaal leveren ze hun eigen vorm van teleurstelling op, in verschillende gradaties. Sommige mensen zijn ontevreden met hun gezinnen of hun fysieke uiterlijkheden; sommigen vinden hun ouders niet aardig; sommigen zijn verbitterd, of hebben een appeltje te schillen met de omgeving waarin ze opgroeiden. En van al deze teleurstellingen is voor de meeste mensen het huwelijk datgene wat het meest onbevredigend is. Hoe teleurgesteld iemand ook is over zijn geboorte, zijn opgroeien of zijn huwelijk, iedereen die dit alles heeft meegemaakt, weet dat iemand niet kan kiezen waar en wanneer iemand geboren was, hoe iemand eruitziet, wie zijn ouders zijn en wie zijn partner is. Iemand moet simpelweg de Hemelse wil accepteren. Maar wanneer voor mensen de tijd aanbreekt om de volgende generatie op te voeden, zullen ze al hun ongerealiseerde verlangens uit de eerste helft van hun leven op hun nakomelingen projecteren, in de hoop dat hun kroost alle teleurstellingen die zij zelf ervaren hebben in de eerste helft van hun leven zal goedmaken. Dus geven mensen zich over aan allerlei fantasieën over hun kinderen: dat hun dochters oogverblindende schoonheden zullen worden, hun zonen elegante heren; dat hun dochters gemanierd en getalenteerd zullen zijn, en hun zonen briljante studenten en topsporters; dat hun dochters zachtaardig, deugdzaam en verstandig, en hun zonen intelligent, capabel en gevoelig zullen zijn. Ze hopen dat zij, of het nu zonen of dochters betreft, hun ouders respecteren, attent zijn tegenover hun ouders, en dat zij bij allen geliefd zijn en door iedereen geprezen worden … Op dat punt ontstaat er nieuwe hoop voor het leven en worden er nieuwe passies aangewakkerd in de harten van de mensen. Mensen weten dat ze machteloos en zonder hoop zijn in dit leven, dat ze niet nog een keer een kans of hoop krijgen zich van de massa te onderscheiden en dat ze geen andere keuze hebben dan hun lot te accepteren. En daarom projecteren ze al hun hoop, hun ongerealiseerde verlangens en idealen op de volgende generatie, in de hoop dat hun kroost hen kan helpen hun dromen waar te maken en hun verlangens te realiseren; dat hun dochters en zonen de familienaam eer aandoen en belangrijk, rijk of beroemd zullen worden. Kortom, ze willen zien, dat hun kinderen baden in een weelde van geluk. De plannen en fantasieën van mensen zijn volmaakt; weten ze niet dat het aantal kinderen dat ze zullen krijgen, het uiterlijk van hun kinderen, mogelijkheden enzovoorts niet aan hen is, dat ze zelfs geen klein deel van het lot van hun kinderen in de hand hebben? Mensen zijn geen meesters over hun eigen lot, maar ze hopen wel het lot van de jongere generatie te veranderen; ze hebben geen macht om aan hun eigen lot te ontsnappen, en toch proberen ze dat van hun zonen en dochters in de hand te houden. Zijn ze zichzelf niet aan het overschatten? Is het geen menselijke dommigheid en onwetendheid? Mensen hebben alles over voor hun kroost, maar hun plannen en wensen bepalen niet hoeveel kinderen iemand heeft of hoe die kinderen zijn. Sommige mensen zijn straatarm, maar krijgen veel kinderen; sommige mensen zijn rijk, maar hebben geen enkel kind. Sommigen willen een dochter, maar hun wens wordt niet ingewilligd; sommigen willen een zoon, maar zijn niet in staat een mannelijk kind voort te brengen. Voor sommigen zijn kinderen een zegen, voor anderen een vloek. Sommige koppels zijn intelligent, maar krijgen kinderen die traag van begrip zijn; sommige ouders zijn vlijtig en eerlijk, maar de kinderen die ze opvoeden zijn lui. Sommige ouders zijn aardig en oprecht, maar krijgen kinderen die sluw en venijnig blijken te zijn. Sommige ouders hebben een gezond verstand en lichaam, maar krijgen gehandicapte kinderen. Sommige ouders zijn gewoontjes en niet succesvol, maar krijgen kinderen die buitengewone dingen bereiken. Sommige ouders zijn van lage komaf, maar hebben toch kinderen die het hoogste niveau bereiken. …
De meeste mensen die trouwen, doen dat rond hun dertigste en op dat moment van het leven heeft iemand nog geen begrip van het lot van de mens. Maar als mensen aan de opvoeding van hun kinderen beginnen, zien ze terwijl hun kroost opgroeit hoe de nieuwe generatie het leven en al die ervaringen van de vorige generatie herhaalt, zien ze hun eigen verleden in hen gereflecteerd en realiseren ze zich dat de weg die de jongere generatie bewandelt, net als die van hen, niet gepland en gekozen kan worden. Geconfronteerd met dit feit hebben ze geen andere keuze dan toe te geven dat ieders lot voorbestemd is. Zonder het echt in de gaten te hebben, zetten ze langzamerhand hun verlangens opzij, de passies in hun harten vloeien weg en sterven uit … Tijdens deze periode heeft iemand de belangrijke mijlpalen in zijn leven grotendeels al bereikt en heeft iemand een nieuw begrip van leven verkregen, zichzelf een nieuwe houding aangemeten. Wat kan iemand van deze leeftijd van de toekomst verwachten en welke vooruitzichten heeft zo iemand om naar uit te zien? Welke vijftigjarige vrouw droomt nog van de prins op het witte paard? En welke vijftigjarige man zoekt nog zijn Sneeuwwitje? Welke vrouw van middelbare leeftijd hoopt nog van een lelijk eendje te veranderen in een zwaan? Zijn de meeste oudere mannen nog net zo gericht op het maken van carrière als jonge mannen? Opgeteld, los van man of vrouw zijn, iemand die deze leeftijd heeft bereikt, heeft waarschijnlijk een redelijk rationele, praktische houding ten opzichte van huwelijk, gezin en kinderen. Zo iemand heeft in essentie geen keuzes meer, geen drang het lot uit te dagen. Wat de menselijke ervaring betreft, als je die leeftijd hebt bereikt, ontwikkel je vanzelfsprekend de houding van: “Je moet je lot accepteren, je kinderen ervaren hun eigen geluk; het lot van de mens is door de Hemel bevolen.” De meeste mensen die de waarheid niet begrijpen nadat ze al die wisselvalligheden, frustraties en ontberingen van deze wereld hebben doorstaan, zullen hun inzichten in het menselijke leven samenvatten met vier woorden: “Zo is het lot!” Ook al omvat deze zin de conclusie en het besef van wereldlijke mensen over het menselijke lot, ook al drukt het de menselijke hulpeloosheid uit en kun je het doordringend en precies noemen, het betekent nog geenszins dat deze mensen de soevereiniteit van de Schepper begrijpen en het is op geen enkele manier een vervanging voor het bezitten van kennis over het gezag van de Schepper.
Is er, nadat jullie God zoveel jaren hebben gevolgd, een wezenlijk verschil tussen wat jullie van het lot weten en wat wereldlijke mensen weten? Hebben jullie de voorbestemming van de Schepper echt begrepen, en echt de soevereiniteit van de Schepper leren kennen? Sommige mensen hebben een diepzinnig en wezenlijk begrip van de zin “Zo is het lot”, maar geloven absoluut niet in Gods soevereiniteit; zij geloven niet dat het lot van de mens geregeld en georkestreerd wordt door God, en zijn niet bereid zich te onderwerpen aan Gods soevereiniteit. Zulke mensen zijn als een losgeslagen bootje dat heen en weer slingert door de golven en met de stroming meedrijft; ze hebben geen andere keuze dan passief af te wachten en zich bij het lot neer te leggen. Maar ze erkennen niet dat het lot van de mens ondergeschikt is aan Gods soevereiniteit; op eigen initiatief kunnenze niet Gods soevereiniteit leren kennen, om zo kennis te verkrijgen van Gods gezag, zich te onderwerpen aan Gods orkestraties en regelingen, zich niet langer verzetten tegen het lot en onder Gods voorzienigheid, bescherming en leiding te leven. Met andere woorden, het lot accepteren is niet hetzelfde als zich onderwerpen aan de soevereiniteit van de Schepper. Geloof in het lot betekent niet dat men de soevereiniteit van de Schepper accepteert, erkent en kent. Geloof in het lot is slechts erkenning van de waarheid ervan en de oppervlakkige verschijnselen daarvan. Zoiets is iets heel anders dan weten hoe de Schepper het lot van de mensheid bepaalt, heel anders dan erkennen dat de Schepper de heersende bron is van het lot van alle dingen en beslist iets heel anders dan het zich onderwerpen aan Gods orkestraties en regelingen van het lot voor de mensheid. Als iemand alleen maar gelooft in het lot – zelfs als hij er diepe gevoelens over koestert – maar daardoor niet in staat is de soevereiniteit van de Schepper over het lot van de mensheid te kennen, erkennen, zich eraan te onderwerpen en het te accepteren, dan zal zijn leven evengoed tragisch zijn, een doelloos, leeg bestaan. Hij zal dan nog steeds niet onder de heerschappij van de Schepper kunnen komen, om een geschapen mens te worden in de meest ware zin van het woord en de goedkeuring van de Schepper te verkrijgen. Iemand die echt de soevereiniteit van de Schepper kent en ervaart, zou in een actieve, niet in een passieve of hulpeloze staat moeten verkeren. Naast de acceptatie dat alles door het lot bepaald is, zou zo iemand een precieze definitie van het leven en het lot moeten bezitten: ieder leven is onderworpen aan de soevereiniteit van de Schepper. Als iemand terugkijkt op de weg die hij heeft bewandeld, als hij herinneringen ophaalt over elke fase van zijn levensreis, of zijn reis nu moeizaam of soepel was, dan ziet hij dat God hem bij elke stap op zijn pad begeleidde, dat Hij iemands pad aan het uitstippelen was. Gods minutieuze regelingen en Zijn zorgzame planning waren het die iemand zonder het te weten naar vandaag hebben geleid. Om de soevereiniteit van de Schepper te kunnen accepteren, om Zijn redding te ontvangen – wat een geweldig geluk is dat! Als iemand een negatieve houding ten aanzien van het lot heeft, dan bewijst dit dat hij zich tegen alles wat God voor hem geregeld heeft verzet, dat hij geen onderdanige houding aanneemt. Als iemand een positieve houding aanneemt ten aanzien van Gods soevereiniteit over het lot van de mens en als iemand dan terugkijkt op zijn levensweg, als hij daadwerkelijk vat krijgt op Gods soevereiniteit, zal hij op een oprechte manier verlangen zich te onderwerpen aan alles wat God geregeld heeft, zal hij meer van die vastberadenheid en zelfverzekerdheid hebben om God zijn lot te laten orkestreren, en om te stoppen met zijn opstandigheid tegen God. Want als iemand het lot niet begrijpt, als iemand Gods soevereiniteit niet begrijpt, als iemand moedwillig voor zich uit tast, strompelend en wankelend door de mist, ziet hij dat de levensreis te moeilijk is, te hartverscheurend. Dus als mensen Gods soevereiniteit over het lot van de mens inzien, kiezen de slimmen onder hen ervoor het te kennen en te accepteren, vaarwel te zeggen tegen de pijnlijke dagen toen ze eigenhandig een goed leven poogden op te bouwen, en niet langer te blijven vechten tegen het lot en hun zogenaamde “levensdoelen” op hun eigen manier na te streven. Als iemand God niet heeft, als hij Hem niet kan zien, als hij Gods soevereiniteit niet duidelijk kan inzien, dan is elke dag betekenisloos, waardeloos, ellendig. Waar iemand ook is, wat zijn werk ook is, zijn middelen van bestaan en het nastreven van zijn doelen brengen hem niets dan eindeloos hartzeer en blijvend lijden, zo erg dat hij het niet verdragen kan om terug te kijken naar zijn verleden. Alleen als iemand de soevereiniteit van de Schepper accepteert, zich onderwerpt aan Zijn orkestraties en bepalingen en een waar mensenleven zoekt, zal hij langzamerhand beginnen vrij te komen van alle hartzeer en lijden en alle leegte van het leven kwijtraken.
Omdat mensen Gods orkestraties en Gods soevereiniteit niet inzien, confronteren ze het lot altijd uitdagend en met een opstandige houding en willen ze altijd Gods gezag en soevereiniteit en de dingen die het lot voor hen in petto heeft, van zich afschudden, tevergeefs hopend hun huidige omstandigheden en hun lot te veranderen. Maar ze kunnen nooit slagen en worden telkens weer gehinderd. Deze strijd, die zich diep in iemands ziel afspeelt, brengt diepe pijn teweeg, een soort pijn dat in iemands botten wordt gegrift terwijl men zijn leven verspilt. Wat is de oorzaak van deze pijn? Is het vanwege Gods soevereiniteit, of omdat iemand ongelukkig is geboren? Kennelijk is dat allebei niet waar. Uiteindelijk komt dit door de wegen die mensen bewandelen, de wegen die ze kiezen voor het beleven van hun leven. Sommige mensen hebben zich deze dingen misschien niet gerealiseerd. Maar als je echt weet, als je echt gaat inzien dat God soevereiniteit heeft over het menselijk lot, als je echt gaat begrijpen dat alles wat God voor je gepland en besloten heeft een groot voordeel en bescherming is, dan voel je dat je pijn lichter begint te worden en wordt je hele wezen ontspannen, vrij, bevrijd. Te oordelen naar de gesteldheid waarin de meeste mensen verkeren, kunnen ze objectief gezien niet echt grip krijgen op de praktische waarde en betekenis van de soevereiniteit van de Schepper over het lot van de mens, al willen ze, subjectief gezien, niet blijven leven als voorheen, en willen ze dat hun pijn verdwijnt. Objectief gezien, kunnen ze de soevereiniteit van de Schepper niet echt herkennen en zich eraan onderwerpen, en nog minder weten ze hoe ze de orkestraties en regelingen van de Schepper moeten zoeken en accepteren. Dus als mensen niet echt kunnen erkennen dat de Schepper de soevereiniteit heeft over het lot van de mens en over alle menselijke kwesties, als ze zich niet echt kunnen onderwerpen aan de heerschappij van de Schepper, dan zal het moeilijk voor hen zijn om niet te worden gedreven en gekluisterd door het idee dat ‘iemand zijn lot in eigen handen heeft’. Het zal het moeilijk voor hen zijn om de pijn kwijt te raken van hun intense strijd tegen het lot en het gezag van de Schepper. Het is overbodig te zeggen dat het dan ook moeilijk zal zijn om echt bevrijd te worden en vrij, om mensen te worden die God aanbidden. Maar er is een buitengewoon eenvoudige manier waarop iemand zich uit deze gesteldheid kan bevrijden, en die houdt in: afscheid nemen van zijn vroegere manier van leven en van zijn eerdere doelen in het leven; samenvatten en analyseren van zijn vorige levensstijl, levensvisie, bezigheden, verlangens en idealen en ze daarna vergelijken met Gods wil en eisen voor de mens, en nagaan of één daarvan in overeenstemming is met Gods wil en eisen, en of één daarvan de juiste waarden van het leven oplevert, iemand tot een groter begrip brengt van de waarheid en het voor iemand mogelijk maakt om te leven met menselijkheid en met de gelijkenis van een menselijk wezen. Als je de verschillende levensdoelen die mensen nastreven en hun talloze manieren van leven herhaaldelijk onderzoekt en zorgvuldig ontleedt, zul je merken dat geen daarvan overeenkomt met de oorspronkelijke intentie van de Schepper waarmee Hij de mensheid schiep. Ze trekken allemaal de mensen weg van de soevereiniteit en zorg van de Schepper; het zijn allemaal valkuilen die ervoor zorgen dat de mensheid verloedert en die hen naar de hel leiden. Nadat je dit hebt onderkend, is het jouw taak om je oude kijk op het leven opzij te zetten, ver van de verschillende valkuilen vandaan te blijven. Laat God de leiding nemen over je leven en regelingen treffen voor jou. Probeer je alleen maar te onderwerpen aan Gods orkestraties en leiding, leef zonder een eigen keus te hebben en word iemand die God aanbidt. Dit klinkt eenvoudig, maar is lastig om te doen. Sommige mensen kunnen de pijn verdragen, anderen niet. Sommigen zijn bereid hieraan te voldoen, anderen niet. Degenen die niet bereid zijn, ontbreekt het aan de wens en het verlangen om dit te doen. Ze zijn zich duidelijk bewust van Gods soevereiniteit, weten heel goed dat het God is die plannen maakt en het lot van de mens regelt, en toch komen ze in opstand en stribbelen ze tegen en blijven zich er niet mee verzoenen om hun lot in Gods hand te leggen en zich te onderwerpen aan Gods soevereiniteit; bovendien hebben ze een hekel aan Gods orkestraties en regelingen. Er zullen dus altijd mensen zijn die willen zien waar ze zelf toe in staat zijn; ze willen hun lot met hun eigen twee handen veranderen of geluk op eigen kracht bereiken, om te zien of ze de grenzen van Gods gezag kunnen overschrijden en boven Gods soevereiniteit kunnen uitstijgen. Het tragedie van de mens is niet dat hij een gelukkig leven zoekt, niet dat hij roem en rijkdom najaagt of tegen zijn eigen lot worstelt door de mist, maar dat nadat hij het bestaan van de Schepper heeft gezien, nadat hij heeft geleerd dat de Schepper soevereiniteit heeft over het menselijk lot, hij er nog steeds niet in slaagt zich beter te gedragen, zijn voeten niet uit de drek kan halen, maar zijn hart verhardt en zijn fouten blijft maken. Hij wil liever in de modder blijven liggen, koppig tegen de soevereiniteit van de Schepper strijden, zich er tot aan het bittere einde tegen verzetten, allemaal zonder het geringste berouw. Pas als hij tot bloedens toe beschadigd is, besluit hij eindelijk op te geven en terug te keren. Dit is echt menselijk verdriet. Daarom zeg ik, degenen die ervoor kiezen om zich te onderwerpen zijn wijs en degenen die ervoor kiezen om zich eraan te ontworstelen en te ontsnappen zijn inderdaad dwaas.
Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke III