Ik heb de weg gevonden om van zonde gezuiverd te worden
Als christen, die jaren in de Heer heeft geloofd, heb ik vaak predikanten in hun preken horen zeggen: “Gelovigen zoals wij zijn verlost van onze zonden en hebben absolutie ontvangen. Wanneer de Heer terugkeert, zal Hij ons rechtstreeks opnemen in het hemels koninkrijk.” Maar terwijl ik ongeduldig wachtte tot de Heer Jezus terugkeerde en ons zou meenemen naar het hemels koninkrijk, gebeurde er iets dat bijzonder pijnlijk en verwarrend voor mij was.
Hoewel ik vaak de Schrift las, bad en bijeenkomsten bijwoonde nadat ik een gelovige was geworden, was het een dilemma voor mij dat ik mezelf vaak niet in staat voelde om de leringen van de Heer in mijn dagelijks leven toe te passen. Ik wist heel goed dat de Heer ons had opgedragen om onze naaste lief te hebben als onszelf en om anderen zeventig keer zeven keer te vergeven, maar elke keer als mijn man niet naar mij luisterde of iemand om me heen iets deed wat ik niet leuk vond, kon ik het niet nalaten boos te worden. Hoewel ik me schuldig en berouwvol voelde en vaak tot God bad en biechtte, kon ik mezelf steeds niet beheersen wanneer ik in een andere situatie kwam. Bovendien kon ik de verleiding van aangetrokken of verleid te worden door de trends van de wereld niet overwinnen – ik volgde altijd de wereldse trends. Ik was weg van prachtige kleding en make-up, bewonderde de etalages en was constant aan het nadenken over het kopen van dingen en het kijken van etalages. Mijn hart was volledig vervuld van materiële genoegens en ik besteedde meer tijd aan dat soort dingen dan aan mijn devotie of het lezen van de Schrift. Na een tijdje kwam ik zelfs op het punt dat ik steeds minder graag de Bijbel las en ik wilde ook niet echt naar de kerkdiensten gaan. Ik wist dat de Heer dat soort gedrag niet leuk vindt, dus in een poging om niet verder te gaan op die weg van verdorvenheid, dwong ik mezelf om de Bijbel te lezen en online naar preken te zoeken. Maar hoewel ik me aan mijn plan hield, had ik er innerlijk gewoon geen plezier in en mijn leven raakte verwijderd van de woorden van de Heer. Ik sprak hierover ook met mijn kerkvrienden, maar iedereen zei enkel dat Hij me, zolang ik maar meer bad, genade en liefde zou tonen, dat Hij me zou vergeven en onze zonden zou vergeven. Ik voelde geen verlichting door hun antwoorden omdat heel duidelijk in de Bijbel staat: “Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien” (Hebreeën 12:14). “Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de zonden meer mogelijk” (Hebreeën 10:26). Als de Heer geen grenzen stelt aan het vergeven, zoals iedereen zei, zouden onze zonden vergeven zijn zolang we maar bidden tot de Heer. Dus waarom zegt de Bijbel dan dat als we opzettelijk zondigen nadat we de kennis van de waarheid hebben opgedaan, er geen opoffering meer zal zijn voor zonden? Hoe kunnen we het hemels koninkrijk binnengaan zonder offer voor zonden? Ik wist gewoon geen raad met deze vragen in mijn hart. Ik was hierover vaak overstuur en bad tot de Heer: “O Heer, ik bega constant zonden, die ik vervolgens biecht; ik heb zoveel zorgen. Wat kan ik doen om aan de banden van zonde te ontsnappen? Waar kan ik het antwoord vinden? Heer, vertel me alstublieft wat uw wil hierin is! Amen.”
In januari 2018 ontmoette ik online een paar zusters uit China en door met hen te praten, merkte ik dat ze heel vrome christenen waren. We spraken over allerlei dingen met betrekking tot geloof en na een periode vol interactie begon ik me heel intiem met hen te voelen, we konden ons hart echt voor elkaar openstellen. Ze waren ook heel devoot in hun leven en hadden een uniek begrip van en inzicht in de Bijbel. Hun communicatie was echt verhelderend en plezierig – ik vond het echt leuk om met hen de Schrift door te spitten.
Eens vertelde zuster Susan me heel serieus: “De Heer is al teruggekeerd en Hij doet het werk van de laatste dagen; oordelen, reinigen en de mensheid redden.”
Het schokte me om dit te horen en ik zei: “De Heer Jezus is al gekruisigd en verloste ons van onze zonden, zo voltooide Hij Zijn werk. Wanneer de Heer terugkomt, zou Hij ons dan niet direct in het hemels koninkrijk brengen? Waarom zou Hij ook het werk van oordeel doen? Zou het kunnen dat Zijn werk niet is voltooid?”
Als antwoord communiceerde zuster Lucy dit aan mij: “Het is zeker waar dat het werk van de Heer Jezus om aan het kruis te worden genageld, is voltooid en dat we verlost zijn van onze zonden, dat we absolutie hebben gekregen. Betekent verlossing echter dat we het hemels koninkrijk kunnen binnengaan? Laten we een passage van Gods woorden lezen, dan zullen we het begrijpen. ‘De mens […] zijn zonden werden hem vergeven, maar het werk moest nog worden verricht om de mens vrij te maken van de verdorven satanische gezindheid binnenin hem. Alleen vanwege zijn geloof werd de mens gered en werden zijn zonden hem vergeven, maar de zondige natuur van de mens was niet weggevaagd en bleef nog steeds in hem. De zonden van de mens werden vergeven door bemiddeling van de vleesgeworden God, maar dit wil niet zeggen dat de mens geen zonde meer in zich heeft. De zonden van de mens konden door het zondoffer worden vergeven, maar voor het probleem hoe de mens dan niet meer tot zonde kan worden gebracht, en hoe zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en getransformeerd, voor dat probleem heeft hij geen oplossing. De zonden van de mens werden vergeven en dit is het gevolg van het werk van Gods kruisiging, maar de mens bleef leven in de verdorven satanische gezindheid van weleer. Dit is de reden dat de mens volledig moet worden gered van zijn verdorven satanische gezindheid, zodat zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en niet meer zal opkomen, waardoor de gezindheid van de mens kan worden getransformeerd. Hiertoe moet de mens het pad naar groei in het leven, de weg van leven en de weg naar verandering van gezindheid begrijpen. Bovendien moet de mens handelen in overeenstemming met dit pad, zodat zijn gezindheid geleidelijk kan veranderen en hij kan leven in het schijnende licht, zodat al wat hij doet in overeenstemming is met de wil van God, zodat hij zijn verdorven satanische gezindheid kan uitbannen en hij kan losbreken van Satans duistere invloed en volledig van de zonde zal loskomen. Alleen dan zal de mens volledige redding ontvangen.’”
Nadat zij deze woorden van God had gelezen, communiceerde zuster Susan aan ons: “We kunnen uit Gods woorden leren dat wat de Heer Jezus deed, het verlossingswerk was. Hij gaf ons absolutie voor onze zonden, redde ons van de zonde. Gered worden betekent alleen maar niet langer veroordeeld worden, omdat we ons niet aan de wet kunnen houden en dat we de genade van de redding van de Heer krijgen. Het betekent: gekwalificeerd worden om voor de Heer te verschijnen, tot Hem te bidden, te biechten en spijt te hebben en te genieten van de genade en zegeningen die de Heer ons schenkt. Onze zondige aard is echter niet weggenomen. We leven nog steeds in een staat van zondigen en dan biechten. Bijvoorbeeld: in onze interacties met anderen in ons dagelijks leven geven we vaak blijk van een arrogante gezindheid en willen we altijd dat andere mensen naar ons luisteren en zich aan ons onderwerpen. Hoewel we in de Heer geloven, heeft Hij niet echt een plaats in ons hart. Net als altijd begeren we de wereldse dingen en jagen we achter seculiere trends aan. In hun streven naar wereldse glorie, rijkdom en genot van het vlees verlaten sommige mensen God zelfs volledig. Hoe kunnen mensen zoals wij, die in zonde leven, het waard zijn om Gods koninkrijk binnen te gaan? De Heer Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. Nu blijft een slaaf niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft wel voor eeuwig’ (Johannes 8:34-35). De woorden van de Heer waren heel duidelijk. Er kunnen geen dienstknechten van de zonde in Gods koninkrijk zijn en omdat we nog steeds vaak zondigen, zijn dus we niet gekwalificeerd om Gods koninkrijk binnen te gaan. Daarom hebben we nog een andere fase van Gods reddingswerk nodig, zodat we gereinigd kunnen worden van onze zonden en we verenigbaar kunnen worden met God. Anders kunnen we Gods goedkeuring niet krijgen om het hemels koninkrijk binnen te gaan.”
Elk woord van Gods woorden en de communicatie van deze zuster, trilde diep in mij na. Dus het werk van de Heer Jezus was eigenlijk gewoon het werk van verlossing, zodat de Heer ons vrijpleit van zonde; het was de genade van de Heer ons niet langer te zien als zondaars. Maar dat betekende niet dat we zonder zonde waren, onbedoezeld. We kunnen het niet helpen nog vaak te zondigen en dit is allemaal omdat we nog steeds een zondige aard hebben. Ik dacht aan hoe ik omging met mijn man – ik wilde dat hij in alles naar me luisterde en als hij dat niet deed, verloor ik mijn geduld. Ik ging ook mee met seculiere trends en mijn hart was bezig met materiële dingen. Ik kon niet eens goed de bijeenkomsten bijwonen of de Schrift lezen. Hoewel ik zo vaak bad en biechtte tot de Heer, bleef ik gewoon non-stop zondigen. Dat was allemaal omdat ik werd gestuurd door mijn satanische aard. Geen wonder dat Paulus dit zei: “Immers, ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet” (Romeinen 7:18). Onze zondige aard zit nog steeds diep in ons verankerd en zelfs als we de waarheid willen beoefenen en God tevreden willen stellen, kunnen we gewoon niet anders dan zondigen en God weerstaan. We zijn vol vuiligheid en echt onwaardig om Gods koninkrijk binnen te gaan. Toen ik me dat realiseerde, vroeg ik snel: “Je zegt dat de Heer Jezus het werk van verlossing heeft gedaan, dat wanneer de Heer komt in de laatste dagen Hij een stap zal doen van werk om ons van onze zonden te verlossen. Dus hoe zal Hij dit werk doen?”
Zuster Susan glimlachte en zei: “Zuster, je hebt net een heel belangrijke vraag gesteld. Het is zo dat er profetieën hierover in de Bijbel staan, zoals: ‘En als iemand mijn woorden hoort en ze niet gelooft, zal ik niet over hem oordelen: Want ik kwam niet naar de aarde om te oordelen, maar om de wereld te redden. Hij die mij verwerpt en mijn woorden niet ontvangt, wordt geoordeeld: Het woord dat ik heb gesproken zal hetzelfde zijn dat hem op de laatste dag zal oordelen’ (Johannes 12:47-48). ‘Besef goed dat de tijd van het oordeel is aangebroken. Dat oordeel begint bij Gods eigen mensen. Als het bij ons begint, hoe zal het dan aflopen met hen die weigeren het evangelie van God te aanvaarden?’ (1 Petrus 4:17). We kunnen van deze bijbelverzen leren dat de Heer, in de laatste dagen wanneer Hij komt, alle waarheden zal uitdrukken die we nodig hebben, zodat we de waarheid kunnen begrijpen en binnengaan – dit is een voortzetting van het verlossingswerk van de Heer Jezus, de stap van het oordeelswerk, dat begint bij Gods huis, om de mens te zuiveren en te vervolmaken. Dit zal duidelijk worden na het lezen van deze twee passages van de woorden van de Almachtige God. Gods woorden zeggen: “Het werk dat God doet in dit tijdperk is voornamelijk het voorzien in de woorden voor het leven van de mens, de onthulling van het wezen van de aard van de mens en de verdorven gezindheid van de mens, de eliminatie van godsdienstige opvattingen, feodale denkpatronen, achterhaalde denkpatronen, alsmede de kennis en cultuur van de mens. Dit moet allemaal worden blootgelegd en weggezuiverd door Gods woorden.” “In de laatste dagen gebruikt Christus een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, het wezen van de mens te ontmaskeren, en zijn woorden en daden te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden, zoals de plicht van de mens, hoe de mens God moet gehoorzamen, hoe de mens trouw moet zijn aan God, hoe de mens een normale menselijkheid moet naleven, alsook de wijsheid en de gezindheid van God, enzovoort. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met slechts een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid die de mens in het geheel niet bezit. Alleen dit soort methoden wordt beschouwd als oordeel; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig overtuigd worden om zich aan God te onderwerpen, en daarenboven ware kennis van God te vergaren. Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben. Dit werk is het werk van oordeel gedaan door God.”
Zuster Susan bleef met ons communiceren. “Gods woorden laten ons zien dat Hij in de laatste dagen woorden gebruikt om het oordeelswerk te doen. Alle woorden die door Hem tot uitdrukking worden gebracht, bevatten Gods rechtvaardige gezindheid, evenals wat Hij heeft en is, de mysteries van Zijn managementplan, plus Zijn doel en wil bij de redding van de mensheid. Bovendien drukken ze de wortel uit van de zondigheid en de weerstand van mensen tegen God, de waarheid van de verdorvenheid van de mens, evenals de uiteindelijke bestemming en het eindresultaat van de mensheid − ze bevatten al deze aspecten van de waarheid. Dit zijn allemaal woorden die voeding bieden voor ons leven. Allen die Gods werk van oordeel en tuchtiging ondergaan in de laatste dagen, ervaren Gods onderzoek van de diepste diepten van ons hart. Zijn woorden zijn als een scherp zwaard, dat onze satanische aard van verraad tegen God en de verachtelijke motieven die in ons hart zijn gehuisvest doorsnijden en onthullen. Ze stellen zelfs het satanische denken bloot, dat het diepst verborgen zit in ons hart en dat anderen niet weten. Dit toont ons hoe diep we zijn verdorven door Satan, zowel op kleine wijze zoals ons gedrag en de behandeling van anderen in ons leven, als op grotere manieren zoals onze perspectieven op geloof en het feit dat de paden die we nemen volledig afhankelijk zijn van de wereldse filosofieën en overlevingswetten van Satan. Door Zijn woorden zien we in dat we van nature vol arrogantie, oneerlijkheid, bedrog, hebzucht, kwaad, zelfzucht en verachtelijkheid zitten en zelfs degenen onder ons die in God geloven, doen dat om zegeningen te ontvangen, om beloond te worden. We realiseren ons dat het helemaal niet is om de waarheid na te leven, het leven te verkrijgen of als waarlijke mensen te leven en dat we echt niet waardig zijn een leven voor God te leven. Dan beginnen we spijt te krijgen en haten we onszelf vanuit ons hart. Tegelijkertijd hebben we een zeer diepe ervaring met het gezag en de kracht van Gods woorden, evenals van Zijn rechtvaardige, heilige en onschendbare gezindheid; we kunnen het niet helpen, maar werpen ons voor God neer, betuigen spijt tot God en veranderen wat we doen en verafschuwen onze eigen satanische aard. Zo accepteren we blijmoedig Gods oordeel en tuchtiging, brengen de waarheid in praktijk en besluiten nieuwe mensen te worden, om God tevreden te stellen.”
Zuster Lucy zei met emotie: “Het is waar! We zouden nooit werkelijk onze eigen verdorven gezindheid, aard en essenties kennen zonder de openbaringen en het oordeel van Gods woorden. We zijn duidelijk erg verdorven, maar we voelen nog steeds dat we eervol zijn en we denken dat we gekwalificeerd zijn om door de Heer opgenomen te worden in het hemels koninkrijk. Ik dacht altijd aan mezelf als een warm, zachtaardig persoon; ik heb nooit ruzie gemaakt met iemand. En nadat ik een gelovige was geworden, was ik echt welgemanierd en deed veel goede dingen, dus ik dacht dat ik een goed persoon was en als de Heer zou komen, zou ik rechtstreeks naar het hemels koninkrijk worden gebracht. Maar na het accepteren van het werk van de Almachtige God van de laatste dagen, was het alleen door wat Gods woorden onthulden, dat ik met helderheid zag dat ik alleen maar 'goed' was voor de show en dat ik niet echt goed was. Mijn motivatie om die dingen te doen was om geprezen te worden door anderen, om mensen naar me op te laten kijken. De manier waarop ik mezelf gedroeg, was om een perfect beeld in andermans ogen te neer te zetten. Bovendien overtrad ik de leringen van de Heer regelmatig en was ik telkens rebels en kwetsend voor God, eveneens arrogant en niet bereid om ook maar naar iemand te luisteren. Voor mijn eigen belang loog ik ook geregeld en deed ik achterbakse dingen. Ik hemelde mezelf vaak op en getuigde daarvan, worstelde met God voor een plekje in de harten van mensen. Ik liep het pad van de aartsengel. Toen ik hierover nadacht, voelde ik me echt beschaamd en schuldig; ik verfoeide, ik haatte mezelf. Ik heb nooit meer opgeschept over hoe goed ik was, noch beschouwde ik mezelf gekwalificeerd om het hemels koninkrijk binnen te gaan. In plaats daarvan werd ik bereid om echt, oprecht het oordeel en de tuchtiging van Gods woorden te aanvaarden en mijn verdorven karakter af te werpen. Het waren Gods woorden die me wekten uit mijn ideeën en inbeeldingen, die ervoor zorgden dat ik mijn ware staat erkende en dat ik het pad opstapte van het nastreven van de waarheid en gezindheidsverandering. Dit alles was de vrucht van Gods werk van de laatste dagen.”
Ik was echt ontroerd door wat de zusters communiceerden – het toonde me dat ik me aan mijn eigen ideeën en inbeeldingen had vastgeklampt en de hele tijd heel duidelijk zondigde, maar nog steeds wachtte op de terugkeer van de Heer en verwachtte dat Hij me zou opnemen in het hemels koninkrijk. Dat is echt onrealistisch. Ik dank God dat Hij me, door de getuigenis van de zusters over Gods werk van oordeel en hun eigen ervaring, een praktisch pad heeft getoond om de zonde af te werpen. Ik geloof dat, zolang ik Gods werk van oordeel aanvaard en onderga, ik gezuiverd kan worden van zondigheid en een kans heb om het hemels koninkrijk binnen te gaan.
Ik zei blij: “Dank de Heer! Hoewel ik het werk van het oordeel van Almachtige God nog niet heb ervaren, kan ik door jouw ervaring echt Gods liefde en redding voor ons voelen. Vanaf nu zou ik graag meer met jullie tweeën willen communiceren, zodat ik meer kan begrijpen over het werk van Almachtige God en jullie eigen ervaringen en getuigenissen.” Ze waren enthousiast dit te horen.
Na een periode van zoeken, onderzoek en verzamelen met die zusters, begon ik meer en meer van de waarheid te begrijpen. Ik besloot overtuigd dat Almachtige God echt de teruggekeerde Heer Jezus is, dus aanvaardde ik heel gelukkig Zijn werk van de laatste dagen – ik voelde me zo warm in mijn hart. Ik geloof dat God zeer genadig met mij is geweest. Hij beantwoordde niet alleen mijn gebeden, maar leidde me ook om Zijn stem te horen en een van de wijze maagden te worden. God zij dank!
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.