De hoofdpersoon komt uit een christelijk gezin en wordt later predikant in een huiskerk. Hij gelooft dat rechtvaardiging door geloof de weg is naar het hemelse koninkrijk. Later leest hij echter Gods woorden in de Bijbel: “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is” (Matteüs 7:21). “Jullie moeten dus heilig zijn, want ik ben heilig” (Leviticus 11:45). Hij snapt er niets van. Mensen die niet heilig zijn, kunnen de Heer niet zien en toch, ondanks dat hij al vele jaren in de Heer gelooft, zondigt en belijdt hij nog steeds en is hij niet in staat om heiligheid te verwerven. Hij vraagt zich af: zal ik in de hemel komen? Hij bestudeert de Bijbel aandachtig en bezoekt dominees en ouderlingen uit binnen- en buitenland om ze hiernaar te vragen, maar hij krijgt geen antwoorden. Net als hij wil stoppen met zoeken, hoort hij Almachtige Gods evangelie van het koninkrijk. Nadat hij Almachtige Gods woorden heeft gelezen, begrijpt hij eindelijk dat hij Gods oordeel in de laatste dagen moet ondergaan en moet worden gezuiverd van verdorven gezindheden om in de hemel te komen. Zo vindt hij eindelijk de weg naar het hemelse koninkrijk.
Een deel van het materiaal uit deze video is afkomstig van:
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap. https://debijbel.nl