“Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien” (Hebr. 12:14).
“Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen” (Joh. 12:47–48).
“Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens. Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus de zonden van de mensheid als zondoffer op Zich nam, maar ook dat God nog belangrijker werk uitvoerde om de mens volledig te ontdoen van zijn gezindheid die door Satan was verdorven. Daarom keerde God nadat de zonden van de mensen waren vergeven terug in het vlees om de mens naar een nieuw tijdperk te leiden. Hij begon het werk van tuchtiging en oordeel, waardoor de mens in een hogere sfeer terechtkwam. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en een rijkere zegen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en de waarheid, de weg en het leven verkrijgen.”
“Jezus’ werk was in die tijd de verlossing van de hele mensheid. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je geen zondaar meer, dan zou je van je zonden worden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren: op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn.”
“Toen Jezus Zijn werk deed, had de mens nog maar een vage en onduidelijke kennis over Hem. De mens heeft altijd gedacht dat Hij de zoon van David was en verkondigde Hem als een grote profeet, de liefdadige Heer die de mens van zijn zonden verloste. Sommigen werden, door de kracht van hun geloof, alleen al genezen door het aanraken van Zijn mantel: de blinden konden zien en zelfs de doden konden tot leven worden gewekt. De mens was echter niet in staat om de diepgewortelde verdorven satanische gezindheid in zichzelf te ontdekken, noch wist hij hoe hij zich ervan kon ontdoen. De mens ontving veel genade, zoals de vrede en het geluk van het vlees, het geloof van een lid dat zegen bracht aan een hele familie, de genezing van ziekte, enzovoort. De rest bestond uit de goede daden van de mens en zijn goddelijke verschijning. Als de mens zo kon leven, werd hij beschouwd als een aanvaardbare gelovige. Alleen dit soort gelovigen kan na de dood de hemel binnengaan, wat betekent dat ze gered zijn. Maar tijdens hun leven hebben deze mensen de weg van het leven absoluut niet begrepen. Alles wat ze deden, was zondigen om vervolgens hun zonden te belijden. Dit gebeurde in een constante cyclus zonder dat ze iets ondernamen om hun gezindheid te veranderen. Dit was de toestand van de mens in het Tijdperk van Genade. Heeft de mens volledige redding ontvangen? Nee! Daarom bleef na beëindiging van die werkfase het werk van het oordeel en tuchtiging over. Deze fase is bedoeld om de mens te zuiveren door middel van het woord en hem daarmee op een weg te leiden die hij volgen kan. Deze fase zou niet vruchtbaar en zinvol zijn als het verder ging met het uitdrijven van demonen, want het zou de zondige natuur van de mens niet uitbannen en de vergeving van zonden zou bij de mens tot stilstand komen. Door het zondoffer zijn de zonden van de mens vergeven, want het werk van de kruisiging is reeds beëindigd en God heeft gezegevierd over Satan. Maar omdat de verdorven gezindheid van de mens nog steeds in hem is, kan de mens nog steeds zondigen en tegen God in opstand komen, en heeft God de mensheid niet gewonnen. Daarom gebruikt God in deze werkfase het woord om de verdorven gezindheid van de mens bloot te leggen, waardoor hij praktiseert in overeenstemming met het juiste pad. Deze fase heeft meer betekenis dan de vorige en is eveneens vruchtbaarder, want nu is het het woord dat het leven van de mens rechtstreeks voedt en dat het mogelijk maakt dat de gezindheid van de mens volledig wordt vernieuwd. Het is een veel grondigere werkfase. De incarnatie in de laatste dagen heeft de betekenis van Gods incarnatie dus compleet gemaakt en heeft Gods managementplan voor de redding van de mens volledig afgerond.”
“Je weet alleen dat Jezus zal nederdalen tijdens de laatste dagen, maar hoe precies zal Hij nederdalen? Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven.”
“Ondanks alles waarvan de mens wellicht verlost is en waarvan zijn zonden hem vergeven zijn, kan dit alleen worden opgevat in de zin dat God Zich de overtredingen van de mens niet herinnert en hem niet overeenkomstig behandelt. Wanneer de mens, die leeft in een lichaam van vlees, echter niet van zonde is vrijgemaakt, kan hij alleen maar blijven zondigen en eindeloos zijn verdorven satanische gezindheid blijven openbaren. Dit is het leven dat de mens leidt: een eindeloze cyclus van zondigen en vergeven worden. De meeste mensen zondigen overdag en belijden dit ’s avonds weer. Zelfs als het zondoffer voor de mens voor altijd van kracht blijft, zal het de mens op deze manier niet redden van de zonde. Slechts de helft van het reddingswerk is afgerond, want de gezindheid van de mens is nog steeds verdorven.”
“Voor de mens besloot Gods kruisiging het werk van Gods vleeswording, verloste het de hele mensheid en was Hij in staat om de sleutel tot het dodenrijk te bemachtigen. Iedereen denkt dat Gods werk volledig is volbracht. In feite is voor God nog maar een klein gedeelte van Zijn werk volbracht. Hij heeft de mensheid slechts verlost; Hij heeft de mensheid niet overwonnen, laat staan de lelijkheid van Satan in de mens veranderd. Vandaar dat God zegt: “Hoewel mijn geïncarneerde vlees de pijn van de dood heeft ondergaan, was dat niet het hele doel van mijn vleeswording. Jezus is mijn geliefde Zoon en werd voor mij aan het kruis genageld, maar Hij heeft mijn werk niet volledig afgerond. Hij heeft er maar een deel van gedaan.” Dus begon God de tweede ronde met plannen om het werk van de vleeswording voort te zetten. Gods ultieme bedoeling is iedereen die is gered uit Satans handen te vervolmaken en te winnen, daarom maakte God Zich wederom op om gevaren te riskeren door in het vlees te komen.”
“Het werk van de laatste dagen is het spreken van woorden. Woorden kunnen grote veranderingen teweegbrengen in de mens. De veranderingen die in deze mensen plaatsvinden na het aanvaarden van deze woorden, zijn veel groter dan de veranderingen die plaatsvinden na het aanvaarden van de wonderen en tekenen in het Tijdperk van Genade. Want in het Tijdperk van Genade werden demonen uitgedreven door gebed en oplegging van handen, maar de verdorven gezindheid binnenin de mens bleef aanwezig. De mens werd genezen van ziekte en zijn zonden werden hem vergeven, maar het werk moest nog worden verricht om de mens vrij te maken van de verdorven satanische gezindheid binnenin hem. Alleen vanwege zijn geloof werd de mens gered en werden zijn zonden hem vergeven, maar de zondige natuur van de mens was niet weggevaagd en bleef nog steeds in hem. De zonden van de mens werden vergeven door bemiddeling van de vleesgeworden God, maar dit wil niet zeggen dat de mens geen zonde meer in zich heeft. De zonden van de mens konden door het zondoffer worden vergeven, maar voor het probleem hoe de mens dan niet meer tot zonde kan worden gebracht, en hoe zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en getransformeerd, voor dat probleem heeft hij geen oplossing. De zonden van de mens werden vergeven en dit is het gevolg van het werk van Gods kruisiging, maar de mens bleef leven in de verdorven satanische gezindheid van weleer. Dit is de reden dat de mens volledig moet worden gered van zijn verdorven satanische gezindheid, zodat zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en niet meer zal opkomen, waardoor de gezindheid van de mens kan worden getransformeerd. Hiertoe moet de mens de weg naar groei in het leven, de weg van leven en de weg naar verandering van gezindheid begrijpen. Bovendien moet de mens handelen in overeenstemming met deze weg, zodat zijn gezindheid geleidelijk kan veranderen en hij kan leven in het schijnende licht, zodat al wat hij doet in overeenstemming is met de wil van God, zodat hij zijn verdorven satanische gezindheid kan uitbannen en hij kan losbreken van Satans duistere invloed en volledig van de zonde zal loskomen. Alleen dan zal de mens volledige redding ontvangen.”
“Daarom is het dus niet door de genezing van ziekte en het uitdrijven van demonen dat de mens volledig kan worden gered van zijn zonden. Evenmin kan hij compleet gemaakt worden door de manifestatie van wonderen en tekenen. Het gezag om ziekte te genezen en demonen uit te drijven levert de mens alleen maar genade op, maar het vlees van de mens behoort nog steeds tot Satan en de verdorven satanische gezindheid is nog steeds in de mens achtergebleven. Met andere woorden: dat wat nog niet gereinigd is, behoort nog steeds tot zonde en vuiligheid. Pas nadat hij met behulp van het woord is gereinigd, kan hij worden gewonnen door God en een geheiligd mens worden. Toen de demonen uit de mens waren verdreven en hij was verlost, betekende dit alleen dat hij uit de handen van Satan was gerukt en terug bij God was gekomen. Zonder reiniging of verandering door God blijft hij echter een verdorven mens. Er is nog steeds vuil, verzet en ongehoorzaamheid in de mens. De mens is alleen teruggekeerd tot God door Zijn verlossing, maar hij heeft niet de geringste kennis van God en is nog steeds weerspannig tegen Hem en ongehoorzaam. Voordat de mens werd verlost, waren al heel wat soorten vergif van Satan bij hem ingebracht en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig tot de troon van God terugkeren. Al het werk dat op deze dag wordt gedaan, is dusdanig dat de mens gezuiverd en veranderd kan worden. Door het oordeel en de tuchtiging door het woord en door de loutering kan de mens zijn verdorvenheid uitdelgen en rein worden gemaakt. Beter nog dan deze werkfase als een fase van redding te beschouwen, zou het treffender zijn om te zeggen dat deze het werk is van zuivering.”
“De essentie van Gods werk van tuchtiging en oordeel is om de mensheid te zuiveren en het is voor de dag van definitieve rust. Anders zal de hele mensheid niet in staat zijn haar eigen soort te volgen of de rust binnen te gaan. Dit werk is de enige weg van de mensheid om de rust in te gaan. Alleen Gods zuiveringswerk zal de mensheid van haar ongerechtigheid reinigen en alleen Zijn werk van tuchtiging en oordeel zal die ongehoorzame dingen onder de mensheid aan het licht brengen en daardoor degenen scheiden die gered kunnen worden van hen die dat niet kunnen, en zij die zullen overblijven van degenen die dat niet zullen. Wanneer Zijn werk klaar is, zullen de mensen die overblijven worden gezuiverd en zij zullen genieten van een meer wonderbaarlijk tweede menselijk leven op aarde, omdat zij een hogere sfeer van menselijkheid binnengaan; met andere woorden, ze zullen de rustdag van de mensheid ingaan en samenleven met God. Nadat degenen die niet kunnen blijven tuchtiging en oordeel hebben ondergaan, zullen hun oorspronkelijke vormen volledig worden geopenbaard, waarna ze allemaal vernietigd zullen worden en, net als Satan, niet meer op de aarde mogen overleven. De mensheid van de toekomst zal niet langer dit soort mensen bevatten; deze mensen zijn niet geschikt om het land van de definitieve rust binnen te gaan, noch zijn ze geschikt om de dag van rust in te gaan die God en de mens zullen delen, omdat ze het mikpunt van straf zijn, ze zijn goddeloos en ze zijn geen rechtvaardige mensen. … Zijn uiteindelijke werk om kwaad te straffen en goed te belonen, strekt geheel en al tot doel de hele mensheid volledig te zuiveren, zodat Hij een volstrekt heilige mensheid in eeuwige rust kan brengen. Deze fase van Zijn werk is Zijn meest cruciale werk. Het is de laatste fase van Zijn volledige managementwerk.”
“Het 6000-jarig werk van Gods management is onderverdeeld in drie fasen: het Tijdperk van de Wet, het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van het Koninkrijk. Deze drie fasen van werk zijn allemaal omwille van de redding van de mensheid, dat wil zeggen dat ze zijn voor de redding van een mensheid die ernstig verdorven is gemaakt door Satan. Tegelijkertijd zijn ze er echter zodat God strijd voert met Satan. Zoals dus het werk van redding is onderverdeeld in drie fasen, is ook de strijd met Satan onderverdeeld in drie fasen en deze twee aspecten van Gods werk worden tegelijkertijd uitgevoerd. De strijd met Satan is in feite omwille van de redding van de mensheid en omdat het werk van de redding van de mensheid niet iets is dat met succes kan worden voltooid in een enkele fase, is de strijd met Satan ook onderverdeeld in fasen en periodes en wordt oorlog tegen Satan gevoerd in overeenstemming met de behoeftes van de mens en de mate van Satans verdorvenheid in hem. Misschien gelooft een mens, in zijn verbeelding, dat God in deze strijd wapens opneemt tegen Satan, op dezelfde manier als dat twee legers elkaar zouden bestrijden. Dit is enkel iets dat het intellect van de mens kan bedenken en is een uiterst vaag en onrealistisch idee, maar toch is het wat de mens gelooft. En omdat ik hier zeg dat de manier om de mens redding te brengen door de strijd met Satan is, beeldt de mens zich in dat dit de manier is waarop de strijd wordt gevoerd. In het werk van de redding van de mens worden drie fasen uitgevoerd, dat wil zeggen dat de strijd met Satan is verdeeld in drie fasen die voorafgaan aan het compleet verslaan van Satan. Doch, de innerlijke waarheid van het gehele werk van de strijd met Satan is dat de effecten daarvan worden behaald door het schenken van genade aan de mens en een zondoffer te worden voor de mens, de zonden van de mens te vergeven, de mens te overwinnen en de mens volmaakt te maken. In werkelijkheid is de strijd met Satan niet het ter hand nemen van wapens tegen Satan, maar de redding van de mens, het bewerken van het leven van de mens en het veranderen van de gezindheid van de mens, zodat hij getuigenis mag geven voor God. Dit is hoe Satan wordt verslagen. Satan wordt verslagen door het veranderen van de verdorven gezindheid van de mens. Wanneer Satan is verslagen, namelijk wanneer de mens volledig is gered, dan zal de beschaamde Satan compleet gebonden zijn en op deze manier zal de mens volledig zijn gered. Dus de substantie van de redding van de mens is de strijd met Satan en de oorlog met Satan is voornamelijk weerspiegeld in de redding van de mens. De fase van de laatste dagen, waarin de mens moet worden overwonnen, is de laatste fase in de strijd met Satan en is ook het werk van de complete redding van de mens van het domein van Satan. De innerlijke betekenis van de overwinning van de mens is de terugkeer van de belichaming van Satan, de mens die door Satan verdorven is gemaakt, naar de Schepper volgend op zijn overwinning, waardoor hij Satan zal verlaten en compleet naar God terug zal keren. Op deze manier zal de mens volledig worden gered. Daarom is het werk van overwinning het laatste werk in de strijd tegen Satan en de laatste fase in Gods management met als doel Satan te verslaan. Zonder dit werk, zou de volledige redding van de mens uiteindelijk onmogelijk zijn. Satan totaal verslaan zou ook onmogelijk zijn en de mensheid zou nooit in staat zijn om de geweldige bestemming te bereiken of vrij te komen van Satans invloed. Derhalve kan het werk van redding van de mens niet worden voltooid voordat de strijd met Satan is besloten, want de kern van het werk van Gods beheer is omwille van de redding van de mensheid. De eerste mensheid was in de handen van God, maar vanwege Satans verleiding en verdorvenheid, werd de mens gebonden door Satan en viel hij in de handen van de kwade. Zo werd Satan het object om te worden verslagen in het werk van Gods management. Omdat Satan de mens in bezit nam en omdat de mens de voorraad is van al Gods management, moet de mens, om te worden gered, worden teruggegrepen uit de handen van Satan, dat wil zeggen dat de mens terug moet worden genomen na gevangen te zijn gehouden door Satan. Zodoende moet Satan worden verslagen door de veranderingen in de oude gezindheid van de mens, veranderingen die zijn oorspronkelijke verstand herstellen. Op deze manier kan de mens, die gevangen is gehouden, terug worden gegrepen uit de handen van Satan. Als de mens wordt bevrijd uit de invloed en gebondenheid van Satan, zal Satan worden beschaamd, de mens zal uiteindelijk worden teruggenomen en Satan zal worden verslagen. En omdat de mens is bevrijd uit de duistere invloed van Satan, zal de mens de buit worden van deze hele strijd en Satan zal het object worden dat zal worden gestraft wanneer deze strijd eenmaal is voltooid, waarna het totale werk van de redding van de mensheid zal zijn voltooid.”
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.