I
Op een dag, voel je dat de Schepper geen raadsel meer is,
Hij is nooit verborgen geweest,
Hij verborg Zijn gezicht nooit voor jou;
Hij staat helemaal niet ver van je af;
Hij is niet langer die Ene waar je dag en nacht naar verlangt
maar die onbereikbaar lijkt, onbereikbaar voor je gevoelens.
Echt Hij staat op wacht aan je zijde,
Hij geeft je leven en Hij beheerst je lot.
Hij is niet aan de verre horizon,
en Hij is niet verborgen in de wolken.
Hij staat aan je zijde, regeert over je alles.
Je alles en enige is Hij.
II
Zo'n God maakt dat je dol op Hem bent,
Hem bewondert, je aan Hem vastklemt,
Hem altijd heel dichtbij houdt, die je bang bent te verliezen,
je keert je niet langer van Hem af,
je wil Hem niet ongehoorzaam zijn,
je wil Hem nooit ontwijken,
je wil Hem nooit op afstand houden,
maar met Hem meeleven, Hem gehoorzaam zijn,
vergoeden wat Hij je geeft,
je onderwerpen aan Zijn heerschappij.
Zijn leiding, zorg, bescherming, die weiger je niet langer;
je biedt geen weerstand tegen
Zijn besluit en Zijn soevereiniteit.
Jij volgt Hem want dat doe je graag, jij wil bij Hem zijn;
je wil Hem accepteren als je enige leven,
als je enige echte Heer en God.