De jaren die volgden op het moment dat mijn vrouw en ik het werk van Almachtige God in de laatste dagen, accepteerden stonden in het teken van de onderdrukking door de CCP, de Communistische Partij van China. De vervolging door de CCP waaraan ik in deze tijd was overgeleverd heeft mij ondanks mijn momenten van zwakte, pijn en tranen heel veel opgeleverd. Deze bittere ervaringen hebben me niet alleen duidelijk de reactionaire, kwaadaardige, satanische aard en het lelijke gezicht van de CCP laten zien, maar hebben me ook mijn eigen verdorven essentie doen leren kennen. Het heeft me ook in staat gesteld Gods almacht en wijsheid te ervaren. Ik heb werkelijk het belang ervaren en erkend van het feit dat God de CCP als een contrast gebruikt, en mijn vertrouwen in het volgen van God is groter en groter geworden.
Na het werk van God in de laatste dagen te hebben aanvaard, hebben mijn vrouw en ik onze plicht vervuld door gastvrijheid in ons huis aan te bieden. In die tijd woonden er broeders en zusters bij ons en liepen ze regelmatig ons huis in en uit. We waren dus behoorlijk bekend in de buurt vanwege ons geloof in God. In de winter van 2003 werd de onderdrukking van de CCP zwaarder en zwaarder. Op een dag zei onze leider tegen ons: "De politie heeft het oog op jullie laten vallen. Jullie lopen gevaar elk moment te worden gearresteerd. Zoek zo snel mogelijk een veilige plek om je te verbergen zodat je niet wordt gearresteerd.” Toen ik dit hoorde was ik geschokt. Ik kan het gevoel in mijn hart niet beschrijven bij de gedachte mijn huis te moeten verlaten. Ik dacht: "Dit huis met pannendak waar ik zo veel werk voor heb verzet om het te bouwen, waar we minder dan een jaar in hadden gewoond – ik ben niet bereid het zomaar te verlaten! Oh God, als u ons alleen maar nog een paar jaar hier zou laten wonen, voordat we moeten vertrekken, dat zou al goed zijn. Ergens anders te moeten wonen is niet zo praktisch, zo comfortabel als thuis wonen." Maar vanwege de onderdrukking van de CCP had ik geen andere keus dan ons nieuwe huis te verkopen en te verhuizen. Toen ik rondkeek in ons onlangs gebouwde huis voelde ik een golf van verdriet en pijn. Ik kon het echt niet verdragen hier deel van uit te maken. Ik vond het zo jammer het huis op dat moment te moeten verkopen. Net toen ik de balans opmaakte van de winsten en verliezen van het vlees, dacht ik aan de volgende woorden van God: “Abraham offerde Isaac. Wat hebben jullie opgeofferd? Job heeft alles opgeofferd. Wat hebben jullie opgeofferd? Zoveel mensen hebben hun leven gegeven, hun hoofd neergelegd, hun bloed vergoten om de ware weg te vinden. Hebben jullie die prijs betaald? Ter vergelijking, jullie komen helemaal niet in aanmerking om van zo'n grote genade te genieten”, Gods woorden drongen als een tweesnijdend zwaard door tot de kern van mijn hart. Ik schaamde me vreselijk. Het was waar! Om aan Gods eisen te voldoen was Abraham bereid de enorme pijn te dragen afstand te doen van wat hij liefhad, om zijn enige zoon als een brandoffer aan God aan te bieden. Toen Satan en God een weddenschap afsloten was Job, ondanks het feit dat hij al zijn bezittingen en zijn tien kinderen verloor, toch in staat de naam van Jehova God te prijzen en op te hemelen. Zelfs op het einde, toen hij de marteling onderging verlaten te worden door zijn vrienden en familie en te worden geslagen met ziekte, vervloekte hij nog steeds liever de dag van zijn geboorte dan dat hij God de schuld gaf. Hij was een krachtige en klinkende getuige voor God en Satan leed een complete en vernederende nederlaag. Er waren ook door alle eeuwen heen heiligen en profeten waarvan sommigen om Gods wil te volgen hun jeugd, hun huwelijk, en sommigen hun families en verwanten, en de rijkdom van de wereld opgaven. Sommigen offerden zelfs hun eigen leven op voor Gods werk. Maar kijkend naar mezelf, hoewel ik de zeldzame genade van de redding genoot die generaties heiligen nooit hadden genoten en God me rijke woorden voor het leven had geschonken, wat had ik voor God opgegeven? Wat had ik voor God opgeofferd? Vanwege de huidige onderdrukking en arrestaties van de CCP had ik geen andere keus dan mijn huis te verlaten om niet in hun kwaadaardige klauwen te vallen en hun wrede vervolging te ondergaan. Alles waar ik om gaf was echter mijn nieuwe huis met dakpannen en de genietingen van het vlees. Omwille van een beetje vleselijk genoegen op de korte termijn hechtte ik zelfs geen waarde aan de veiligheid van mijn eigen leven. Ik ben hebzuchtig wat betreft comfort en ik hecht meer waarde aan geld dan leven! Tot vandaag was ik niet bereid omwille van mijn veiligheid mijn huis te verlaten. Als mij zou worden gevraagd mij af te keren van mijn persoonlijke belangen en mijzelf aan God te wijden of mijn leven op te offeren voor Gods werk, zou iemand zoals ik, iemand die net zoveel van geld houdt als van het leven zelf, iemand die de genietingen van het vlees begeert, dan bereid zijn zich aan God te wijden? Zou ik niet gelijk wegrennen? Ik dacht eraan hoe ik vaak onbedacht had gezegd: "Ik ben bereid het voorbeeld van Petrus te volgen en een pionier te zijn omwille van mijn liefde voor God. Ik ben bereid alles op te geven en alles voor God te schenken. Ik wil alleen maar God tevredenstellen." Maar toen ik in de actuele situatie verzeild raakte, was dit alles een leugen gebleken. Ik dacht alleen aan mijn eigen directe belangen en ik probeerde echt met God te onderhandelen over vleselijke genoegens. Toen vroeg ik mijzelf af: Kan het zijn dat dit de liefde is die ik aan God moet teruggeven? God heeft gezegd: “Als je liefhebt, dan zul je je graag opofferen en ontberingen verdragen, en zul je verenigbaar worden met mij. … Anders zou je liefde helemaal geen liefde zijn, maar eerder bedrog en verraad! Wat voor soort liefde is de jouwe? Is het ware liefde? Of namaak? Hoeveel heb je opgegeven? Hoeveel heb je opgeofferd? Hoeveel liefde heb ik van jou gekregen? Weet je dat? Jullie harten zijn vervuld van kwaad, verraad en bedrog.” Ik legde een eed af ten overstaan van God maar hield me er niet aan. Is dit geen poging God te bedriegen, Hem voor de gek te houden? Toen ik daaraan dacht kon ik niet anders dan mijzelf voor God neer te werpen en te bidden: “Oh Almachtige God! Ik geloofde altijd dat ik bereid was elk aantal broeders en zusters gastvrijheid te bieden, zonder ook maar ooit over moeilijkheden te klagen, en dat dit de uitdrukking van mijn liefde voor u was. Maar pas nu, door de openbaring van de feiten, heb ik ingezien dat mijn zogenaamde liefde conditioneel en selectief was. Mijn liefde was geheel gebaseerd op wat ik wilde en ik had deze liefde alleen in een comfortabele omgeving. Maar toen u van mij vergde dat ik vleselijke ontberingen zou verdragen en mijn eigen belangen zou schaden, verdween mijn ‘liefde’ gewoon. Daaruit begreep ik dat ik niet werkelijk liefde voor u bezat en dat ik in het geheel mijn plicht uw liefde terug te betalen niet vervulde, maar dat het slechts een kleine prijs was die ik betaalde in ruil voor grote zegeningen. Ik ben werkelijk door en door een opportunist. Ik ben simpelweg niet geschikt om voor uw aangezicht te leven, en ik ben nog minder geschikt al de voeding voor het leven te ontvangen die u verstrekt! Oh God, ik ben niet langer bereid u te bedriegen, tegen u in opstand te komen en u pijn te doen. Ik ben bereid me aan mijn gelofte te houden, mijn persoonlijke voordeel opzij te zetten en te gehoorzamen aan uw orkestraties en regelingen.” Daarna verkocht ik mijn huis, kocht een tweekamerappartement op een onbekende plek en hervatten we onze taak van het bieden van gastvrijheid.
In een oogwenk was het het voorjaar van 2004 en bleek het oog van de politie van de CCP onverwacht weer op ons te zijn gevallen. De politie zond om inlichtingen in te winnen twee spionnen naar ons huis die zich voordeden als waarzeggers. Ik dankte God voor Zijn verlichting en leiding; we doorzagen hun list en wisten ze, vertrouwend op God en met toepassing van wijsheid, het huis uit te krijgen. Nadat de kerk dit hoorde werden onze taken opgeschort. Ze stelden voor dat we banen zouden vinden om onze omgeving te beschermen. Vanaf dat moment hadden we vrijwel geen contact meer met onze broeders en zusters. De lokale situatie werd steeds gespannener. Zes maanden later kregen we onverwacht een bericht van de kerk dat een Judas ons had verraden en dat we zo snel mogelijk moesten verhuizen om te voorkomen dat we in de handen van de CCP zouden vallen. Met deze situatie geconfronteerd, kon ik de CCP alleen maar haten. Ik dacht eraan hoe ik de CCP in het verleden had horen proclameren: "Burgers hebben vrijheid van godsdienst en hun legitieme rechten en belangen worden beschermd." Er werden toen ook kerken gebouwd en ik kreeg echt meer bewondering voor de Partij. Maar op die dag, geconfronteerd met de werkelijkheid, zag ik uiteindelijk duidelijk het lelijke gezicht van de CCP. Ik doorzag haar machinaties en realiseerde me dat wat ze proclameerde iets heel anders was dan wat ze deed – de dingen die de CCP zei waren niets anders dan leugens en bedrog. Het waren allemaal verachtelijke methoden om mensen te bedriegen en te verblinden. De CCP was sinister en meedogenloos, listig en bedrieglijk, pervers, tegen de hemel gericht en volkomen reactionair. Ze was een demon die mensen schade toebracht en verslond! De vleesgeworden God kwam naar de aarde om Zijn schepping, de mensheid, te redden. Dit was iets dat goed en juist was, het was iets gigantisch en vreugdevols. De CCP wilde God echter niet toestaan Zich onder de mensheid te begeven, wilde niet toestaan dat mensen God aanbaden en in hun leven een juist pad bewandelden. De Partij deed alles wat ze kon om Christus koortsachtig op te jagen, ze vervolgde de door God uitverkoren mensen op wrede wijze en probeerde Gods werk te verstoren en te vernietigen. Ze probeerde God uit te roeien, alle door God uitverkoren mensen te doden en Gods werk in de laatste dagen af te breken. Ze was geheel en al reactionair en onverdraagzaam voor de hemel! Precies op dat moment herinnerde ik me de woorden van God: “Godsdienstvrijheid? De wettelijke rechten en belangen van burgers? Die zijn allemaal trucjes om zonde te bedekken! … Waarom zo’n ondoordringbaar obstakel voor het werk van God optrekken? Waarom diverse trucjes gebruiken om Gods volk te misleiden? Waar is de ware vrijheid en zijn de wettelijke rechten en belangen? Waar is de billijkheid? Waar is de troost? Waar is de warmte? Waarom misleidende plannen gebruiken om Gods volk voor de gek te houden? Waarom de komst van God met dwang onderdrukken? Waarom God niet vrij laten rondgaan op de aarde die Hij heeft geschapen? Waarom God opjagen tot Hij nergens een rustplek voor Zijn hoofd heeft?” Door middel van Gods woorden was ik in staat duidelijk het lelijke gezicht van de CCP te zien, duidelijk de waarheid van haar verzet tegen en vervolging van God in te zien alsook de schade die ze toebrachten aan de mensen en de beperkingen die ze hen oplegden. Ik dacht eraan hoe vele broeders en zusters onder haar onderdrukking en vervolging niet naar hun huis konden terugkeren en de levens leefden van vagebonden, van daklozen. Ik dacht eraan hoe vele broeders en zusters de vernietigende kracht van haar onmenselijke marteling hadden ondergaan, hoe vele broeders en zusters in de gevangenis waren geworpen op basis van valse beschuldigingen en er zo vele donkere dagen hadden doorgebracht, helse levens leidend die niet beter waren dan dat van een hond of een varken, louter om het feit dat ze in God geloofden en hun plichten vervulden. Ik dacht ook aan mijn vele broeders en zusters die in het geheel geen vrijheid kenden onder haar toezicht, geen normaal leven konden leiden. Vandaag de dag is voor ons die in God geloven het aanbieden van gastvrijheid aan onze broeders en zusters niet meer dan het uitoefenen van onze plicht als schepsels. We voerden onze verantwoordelijkheden uit en overtraden absoluut geen wetten of regels. Toch waren we onderworpen aan de ongegronde restricties en onderdrukking van de CCP. We konden alleen maar alle banden doorsnijden en weer naar een andere plek vertrekken om onze plicht te vervullen. Ondanks dat bleef de politie ons achtervolgen en nam geen moment rust. Agenten vermomden zich als waarzeggers om informatie te bemachtigen met het idee dat ze wel wat bewijs zouden vinden om ons te arresteren en vervolgen. De CCP is echt onmetelijk sinister, bedrieglijk, verachtelijk en gemeen! Bij deze gedachte voelde ik nog meer rechtvaardige verontwaardiging en was vervuld van diepe haat tegen de CCP. Aan God zij dank! Het waren Gods praktische werk en Zijn woorden die het masker geheel van het gezicht van de CCP trokken en volledig de lelijkheid van haar hypocrisie openbaarde die schuilging achter een uiterlijk van waardigheid. Dit opende uiteindelijk mijn ogen die blind waren geweest. Mijn geest was ontwaakt, ik zag de duidelijkheid van de waarheid dat de CCP haar naam opbouwt door het publiek te bedriegen en ik herkende de waarheid van haar bedrog en schadelijkheid. Ik had dus het vertrouwen en vastberadenheid haar resoluut te verloochenen, haar af te wijzen. Ondertussen verwierf ik een nog groter begrip van Gods rechtvaardigheid, heiligheid, helderheid, schoonheid en goedheid. Ik zag Zijn geweldige redding en zorg voor ons bedorven mensen. Hoe bar de omgeving ook was, wat voor soort verzet en onderdrukking er ook van de kant van de CCP kwam, God heeft Zijn redding voor ons nooit opgegeven. Hij doorstaat nog steeds al het lijden om het werk te doen dat Hij moet verrichten. In deze smerige, kwaadaardige wereld is God de enige waarop we kunnen vertrouwen – Hij geeft ons de grootste liefde en grootste redding. Dit leidde tot mijn aspiratie en verlangen om levenslang de waarheid na te streven en Christus te volgen. Dank zij God voor het feit dat Hij zo'n feestmaal heeft bereid waaraan ik mag deelnemen. Dat ik in het midden van mijn ellende onderscheidingsvermogen en inzicht kan verwerven. Van nu af aan, hoe de CCP mij ook vervolgt of achtervolgt, zal ik op God vertrouwen, niet worden geïntimideerd door haar despotisme, en de controle van de machten van de duisternis doorbreken. Ik wens slechts God op de voet te volgen en mijn plicht als schepsel te vervullen en zo de genade van Gods redding terug te betalen.
Vanwege de zware omstandigheden konden we daar niet lang blijven en verhuisden we snel weer naar een andere onbekende plaats. Na onze aankomst vertelde een zuster van de lokale kerk dat dit een speciaal gebied voor etnische minderheden was en dat de controle van de CCP over deze plaats minder streng was. De situatie daar was dus minder gespannen. Maar mijn hart vond geen rust. Ik dacht bij mezelf: “De CCP-regering heeft op dit moment de macht. Het voelt alsof er donkere wolken op ons afkomen. Ze zal niet toestaan dat we in vrede in God geloven.” En inderdaad, toen we er nauwelijks twintig dagen waren, kwamen spionnen van de CCP naar ons huis onder het voorwendsel een rioolheffing te innen. Toen ze alleen mijn vrouw aantroffen, begonnen ze in en rondom het hele huis naar mij te zoeken en vroegen mijn vrouw streng waar ze vandaan kwam, in welke woonplaats ze stond geregistreerd en waarom ze hiernaartoe was gekomen. Een van hen beschreef mijn uiterlijk en vroeg haar dit te bevestigen. Mijn vrouw zocht er niets achter en zei “ja”. Zodra ze dat hoorden wisselden ze een blik met elkaar. Pas toen realiseerde mijn vrouw zich dat ze wisten hoe ik eruitzag zonder mij te hebben gezien. Het moet de Judas zijn geweest die mij heeft verraden, iemand die mijn uiterlijk aan hen had beschreven. Nadat de spionnen van de CCP vertrokken waren, gingen ze naar het huis van de buren net achter ons. Het was pas op dat moment dat we realiseerden dat ze ons in de gaten hadden gehouden. We gaven dit onmiddellijk aan de kerk door. Het duurde niet lang voordat een zuster van de kerk ons een brief schreef met de volgende woorden: “De lokale politie heeft contact gehad met de politie van jullie thuisstad. Ze zijn vastbesloten degenen van jullie die zijn verraden, te arresteren. Ze willen eerst de situatie observeren met onaangekondigde bezoeken om vat op jullie te krijgen. Wanneer de tijd rijp is zullen ze jullie allemaal in een keer oppakken. Jullie situatie is levensgevaarlijk, jullie zouden terug moeten gaan naar jullie thuisstad in Shandong en daar onderduiken. Ga zo snel mogelijk op weg – hoe eerder hoe beter.” Nadat we dit bericht hadden ontvangen, durfden we het niet meer weg te wuiven. We besloten de volgende dag te vertrekken. Die avond lag ik te woelen en kon ik totaal niet in slaap vallen. Ik was niet alleen ongelooflijk kwaad op de krankzinnige vervolging van de CCP, maar ik voelde me ook verward en mistroostig over de weg die voor ons lag. Oh! In het begin dacht ik dat geloven in God eenvoudig was, dat alles wat ik hoefde te doen was God met mijn woorden te erkennen, in mijn hart in Hem te geloven, mijn best te doen mijn plichten te vervullen, en dan zou ik Gods lof ontvangen. Ik had nooit gedacht dat deze weg steeds moeilijker zou worden hoe verder ik hem afliep. Net toen ik me bezorgd en verdrietig voelde vanwege de zware reis van mijn geloof in God, verlichtten Zijn woorden me: “Mensen nemen het geloof in God niet serieus omdat geloven in God te onbekend en te vreemd voor ze is. Ze voldoen daardoor niet aan de eis van God. Met andere woorden: als mensen God en Zijn werk niet kennen, zijn ze niet geschikt om door God te worden gebruikt en kunnen ze nog veel minder aan de wens van God voldoen. ‘Geloof in God’ betekent dat je gelooft dat er een God is. Dit is het meest eenvoudige concept van het geloof in God. Geloven dat er een God is, is bovendien niet hetzelfde als oprecht in God geloven. Het is eerder een simpele overtuiging waarin religie de boventoon voert. Oprecht geloof in God houdt in dat je het woord en werk van God ervaart op basis van een overtuiging dat God in alle dingen soeverein is. Daardoor word je bevrijd van je verdorven gezindheid, voldoe je aan de wens van God en leer je God kennen. Alleen door zo’n traject kan er worden gezegd dat je in God gelooft.” Ik dacht in stilte over deze woorden na. Van binnen werd het geleidelijk lichter: Ja, het is waar dat geloof in God betekent het ervaren van Zijn woorden en werk gebaseerd op een geloof dat Hij de soevereiniteit bezit over alle dingen, het gehoorzamen aan al Gods regelingen, het nastreven van de waarheid, zodat we kunnen worden bevrijd van onze verdorven gezindheden, het verlangen van God kunnen vervullen en Hem leren kennen. Alleen als we zo'n traject afleggen kan worden gesteld dat we in God geloven. Het was beslist niet zo eenvoudig als ik had gedacht, dat ik Hem alleen maar met mijn woorden hoefde te erkennen, alleen de samenkomsten met anderen moest blijven houden, alleen de woorden van God hoefde te lezen en alleen mijn plicht moest vervullen. Dit type geloof dat ik had was niet meer dan een vaag religieus geloof en bevatte niet de essentie van het geloof in God. Zelfs als ik het tot het einde toe zou volgen, zou het onmogelijk Gods wil kunnen bevredigen, noch Zijn lof kunnen verwerven. Ik dacht aan Petrus. In zijn geloof in God benadrukte hij dat hij Gods woorden in zijn dagelijks leven moest toepassen om het te ervaren. Wat er ook gebeurde, hij streefde ernaar Gods wil en eisen te bevredigen. Of het nu oordeel en tuchtiging, beproevingen en loutering, of tegenslagen, lijden en disciplinering waren, hij was altijd in staat ze te accepteren en te gehoorzamen. Daaruit zocht hij de waarheid en streefde hij waarheid over zichzelf en kennis van God na. Zijn jarenlange streven resulteerde niet alleen in een verandering van zijn eigen gezindheid, maar hij verwierf ook een grotere kennis van God dan wie dan ook door de eeuwen heen had bezeten. Het geloof van Petrus was het meest afgestemd op Gods wil en voldeed het best aan de norm. Maar ik had een te eenvoudig idee van het geloof in God. Ik dacht dat als ik zonder ophouden de bijeenkomsten met anderen zou houden, de woorden van God zou lezen en mijn plicht zou vervullen, ik Gods lof wel zou kunnen ontvangen. Welk verschil is er tussen mijn ideeën en die van religieuze mensen? Zou het uiteindelijk niet allemaal nog steeds tevergeefs zijn? Pas toen onderkende ik dat al de jaren die ik in God had geloofd volledig bepaald waren geweest door verwarring. Ik wist niet eens wat het betekende in God te geloven. Zonder Gods praktische openbaringen en de leiding en verlichting van Zijn woorden, zou ik God nog steeds hebben gevolgd, terwijl ik tegelijkertijd bij mijn eigen opvattingen en voorstelling leefde. Ik zou nog steeds niet hebben ingezien dat ik in werkelijkheid een religieuze gelovige ben die alleen maar zijn eigen weg volgt. Ik kon er niets aan doen dat ik me toen een beetje angstig voelde. Ik realiseerde me dat als ik niet zou stoppen met deze verwarde manier van God volgen en me niet zou focussen op het ervaren van Zijn werk, of me zou richten op het nastreven van de waarheid of een verandering in gezindheid, ik uiteindelijk zeker door God zou worden geëlimineerd. Toen ik me bewust werd van mijn levensgevaarlijke toestand, zond ik onmiddellijk een gebed op naar God: “Oh God! Dank u voor uw openbaringen en uw verlichting die me in staat stelden de waarheid te begrijpen en mijn fouten in mijn geloof in God te onderkennen. Oh God! Ik ben bereid het voorbeeld van de praktijken van Petrus te volgen, om het pad dat hij nam na te streven. Aangezien ik nu dit pad heb gekozen, ben ik bereid vol vertrouwen voorwaarts te gaan, hoe verraderlijk de weg ook is en hoeveel gevaren er ook voor me op de loer liggen. Ik ben bereid de wil tot lijden te hebben, om uw orkestraties en regelingen te gehoorzamen en werkelijk uw woorden en werk te ervaren volgens uw eisen aan mij, zodat ik werkelijk een schepsel van u kan worden dat waarlijk in u gelooft en u aanbidt.” Na te hebben gebeden voelde ik me erg opgelucht en had ik vertrouwen het werk van God te ervaren.
De volgende dag namen we de trein naar Shandong. Na een periode in onze thuisstad te zijn ondergedoken en na een aantal tegenslagen, konden we uiteindelijk in contact komen met de kerk en gingen we verder met ons kerkelijk leven. Maar de CCP-regering had haar vervolging van ons niet afgezwakt. Waar we ook heen gingen, we waren altijd onderworpen aan haar beperkingen. De politie kwam regelmatig langs om verblijfsvergunningen te inspecteren – soms kwamen ze twee keer op een dag en drongen er met kracht op aan dat we ons zouden registreren voor tijdelijke verblijfsvergunningen, anders zouden ze ons verjagen. We konden hen echter in het geheel geen documentatie tonen. Verhuizen werd dus voor ons iets heel gewoons. Later verhuisden we naar een groter huis dat de zoon van een ouderling van de kerk huurde. Deze broeder bood ons daar dus gastvrijheid. Maar daar moesten we ons niet alleen registreren voor een tijdelijke verblijfsvergunning, maar dienden we ook een in- en uitreisvergunning te hebben omdat we anders niet vrijelijk konden komen en gaan, en al helemaal niet het huis konden betrekken. We moesten ons in het huis verbergen en konden het niet verlaten. Ondanks dat gaf de politie het nog niet op. Ze bleven regelmatig deur na deur af te gaan om inspecties uit te voeren. Hieruit zagen we dat in dit dictatoriale, ongelovig land geregeerd door een atheïstische partij, geloof in God overal was beknot en onderdrukt, er was geen vrijheid. De situatie was in het bijzonder erg gespannen en bar tijdens de Olympische Spelen van 2008. De overheid gebruikte alle mogelijke middelen om mensen in de gaten te houden en de politie hield overal de wacht. Het was echter onder deze omstandigheden dat we Gods almacht, wijsheid en geweldige daden zagen, dat het God was die alles orkestreerde. Elke keer dat de politie een inspectie wilde uitvoeren, kwam, door Gods voorziening, de man die de wacht hield bij de hoofdpoort dit onze ouderling van tevoren vertellen zodat we ons snel konden voorbereiden en ons vooraf konden verstoppen. Eén keer voerde de politie een verrassingsinspectie uit toen we in het midden van een bijeenkomst waren. We hoorden de honden buiten uitzinnig blaffen. De mensen die de inspectie uitvoerden, waren de binnenplaats binnengedrongen en hadden zich overal verspreid onder het voorwendsel de elektriciteitsmeters te controleren, rondkijkend, zoekend, ondervragend en onze ouderling bedreigend die wijsheid van God gebruikte om ze ertoe te brengen te vertrekken. Nadat ze waren vertrokken waren we allemaal bang. Gelukkig hadden we ons op tijd verstopt – als ze ons of de boeken met Gods woorden hadden gevonden, zouden de gevolgen onvoorstelbaar zijn geweest. Net toen de angst in mijn hart maar niet wilde verdwijnen, dacht ik aan deze woorden van God: “Laat je door geen persoon, kwestie of zaak onder druk zetten; zolang het voldoet aan mijn wil, breng het dan in praktijk in overeenstemming met mijn woorden. Wees niet bang, mijn hand zal je steunen en ik zal je zeker beschermen tegen alle slechte mensen.” “Wees moedig! Houd stand! Wees niet bang: ik – jullie vader – ben hier om jullie te steunen en jullie zullen niet lijden. Zolang jullie vaak tot mij bidden en smeken zal ik alle geloof aan jullie schenken. De machthebbers zien er misschien wreed uit aan de buitenkant, maar wees niet bang want dit is zo omdat jullie weinig geloof hebben. Zo lang jullie geloof groeit, zal niets te moeilijk zijn. Juich en spring naar hartenlust! Alles is onder jullie voeten en in mijn greep. Wordt vervulling of vernietiging niet bepaald door één woord van mij?” Ik voelde me beschaamd na het lezen van deze woorden van God. Het was waar. Vallen niet alle mensen, gebeurtenissen en dingen in deze wereld onder Gods orkestraties en regelingen? Keren ze niet allemaal om, vernieuwen ze zich niet en veranderen ze niet overeenkomstig Zijn gedachten? De CCP is ook een schepsel in Gods handen. Hoe barbaars ze ook is, ze kan niet ontsnappen aan Zijn heerschappij. Als Hij haar zou willen vernietigen, zou Hij niet slechts het woord hoeven uit te spreken? God heeft de partij niet vernietigd, maar heeft haar barbaarsheid enige tijd toegestaan. Ze doet dienst om ons door middel van haar onderdrukking te vervolmaken, om ons geloof en onze moed te versterken. De onderdrukking bestaat om ons in staat te stellen Gods wijsheid, almacht en geweldige daden te kennen door middel van onze ervaringen. Het is ook om ons beter het kwaad, de reactionaire natuur en het lelijke aangezicht van de CCP in haar onderdrukking te laten herkennen, zodat we haar kunnen haten, verwerpen, verraden en vanuit de bodem van onze harten vervloeken. Onder de leiding en het leiderschap van Gods woorden was ik niet alleen niet langer timide en angstig, maar was ik ook vervuld van dankbaarheid voor God. Ik was bereid binnen deze omgeving gehoorzaam te zijn en met de CCP om te gaan, Gods eigen training en vervolmaking te accepteren en meer van de waarheid te begrijpen en te verwerven. De volgende maanden voerde de plaatselijke politie elke maand twee of meer verrassingsbezoeken uit, we konden ons er dus niet op voorbereiden. Maar het was onder deze vreselijke omstandigheden dat we onder Gods zorg en bescherming elke keer weer aan hun aandacht konden ontsnappen. Elke keer werden we bijna ontdekt en liep het maar op een haar na goed af. Na deze ervaringen kon ik niet anders dan diep in mijn hart oprechte dankbaarheid en lof voelen. Ik dacht: "Oh Almachtige God! U bent echt de Heer van het universum die alles in handen heeft. Uw geweldige daden zijn overal! Door mijn huidige ervaringen heb ik niet alleen kunnen proeven van uw almacht en wijsheid, maar heb ik ook gezien dat u mijn krachtige achterhoede vormt. U bent mijn schuilplaats en ik heb gezien dat de CCP niet meer is dan een papieren tijger. Van buitenaf gezien ziet ze er vervaarlijk en vreselijk arrogant uit, maar wanneer ze tegenover u staat is ze zo machteloos – ze kan nog niet eens een enkele klap weerstaan. Ze kan alleen gehoorzaam luisteren naar uw opdrachten en orkestraties. Zolang als ik het vertrouwen heb mij op u te verlaten kan ik triomferen over alle machten van de duisternis. Oh God! Hoewel ik nu in dit door demonen gecontroleerde land leef, zal ik toch niet onderworpen zijn aan de beperkingen van een persoon, gebeurtenis of ding. Ik zal opstaan uit de onderdrukking van de duisternis en opstaan uit deze smerige plek om te dienen als bewijs van uw overwinning.”
Onder de vreselijke omstandigheden waarbij ik werd vervolgd door de CCP voelde ik duidelijk dat het de woorden van Almachtige God waren die me door crisis op crisis leidden, die me hielpen elke keer weer te triomferen over Satans beproevingen. Het was Gods grote genade en bescherming die me hier vandaag hebben gebracht. Als ik terugdenk aan de weg die ik heb afgelegd, zie ik dat ik onder de onderdrukking en vervolging van de CCP heb geleden, dat het onmogelijk was naar huis terug te keren en ik werd verdreven, dat ik van plaats naar plaats moest verhuizen, en dat ik geen ‘warm nest’ heb gehad zoals wereldse mensen dat hebben, en dat ik ook niet in staat ben geweest even vrolijk te zijn als zij of een kalm leven te leiden. En mijn hart heeft vanwege de onderdrukking van de CCP aanzienlijk lijden en pijn ondergaan. Maar doordat ik deze bittere situaties heb ervaren, heb ik de rijkdommen van het leven verworven. Door de onderdrukking van de CCP te ondergaan realiseerde ik me dat mijn geloof al die jaren dat ik gelovig was geweest vaag was en dat ik een egoïstische, verachtelijke natuur en essentie heb. Ik begreep ook de ware betekenis en waarde van het geloof in God, en sterker nog, ik zag dat ik niet de ware werkelijkheid van het geloven in en liefhebben van God bezat. Door haar onderdrukking te ervaren werd ik me ook bewust van de CCP's verraderlijke, verachtelijke, valse, heftige, kwaadaardige en reactionaire essentie die strijdig is met God. Ik zag duidelijk dat de CCP de belichaming van Satan is en ik onderkende ook Gods essentie van rechtvaardigheid, betrouwbaarheid, helderheid, schoonheid en goedheid. In het bijzonder begon ik Gods wijsheid en almacht en Zijn wonderbaarlijke daden te waarderen. Het was door deze bijzonder praktische ervaring dat ik volkomen doorzag hoe Satan de mensheid verderft, bedriegt en schaadt. Daaruit ontwikkelde ik er een diepe haat voor en was ik bereid op Gods woorden te vertrouwen om de verdorven gezindheid van Satan af te werpen en om in staat te zijn Satan volledig de rug toe te keren en te leven als een echt mens en Gods hart tevreden te stellen. Ik breng Almachtige God dank! Het was Gods praktische werk dat mij in staat stelde persoonlijk van zo'n rijk levensbanket te proeven. Het deed niet alleen mijn hart ontwaken, maar stelde me ook in staat talloze grote levensrijkdommen te verwerven, en voordat ik er erg in had betrad ik het juiste pad van geloof in God. Ik breng God mijn oprechte dank en lof!