Mijn broeders en zusters:
Mogen jullie vrede hebben in de Heer! We weten allemaal dat de joden zich tweeduizend jaar geleden bij de farizeeën aansloten toen deze de Heer Jezus aan het kruis nagelden. Ik neem aan dat vele broeders en zusters in de war zijn over het volgende: Gedurende de tijd waarin de Heer Jezus verscheen om Zijn werk uit te voeren, toonde Hij de mensen de weg van het berouw, leerde hun om anderen lief te hebben zoals zij zichzelf liefhebben en om vergevingsgezind en geduldig te zijn. Hij schonk de mens overvloedige genade en deed vele wonderen, zoals het terugbrengen naar het leven van de doden met een enkel woord en het voeden van vijfduizend mensen met slechts vijf broden en twee vissen. Indertijd volgden ook vele joden de Heer Jezus. Dus welke reden kan ooit het feit verklaren dat de joden samen met de farizeeën de Heer Jezus in de steek lieten en Hem aan het kruis nagelden, zelfs nadat ze zulke overvloedige genade van Hem ontvangen hadden? U moet begrijpen dat het antwoord op deze vraag voor ons van groot belang is, wanneer wij streven om beter te worden in ons volgen van God. Laten we vandaag communiceren over de vraag waarom de joden zich bij de farizeeën aansloten in hun verzet tegen de Heer Jezus en hoe wij kunnen voorkomen dat we op diezelfde weg van mislukking gaan als de joden gingen. Mijn gebed is dat God ons mag leiden in de volgende communicatie.
Eerste reden: De joden verheerlijkten God niet en zochten niet naar de waarheid en accepteerden die niet. Integendeel, in hun blindheid verafgoodden ze de farizeeën en werden ze misleid door de valse vroomheid van de farizeeën.
Generaties lang hadden de farizeeën God gediend in de tempel en waren ze over land en zee gereisd om het evangelie te verspreiden. Ze waren goed onderlegd in de Bijbel, specialisten op het terrein van de wet, en ze leverden vaak commentaar op de schriften voor de gelovigen. Daarnaast waren ze vaak biddend voor de gelovigen te vinden op de straathoeken, gaven ze aalmoezen op de markten en de straten en boden gul hulp en bijstand. … De joden konden niet onderscheiden of de farizeeën het onderwijs van Jehova God volgden, of dat ze handelden uit persoonlijk eigenbelang, maar werden voor de gek gehouden door hun valse uiterlijke verschijning. Ze geloofden onterecht dat de farizeeën de waarheid begrepen, God kenden en volledig in overeenstemming met Gods wil handelden. Ze dachten dat ze door het geloof met de farizeeën te praktiseren zeker Gods gunst zouden verkrijgen. Als gevolg hiervan verafgoodden de joden blindelings de farizeeën, zagen ze hen als hun gidsen op de weg van het geloof, en behandelden ze tegelijkertijd hun woorden als waarheid.
Toen de Heer Jezus kwam om zijn werk uit te voeren zagen de farizeeën dat steeds meer joden Hem volgden en wilden ze hun status en levensonderhoud behouden. Daarom deden ze verwoede pogingen zich tegen Hem te verzetten en zijn woorden en werken te veroordelen als niet in overeenstemming met de Bijbel en ketters. Ze beweerden dat de Heer Jezus godslasterlijke dingen zei, en gaven zelfs valse, smadelijke getuigenissen die de Heer Jezus lasterden en ten slotte nagelden ze Hem in al Zijn welwillendheid aan het kruis. De joden bezaten nog voor geen greintje waarheid, waren niet in staat om door het wezen van de valse vroomheid van de farizeeën heen te kijken en hun antichristelijke aard van verzet tegen God te onderscheiden, en werden zo door hen misleid. Omdat de joden bovendien geen liefhebbers van de waarheid waren en de waarheid niet zochten of accepteerden, zelfs toen de Heer Jezus de farizeeën aan de kaak stelde en zei: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe” (Matteüs 23:13), “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden” (Matteüs 23:27), slaagden de joden er niet in om de gedragingen en daden van de farizeeën te onderscheiden, en volgden ze zelfs blindelings hun woorden en onderwierpen zich daaraan. Daardoor begaven ze zich uiteindelijk op de weg van verzet tegen God, wat tot hun ondergang leidde.
Tweede reden: De joden hechtten veel waarde aan status en macht en verbonden zich met mensen met veel invloed. Ze volgden hem die de meeste invloed en macht had.
De joden hadden zeer veel eerbied voor de farizeeën omdat ze het hoogste niveau van leiderschap bekleedden in de religieuze wereld, een hoge status in de tempel kenden en zeer bekend en machtig waren. Zij geloofden dat ze terecht de farizeeën volgden in de praktisering van hun geloof en dat ze het zeker verdienden om bij God in de gunst te komen.
Toen de Heer Jezus verscheen en Zijn werk uitvoerde, kondigde Hij de weg van het berouw af en deed Hij vele wonderen. Toen de joden aan de woorden en werken van de Heer Jezus zagen dat Hij gezag en macht bezat, gingen ze mee in de populaire trend van die tijd, die was om de Heer Jezus te volgen. Toen echter de farizeeën vol vuur begonnen de Heer Jezus te beschuldigen en te lasteren en zich tegen Hem te verzetten, zochten de joden niet Gods wil, maar zagen ze dat de farizeeën een hoge status en gezag hadden, terwijl de Heer Jezus een Nazarener was, de zoon van een timmerman, en geen status of invloed had, en kozen ze ervoor om Jezus te laten varen en de farizeeën te volgen. Dit bracht hen er uiteindelijk toe om Jezus te kruisigen, wat daarna weer rampspoed over hen heen bracht.
Bovendien waren de joden in het bijzonder toegeeflijk jegens de eisen van mensen met status en macht. Ze vreesden dat de farizeeën hen zouden onderdrukken, vervolgen en uit de synagoge verbannen en dat ze in de steek gelaten zouden worden. Als zodanig durfden ze geen stevig standpunt in te nemen op het punt van de Heer Jezus, noch durfden ze Hem te aanvaarden of te volgen. De Bijbel vertelt bijvoorbeeld hoe de Heer Jezus een man genas, die vanaf zijn geboorte blind geweest was, door modder op zijn ogen te smeren, gemaakt van spuug en stof, en dat diens ouders terwijl ze wisten dat het Jezus was die hun kind genezen had, niet aan de farizeeën durfden toe te geven wat er gebeurd was toen hun dat gevraagd werd, uit angst om uit de synagoge verdreven te worden (zie Johannes 9:18-22). Verder vertelt Johannes 12:42-43 het volgende: “Toch waren er ook veel leiders die wel in hem geloofden, maar vanwege de farizeeën kwamen ze daar niet openlijk voor uit, omdat ze niet uit de synagoge gezet wilden worden. Ze stelden meer prijs op de eer van mensen dan op de eer van God.” Uit deze feiten blijkt duidelijk dat de joden God niet in het minst in hun hart hadden, en dat ze niet de geringste toewijding aan God hadden. Ze koesterden hun eigen vlees en hun eigen belangen, maar weigerden om Gods weg te koesteren. Omdat ze zo gehecht waren aan status en macht, ontkenden en verraadden ze God en raakten ze Gods redding geheel en al kwijt.
Uit het bovenstaande blijkt dat de joden geen liefde voor de waarheid hadden, noch voor de weg van verenigbaarheid met God, maar dat ze juist vol vuur boven alles status en macht aanbaden. Uiteindelijk lieten ze God vallen en verraadden ze Hem en zetten hun voet op de weg naar de ondergang. Zoals Gods woorden zeggen: “Sommige mensen verheugen zich niet in de waarheid en nog minder in het oordeel. In plaats daarvan verheugen ze zich in hun macht en rijkdommen. Dat soort mensen wordt machtzoekers genoemd. Zij komen uitsluitend af op die geloofsgemeenschappen in de wereld die invloed hebben en op die geestelijk leiders en leraren die van een theologische hogeschool komen. Ondanks dat ze de weg van de waarheid hebben aanvaard, blijven ze sceptisch en zijn ze niet in staat zichzelf volledig toe te wijden. Ze praten over offers brengen voor God, maar hun ogen zijn gericht op de grote geestelijk leiders en leraren, en Christus wordt opzijgeschoven. … Want zij hechten alleen waarde aan positie, prestige en macht. Wat zij hoogachten, zijn grote groepen en geloofsgemeenschappen. Ze hebben geen enkel respect voor diegenen die geleid worden door Christus. Ze zijn niet meer dan verraders die zich van Christus, de waarheid en het leven hebben afgekeerd.”
De rampzalige ervaring van de joden in hun verzet tegen God ondanks hun geloof in Hem, dient als waarschuwing voor ons als gelovigen in de moderne tijd. Jehova God heeft gezegd: “Mijn volk komt om, omdat het gebrek aan kennis heeft” (Hosea 4:6). In Spreuken 10:21 staat: “dwazen sterven door gebrek aan verstand.” Als gelovigen weigeren God te verheerlijken, de waarheid niet liefhebben of zoeken wanneer ze met moeilijke vragen te maken krijgen, niet streven naar verenigbaarheid met God, maar anderen verafgoden en vereren die slechts mensen zijn, hun liefde op status en macht richten en in alles het menselijke woord gehoorzamen en zich onderwerpen aan wat mensen bindt, dan zijn ze geen ware gelovigen of volgelingen van God. Uiteindelijk zullen zulke mensen vanwege hun onwetendheid ten onder gaan. Als we er goed over nadenken, lijkt het erop dat ook wij ons vaak schuldig maken aan het blindelings volgen en gehoorzamen van mensen. Als we bijvoorbeeld zien hoe onze voorgangers en ouderlingen het hele jaar voor God werken en zwoegen, van een diep inzicht in kennis van de Bijbel blijk geven en vaak zelfs afgestudeerd zijn aan een seminarie, hebben we vaak veel eerbied en bewondering voor hen. Sommige broeders en zusters vinden zelfs dat we ons te allen tijde aan onze voorgangers en ouderlingen moeten onderwerpen en hen moeten gehoorzamen, dat de voorgangers en ouderlingen de krukken zijn waarop we leunen wanneer we de weg van het geloof in God gaan, en dat we, als we hen volgen bij het in praktijk brengen van het geloof in God, zeker het koninkrijk van de hemel zullen binnengaan. Echter, we nemen nooit de moeite om te onderscheiden of het gedrag en de daden van de ouderlingen en voorgangers in overeenstemming zijn met Gods woord. Dit is met name relevant met het oog op één belangrijke gebeurtenis: het verwelkomen van de terugkeer van de Heer. De voorgangers en ouderlingen leiden ons niet in het actief zoeken van Gods werk en het verwelkomen van de terugkeer van de Heer Jezus, maar dwingen ons hardnekkig om op onze hoede te zijn tegen valse Christussen en zeggen zelfs dat ‘Elke bewering dat de Heer teruggekeerd is, vals is’, en: ‘Als iemand niet op wolken verschijnt, is hij niet de Heer Jezus.’ Zij luisteren niet naar enige bewering dat de Heer teruggekeerd is, en willen daar niets mee te maken hebben en het zelfs niet overwegen. Zelden nemen we de tijd om erover na te denken of de woorden van de voorgangers en ouderlingen in overeenstemming zijn met Gods wil, en we streven niet naar wat God van ons eist, maar nemen blindelings de woorden van de voorgangers en ouderlingen aan. Zelfs als we horen dat de Heer teruggekeerd is, houden we ons niet met de zaak bezig en onderzoeken die niet… Als we kijken naar dit soort gedrag, kunnen we dan nog zeggen dat we ware gelovigen en volgelingen van God zijn? Als we op deze weg doorgaan, lopen we dan niet het risico dezelfde fouten te maken als de joden en de terugkeer van de Heer af te wijzen? Voor iedere broeder en zuster zou het de moeite waard zijn om goed over deze vragen na te denken.
Gods woord zegt: “God is altijd in de harten van hen die oprecht in God geloven en zij dragen altijd een hart in zich dat God vereert, een hart dat God liefheeft. Degenen die in God geloven moeten dingen doen met een behoedzaam en zorgvuldig hart en alles wat ze doen moet in overeenstemming zijn met Gods voorschriften en ze moeten in staat zijn om Gods hart te vervullen.” Zoals duidelijk uit Gods woord blijkt, wordt God verheerlijkt door mensen die waarlijk in Hem geloven, vereren die mensen de waarheid als het hoogste, reageren ze op elke situatie met een Godvrezend hart, en zoeken ze in alle situaties Gods wil om Gods vereisten te vervullen. Alleen mensen die aan deze voorwaarden voldoen, zijn ware gelovigen in God. Neem bijvoorbeeld Petrus, Johannes en Filippus. Toen zij hoorden dat de Heer hen riep, gingen ze niet eerst naar de tempel om de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën te raadplegen, en zij hechtten geen geloof aan de smaad en veroordeling die de farizeeën tegen de Heer Jezus inbrachten. Veeleer gingen ze met een open geest op onderzoek uit. Daardoor hoorden ze de stem van God in Jezus’ woorden en merkten ze op dat het woord van de Heer de waarheid was, en dat het vol gezag en kracht was. Ze zagen in dat de Heer Jezus de Messias was die voorspeld was, en ze volgden Hem zonder de geringste aarzeling. Toen de hogepriester Petrus en de andere apostelen liet arresteren en hen dreigde en intimideerde in een poging om hen zover te krijgen dat ze hun geloof in de Heer zouden opgeven, stelden zij in hun trouw: “We dienen God te gehoorzamen in plaats van de mens” (Handelingen 5:29). Petrus en de andere apostelen gaven niet toe aan de eisen die de farizeeën in al hun status en gezag hun wilden opleggen. Zelfs toen ze gearresteerd en vervolgd werden, loochenden zij de naam van de Heer niet, maar bleven ze standvastig in Hem geloven, Hem volgen en streefden ze ernaar Zijn wil te vervullen, en daardoor prees God hun geloof.
Laten we lering trekken uit het falen van de joden, en verre blijven van het misleide geloof in en de verafgoding van enige mens. Laten we nooit door een mens, gebeurtenis of ding gebonden of beheerst worden, of door status en gezag. Ook wil ik dat we in alles God verheerlijken, en met een Godvrezend hart de waarheid zoeken, aanvaarden en ons eraan onderwerpen. In het bijzonder in verband met de verwelkoming van de komst van de Heer, dienen we deze kwestie met een Godvrezend hart te behandelen, en goed te letten op wat de Geest tegen de kerken zegt. Als we iemand horen getuigen dat de Heer is teruggekeerd, dienen we actief op zoek te gaan en dat te onderzoeken, zodat we dat kunnen aanvaarden en ons eraan onderwerpen zodra we bevestigd hebben dat het inderdaad de stem van God is en de uitdrukking van de waarheid. Alleen op die manier zullen we in staat zijn om de voetstappen van het Lam bij te houden en voor de troon van God verheven te worden.
Lieve broeders en zusters, hiermee komen we tot een afsluiting van ons samenzijn. God zij gedankt voor Zijn verlichting en leiding!
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
Lees meer:
Het laatste nieuws: De terugkomst van Jezus zal in het geheim komen
De verschijning van God heeft een nieuw tijdperk ingeluid
Pas op voor de zuurdesem van de farizeeën op het pad naar het hemelse koninkrijk