Op een ochtend, toen mijn dochter en ik samen de Bijbel bestudeerden, zagen we de volgende verzen: “Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij” (Johannes 14:8-10). Meteen verwarde blijk vroeg mijn dochter me: “Mama, als de voorgangers en de ouderlingen preken, dan zeggen ze allemaal dat de Heer Jezus de Zoon van God is, maar hier zegt de Heer Jezus tegen Filippus: ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’ ‘Ik ben in de Vader en de Vader is in mij.’ Mama, hoe moeten wij de woorden van Jezus begrijpen?” Toen ik dat hoorde dacht ik er even over na, maar ik kon niet helder denken. Ik had geen idee hoe ik mijn dochter moest antwoorden.
Dus vroeg ik de voorgangers en de ouderlingen hoe zij deze verzen begrepen, en ik wilde weten of Jezus Christus de Zoon is van God, of God Zelf. Ze gaven me echter allemaal hetzelfde antwoord: “De Heer Jezus is de Zoon van God. Geloven in de Heer Jezus betekent geloven in de Vader in de hemel. Er bestaat geen twijfel over. Door de Heer te volgen, kun je toegang krijgen tot de hemel. Dus de Heer volgen kan niet verkeerd zijn.” Toen ik doorvroeg, schraapten ze hun kelen. Ik kreeg geen juist antwoord van wat ze zeiden. Ik kon er nog steeds niet achter komen of de Heer Jezus Christus de Zoon is van God, of God Zelf. Deze vraag werd een raadsel voor me.
Nadien bad ik vaak tot de Heer, en vroeg Hem om verheldering en leiding. Ik communiceerde en zocht eveneens met de broeders en zusters in de Heer. God zij dank voor het luisteren naar mijn gebeden. Op een dag toen zuster Wang en ik de Bijbel bestudeerden, kwam ik deze verzen opnieuw tegen. Toen stelde ik de vraag die me al heel lang in verwarring had gebracht.
Toen ze mijn vraag hoorde, zei zuster Wang tegen me: “Is de Heer Jezus Christus de Zoon van God, of God Zelf? Dit is werkelijk een probleem dat de meeste gelovigen in de Heer niet begrijpen. Toen de vleesgeworden Heer Jezus kwam om de mensheid te verlossen van hun zonden, noemden Zijn volgelingen Hem vol aanbidding Christus, de Zoon van God. Op dat moment getuigde de Heilige Geest dat de Heer Jezus de geliefde Zoon van God was, en de Heer Jezus noemde de hemelse God ook Vader. Daarom denken we dat de Heer Jezus de Zoon is van God, en zo werd het begrip van deze Vader-Zoonverwantschap gevormd. Maar we weten dat God in Genesis niet zei dat Hij een zoon had. Ook in de tijd van het Oude Testament zei Jehova God niet dat hij een zoon had. Dit bewijst dat er maar één God is, er is dus geen Vader-Zoonverwantschap. Maar waarom zei de Heer Jezus dat hij Gods Zoon was toen Hij Zijn werk kwam doen? Was de Heer Jezus Christus de Zoon van God of God Zelf? In Johannes 14:8 vraagt Filippus de Heer Jezus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ Hoe antwoordde de Heer Jezus Filippus op dat moment? De Heer Jezus zei tegen Filippus: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij’ (Johannes 14:9-10). Hier zegt de Heer Jezus heel duidelijk: ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’ Zoals je kunt zien, is de Heer Jezus de verschijning van God Zelf. De Heer Jezus heeft niet gezegd dat Hij en God een Vader-Zoonverwantschap hebben. Hij zei net: ‘Ik ben in de Vader en de Vader is in mij.’ ‘De Vader en ik zijn één.’ Kunnen we dus, volgens de woorden van de Heer Jezus, niet bevestigen dat de Heer Jezus God Zelf is, dat er slechts één God is en dat er geen sprake is van een Vader-Zoonverwantschap?
Toen las ze me twee passages voor: “De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is. Hij bezit zowel normale menselijkheid als volledige goddelijkheid. Geen mens bezit Zijn goddelijkheid. Zijn normale menselijkheid draagt al Zijn normale lijfelijke handelingen, terwijl Zijn goddelijkheid het werk van God Zelf uitvoert. Maar zowel Zijn menselijkheid als Zijn goddelijkheid onderwerpen zich aan de wil van de Vader in de hemel. Het wezen van Christus is de Geest, dat wil zeggen de goddelijkheid. Daarom is Zijn wezen het wezen van God Zelf; …”
“De Geest in Jezus, de Geest in de hemel en de Geest van Jehova zijn één. Het kan de Heilige Geest genoemd worden, de Geest van God, de zevenmaal geïntensiveerde Geest en de alomvattende Geest. De Geest van God kan veel werk uitvoeren. Hij kan de wereld scheppen en door een vloed vernietigen; Hij kan de hele mensheid verlossen en bovendien de hele mensheid overwinnen en vernietigen. Dit werk wordt helemaal door God Zelf uitgevoerd en kan niet door een van de andere personen van God in Zijn plaats zijn gedaan. Zijn Geest kan Jehova of Jezus worden genoemd, maar ook de Almachtige. Hij is de Heer, en Christus. Hij kan ook de Mensenzoon worden. Hij is in de hemelen en ook op aarde; Hij is hoog boven de universums en onder de menigten. Hij is de enige Heer van de hemelen en de aarde! Vanaf het moment van de schepping tot nu is dit werk door de Geest van God Zelf uitgevoerd. Of het nu het werk in de hemelen of in het vlees betreft, alles is door Zijn eigen Geest uitgevoerd. Alle schepselen zijn in de palm van Zijn almachtige hand, of ze nu in de hemel of op aarde zijn. Dit is allemaal het werk van God Zelf en kan door niemand anders dan door Hem worden gedaan. In de hemelen is Hij de Geest, maar ook God Zelf; onder de mensen is Hij vlees maar blijft Hij God Zelf.”
Na het lezen zei ze: “Sinds de mens werd verdorven door Satan, is God begonnen met Zijn plan om de mensheid te redden. In het Tijdperk van de Wet riep God Mozes op om de wet uiteen te zetten en de Israëlieten te leiden in hun leven op aarde, en hen te leren hoe ze God moeten aanbidden. Dit alles werd door Jehova God gedaan door middel van de Geest. Maar in de laatste dagen van het Tijdperk van de Wet werden de mensen almaar meer verdorven; ze overtraden vaak de wet en deden dingen die Jehova beledigden, waardoor ze het risico liepen te worden veroordeeld en geëxecuteerd door de wet. Daarom, op basis van de behoeften van de mens, kwam God naar de aarde in het vlees als de Zoon van mensen, en werd Hij gekruisigd om de mensheid te verlossen. In werkelijkheid is de Heer Jezus het vlees waarin de Geest van God wordt gerealiseerd. Uiterlijk was de Heer Jezus een gewone man, maar Hij sloot het Tijdperk van de Wet af, initieerde het Tijdperk van Genade, gaf uitdrukking aan Gods barmhartige en liefhebbende karakter en vervulde het werk van de verlossing van de mensheid. Tegelijkertijd verrichtte Hij vele wonderen. Eén woord van de Heer Jezus was bijvoorbeeld genoeg om de doden weer tot leven te brengen, en één woord kalmeerde de wind en de zee. De Heer Jezus gebruikte vijf broden en twee vissen om vijfduizend mensen te voeden. ... Deze wonderen onthullen ten volle Gods autoriteit en macht. Het werk dat de Heer Jezus verrichtte, kan door geen enkele mens worden gedaan. Deze feiten bewijzen: De Heer Jezus Christus is de Geest van God die in Zijn vlees wordt gerealiseerd, en Hij is de volstrekt complete God Zelf, dus zijn Hij en Jehova God één. Dit is de ware betekenis van de woorden van de Heer Jezus: ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’”
Toen ik haar hoorde spreken, voelde ik dat er licht was in wat ze zei. Uiteindelijk is de Heer Jezus Christus het vleesgeworden lichaam van God en is Hij God Zelf, maar niet de Zoon van God. Om de mensheid te verlossen van zonden, werd God de vleesgeworden Zoon van mensen, en werd hij gekruisigd. Dit is Gods enorme liefde voor de mensheid. Maar ik had nog steeds een vraag die me verwarde, en dus vroeg ik haar: “Waarom noemde de Heer Jezus de God in de hemel Vader?”
Ze zei: “Laten we een passage van woorden lezen, en dan zul je het begrijpen: ‘Toen Jezus in Zijn gebeden God in de hemel Vader noemde, deed Hij dit alleen vanuit het perspectief van een geschapen mens, alleen omdat de Geest van God Zich in gewoon en normaal vlees had gehuld en de uiterlijke bedekking van een schepsel had. Ook al had Hij de Geest van God in Zich, toch was Zijn uiterlijke verschijning die van een gewoon mens; met andere woorden, Hij was de ‘Mensenzoon’ geworden waar iedereen, inclusief Jezus Zelf, over sprak. Omdat Hij de Mensenzoon genoemd wordt, is Hij een persoon (man of vrouw, in ieder geval iemand met het uiterlijk omhulsel van een mens) die in een normaal gezin van gewone mensen wordt geboren. Daarom was hoe Jezus God in de hemel Vader noemde hetzelfde als hoe jullie Hem aanvankelijk Vader noemden; Hij deed dit vanuit het perspectief van een mens van de schepping. Kennen jullie het Onze Vader nog dat Jezus jullie uit het hoofd heeft laten leren? ‘Onze Vader, die in de hemel zijt …’ Hij heeft alle mensen gevraagd God in de hemel bij de naam Vader te noemen. En omdat Hij Hem ook Vader noemde, deed Hij dat vanuit het perspectief van iemand die op gelijke voet met jullie allemaal staat. Uit het feit dat jullie God in de hemel bij de naam Vader noemen blijkt dat Jezus Zichzelf op gelijke voet met jullie zag staan, en Zichzelf beschouwde als een mens op aarde die door God is gekozen (dat wil zeggen de Zoon van God). Als jullie God ‘Vader’ noemen, is dat dan niet omdat jullie een schepsel zijn? Hoe groot het gezag van Jezus op aarde ook is, vóór de kruisiging was Hij niet meer dan een door de Heilige Geest (dat wil zeggen God) beheerste Mensenzoon en een van de schepselen op aarde, want Hij moest Zijn werk nog afmaken. Dat Hij God in de hemel Vader noemde was daarom slechts Zijn nederigheid en gehoorzaamheid. Dat Hij God (dat wil zeggen de Geest in de hemel) op zo’n manier aansprak is echter nog geen bewijs dat Hij de Zoon van de Geest van God in de hemel is. Het betekent eerder gewoon dat Zijn perspectief anders is …’ God was vleesgeworden als de Zoon van mensen, dat wil zeggen, Gods Geest nam het vlees aan en werd de Zoon van mensen om aan ons te verschijnen en Zijn werk te doen. Ongeacht hoe de Heer Jezus Zijn stem uitdrukte of tot God de Vader bad, Zijn wezen was goddelijk, niet menselijk. Omdat de Heer Jezus nog steeds de vleesgeworden verschijning aannam, noemde Hij, terwijl Hij bad, de God in de hemel Vader, vanuit de positie van een geschapen wezen, wat de nederigheid en gehoorzaamheid van de vleesgeworden God toonde. De reden waarom dit ons zo verwart is omdat wij het vleesgeworden lichaam van God niet kennen noch dit aspect van de waarheid begrijpen; in de plaats daarvan interpreteren we de woorden van de Heer letterlijk.”
Toen ik deze passage en haar communicatie hoorde was ik plots verlicht: Uiteindelijk blijkt dat de Heer Jezus de vleesgeworden Geest van God is. De Heer is de verschijning van Jehova God op aarde die de hemelen en de aarde en alle dingen creëerde, die de mens schiep, en ook de wetten aan de mensheid verkondigde. Het betekent niet dat Jezus de Zoon van God is. De Heer Jezus noemde de God in de hemel Vader omdat Hij zich in de positie bevond van een geschapen wezen, wat zijn goddelijke wezen niet beïnvloedde. Wanneer de Heer Jezus dus zegt: “Hij die Mij heeft gezien heeft de Vader gezien”, is dat niet in tegenspraak met het feit dat Hij God in de hemel Vader noemt. Toen werd mijn hart lichter en ik besloot de verlichting met mijn dochter te delen, zodat ze zou weten dat Jezus Christus God Zelf is, en ze niet langer verward zou zijn.
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
Lees meer: