De zaak Zhaoyuan van 28 mei leidt tot een familiecrisis
Ik ben een gewone plattelandsvrouw. De zware last van mijn huishoudelijke taken drukte eerst zo zeer op me dat ik nauwelijks op adem kon komen. Als gevolg daarvan werd ik echt kortaangeboden en zaten mijn man en ik elkaar dag in dag uit in de haren. We konden zo gewoon niet verder. Telkens als ik leed, riep ik uit: “Hemel! Red mij alsjeblieft!” En toen in 2013 kwam het evangelie van Almachtige God in de laatste dagen tot mij. Door Gods woorden te lezen en bijeenkomsten met broeders en zusters bij te wonen, werd ik er zeker van dat Almachtige God degene was die ik in mijn lijden had aangeroepen. Dus aanvaardde ik graag het werk van Almachtige God in de laatste dagen.
Ik las deze woorden van God: “Vanaf de schepping van de wereld ben ik begonnen met het voorbestemmen en het selecteren van deze groep mensen, namelijk jullie vandaag. Jullie temperament, kaliber, uiterlijk, gestalte, het gezin waarin je bent geboren, je baan en je huwelijk, alles wat je bent, zelfs de kleur van je haar en je huid en het moment van je geboorte zijn allemaal door mijn toedoen bepaald. Zelfs de dingen die je doet en de mensen die je elke dag tegenkomt zijn door mijn toedoen bepaald, om niet te spreken van het feit dat het in werkelijkheid door mij bepaald is dat jij vandaag in mijn aanwezigheid gebracht bent. Breng jezelf niet in verwarring; je moet kalm voortgaan” (‘Hoofdstuk 74’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Door deze woorden van God realiseerde ik me eindelijk dat alle dingen in Gods handen zijn en dat God al een eeuwigheid geleden had voorbeschikt dat ik het geluk zou hebben om voor Gods troon te komen, Gods redding in de laatste dagen te aanvaarden en me door Zijn woorden te laten begieten en voeden. Wat voor soort man en familie ik heb, was ook door God voorbeschikt. Ik wist dat ik moest accepteren wat God tot stand heeft gebracht en geregeld en me daaraan moest onderwerpen. Als er zich vanaf dat moment iets onaangenaams voordeed, mopperde ik niet meer zoals voorheen. Ik geloofde juist dat het door God was geregeld en ik was bereid me eraan te onderwerpen, zodat Hij me kon leiden en me kon leren om in harmonie met mijn familie te leven. Na verloop van tijd kon ik ophouden met ruziën met mijn man. Toen hij bij mij de veranderingen zag sinds ik in God geloofde, begon mijn man mijn geloof ook sterk aan te moedigen. Toen er broeders en zusters naar mijn huis kwamen voor een bijeenkomst, was hij heel beleefd tegen hen en was hij soms heel voorkomend. In die tijd las ik elke dag Gods woord en woonde ik regelmatig bijeenkomsten bij en wisselde ervaringen uit met andere broeders en zusters. Ik voelde dat mijn geest verrijkt was en genoot een soort vrede en vreugde die ik nooit eerder had gekend. Ik vond geloof in God echt iets geweldigs.
Maar aan alle goede dingen komt een einde. Na het Zhaoyuan-incident in Shandong op 28 mei 2014 waren de harmonieuze en rustige dagen in ons huis voorbij. Oorspronkelijk was dit een gewone strafzaak, maar drie dagen later nam het een nieuwe vorm aan: de regering van de Chinese Communistische Partij bestempelde het als een daad uit religieuze motieven. Onder dit voorwendsel concentreerde de CCP-regering zich op De Kerk van Almachtige God en gebruikte zij de media om moedwillig vals bewijsmateriaal onder te schuiven, valse beschuldigingen te uiten en De Kerk van Almachtige God in diskrediet te brengen. In een mum van tijd werden de mensen overspoeld met allerlei denkbare geruchten over De Kerk van Almachtige God. Mijn man zag de berichten op het nieuws en liet zich voor de gek houden door de propaganda van de CCP-regering. Hij leek op slag veranderd. Hij begon er alles aan te doen om mijn geloof in Almachtige God tegen te gaan.
Op een avond kwam mijn man razend van woede thuis en verweet mij luidkeels: “Wat is deze religie waarin je gelooft nou eigenlijk?” Ik was totaal verbijsterd door deze vreemde houding van hem en gaf antwoord: “Waar ik in geloof is de teruggekeerde Heer Jezus, Almachtige God, die we vroeger ‘de Hemel’ noemden.” Hij zei: “Jij gelooft in Almachtige God! Kijk eens wat ze op TV zeggen!” Hij zei dit en zette de TV aan en juist op dat moment was de moordzaak van 28 mei in Zhaoyuan, Shandong overal op het nieuws. Er werden allerlei dingen gezegd die De Kerk van Almachtige God veroordeelden en verder werd er gezegd dat gelovigen in Almachtige God mensen waren die de openbare orde verstoorden. De Openbare Veiligheidsdienst in Shandong was bereid om een flinke tegenaanval in te zetten en ze zonder enige clementie op te pakken. Dit vulde me met gerechtvaardigde verontwaardiging en ik zei meteen tegen mijn man: “Dit is niets anders dan laster en geruchten. Deze moordenaar is absoluut geen gelovige in Almachtige God! De Kerk van Almachtige God hanteert principes in haar evangelische werk. Ze deelt het alleen met goede mensen die in Gods bestaan geloven en goedhartig zijn. We delen het nooit met slechte mensen. Slechte mensen zoals Zhang Lidong voldoen bij lange na niet aan deze principes van De Kerk van Almachtige God om het evangelie mee te delen. Hij kan dus zeker geen gelovige zijn in Almachtige God. En nog iets − toen Zhang Lidong die vrouw om haar telefoonnummer vroeg en zij weigerde, was het uit vernedering dat Zhang woedend werd en haar vermoordde. Wij, broeders en zusters van De Kerk van Almachtige God, proberen nooit mensen te dwingen het werk van God te accepteren als wij het evangelie verspreiden, omdat God duidelijk heeft gezegd in ‘De tien bestuurlijke decreten waaraan Gods uitverkoren volk moet gehoorzamen in het Tijdperk van het Koninkrijk’ dat ‘Familieleden die niet gelovig zijn (jouw kinderen, echtgenoot of echtgenote, zussen, ouders, enzovoort) moeten niet de kerk in gedwongen worden. Gods huishouden komt geen leden tekort en het is zinloos om die aantallen te vergroten met mensen die nutteloos zijn. Al diegenen die niet van harte geloven, moeten niet in de kerk binnengeleid worden. Dit decreet is aan alle mensen gericht. Wat deze kwestie betreft, moeten jullie elkaar controleren, monitoren en herinneren, en niemand mag het overtreden.’ Als broeders en zusters van De Kerk van Almachtige God het evangelie verspreiden, zetten ze nooit iemand het mes op de keel − dit is een gebod dat niemand kan schenden. Dit nieuws is gewoon laster, een verzinsel. Het is alleen maar de CCP-regering die geruchten verspreidt en De Kerk van Almachtige God belastert.” Maar wie had dit kunnen raden: nadat mijn man dit had gehoord, sperde hij zijn ogen wijd open en brulde tegen me: “Het maakt niet uit of het waar is of niet. Zolang de CCP ertegen is, kun je er niet bij betrokken zijn! Ik wil niet dat de overheid hier het huis doorzoekt. Onze zoon is nog niet eens getrouwd!” Toen ik zag dat mijn man op het verkeerde been was gezet door de geruchten en leugens op TV die uit het niets waren ontstaan, raakte mijn hart vol haat: ter bestrijding van religieuze overtuiging zou de CCP-regering zich er niet van laten weerhouden om De Kerk van Almachtige God te onderdrukken en te vervolgen. Ze gebruikte de zaak Zhaoyuan om De Kerk van Almachtige God in de val te lokken en haar vals te beschuldigen. Wat een verachtelijke tactiek!
We waren beiden niet meer in staat goed te slapen daarna. Mijn man drong er op aan dat ik zou onderduiken en mijn boek met Gods woorden goed zou verbergen of het zou teruggeven aan de kerk voor het geval de CCP-politie ooit een inval zou doen in ons huis. Toen ik hem dat alles hoorde zeggen, moest ik denken aan de ervaringen van broeders en zusters waarover ik had gehoord: ze waren gearresteerd, hun huizen waren doorzocht en ze hadden een boete of gevangenisstraf gekregen. Ook dacht ik aan mijn eigen neef. Hij raakte in conflict met het plaatselijke hoofd van het politiebureau omdat hij het niet kon verdragen dat deze rond paradeerde en gewone mensen intimideerde. Uiteindelijk werd hij veroordeeld tot een jaar heropvoeding door arbeid. Iedereen in onze familie, jong en oud, heeft er mede onder geleden. De CCP is een demon waarmee niet te praten valt. Als ik gearresteerd en gevangen genomen zou worden vanwege mijn geloof en ze zouden ons huis binnenvallen, zou dat dan eerlijk zijn tegenover mijn man en kind? Ik woelde in bed en kon niet in slaap komen en had steeds voor ogen hoe ik zou worden opgehaald en mijn huis zou worden binnengevallen door de CCP-politie, en dat mijn man en kind erbij betrokken waren … Ik kon er niets aandoen, maar een golf van verlatenheid en angst overspoelde mijn hart. Ik voelde hoe moeilijk het is om in China in God te geloven, een goed mens te zijn en de juiste weg te volgen. Ik dacht dat mijn leven voortdurend in gevaar was. Maar als ik God zou verraden uit angst voor de vervolging van de CCP-regering, zou mijn geweten me voor de rest van mijn leven achtervolgen. Zelfs als ik doelloos door zou gaan, zou ik in wezen een wandelend lijk zijn en na mijn dood zou ik God niet meer durven weerzien. Ik zat helemaal in de knoop en mijn hart deed pijn; ik voelde me totaal machteloos, ongelooflijk negatief en zwak.
Temidden van mijn lijden herinnerde ik me deze woorden van de Heer Jezus: “Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna” (Matteüs 10:28). “Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden” (Matteüs 16:25). De woorden van de Heer Jezus gaven mij geloof en kracht en verjoegen de angst en vrees uit mijn hart. Ik dacht: God heerst over alle dingen en levende wezens, en mijn leven en gezin staan ook onder Gods gezag. Alles wat ik ben, is van God gekomen. Ik kan Hem niet verraden in deze cruciale tijd. Toen dacht ik aan de familiebezittingen van Job die waren gestolen en aan dat zijn kinderen van hem werden afgepakt. Hij bleef berooid achter, maar was toch in staat om zijn toewijding aan God vol te houden. Hij prees de heilige naam van Jehova God en getuigde van God. Maar ik was zwak en negatief geworden toen ik slechts werd geconfronteerd met de geruchten en onlusten die door de CCP-regering werden voortgebracht, zelfs zonder een arrestatie of huiszoeking. Ik zag dat mijn gestalte in feite zielig laag was en dat ik geen enkele jota van waar geloof in God had. Deze gedachte vulde mijn hart met schaamte in het aangezicht van God en stilzwijgend besloot ik: wat er ook gebeurt, ik mag God niet verraden en ik zal mijn geloof behouden, hoezeer ik ook te maken krijg met lijden of moeilijkheden!
De volgende dag kwam mijn man tussen de middag thuis met de krant in zijn hand, gooide deze voor me neer en zei: “Kijk maar eens goed! Hier staat dat iedereen gearresteerd kan worden zolang hij in Almachtige God gelooft. De gevangenis is geen plek waar je ook maar enige tijd wilt doorbrengen. Niet alleen worden mensen er geslagen, maar er worden ook tientallen mensen op een enkel slaapplatform gepropt. Als iemand midden in de nacht naar het toilet gaat, heeft hij geen slaapplek als hij terugkomt. Als je gearresteerd wordt, kan onze familie zich de borgtocht niet veroorloven. Als ze je dus meenemen en je wordt veroordeeld voor een aantal jaren, zal je eerder bereid zijn om je te schikken!” Het horen van zulke koude woorden van mijn man deed me veel pijn en ik haatte de demonische CCP-regering nog meer. Het kwam door haar bedrog, geruchten, onderdrukking en vervolging, dat mijn man mij niet meer steunde in mijn geloof. Anders zou hij me nooit op deze manier onder druk zetten. In mijn hulpeloosheid kon ik alleen maar God in mijn hart smeken: “Almachtige God! Ik weet dat de CCP-regering slechts geruchten, kwaadsprekerij, laster en godslastering tegen u verspreidt. De CCP-regering is niemand minder dan Satan, uw vijand. Maar ik voel nu enige zwakte in mijn hart en ik wil graag dat u mij beschermt, mij wijsheid schenkt en mij toestaat om Satans trucs en sluwheid te doorzien, zodat ik stevig aan uw kant kan staan en niet geïntimideerd wordt door de kwade krachten van de CCP-regering.” Na het bidden had ik geen enkel verlangen in mijn hart om God te mijden en deze woorden van Almachtige God kwamen in me op: “Toen de Heer Jezus dingen deed zoals het opwekken van Lazarus, was Zijn doel de mensen en Satan te bewijzen, en de mensen en Satan te laten weten, dat alles van de mensheid, haar leven en sterven, wordt bepaald door God, en dat hoewel Hij vlees geworden was, Hij nog steeds, zoals altijd, zeggenschap had over de fysieke wereld die kan worden gezien en over de spirituele wereld die de mensen niet kunnen zien. Dit was om de mensen en Satan te laten weten dat het alles van de mensheid niet onder het gezag van Satan staat. Dit was een openbaring en een demonstratie van Gods gezag. Het was ook een manier van God om een boodschap aan alle dingen te sturen, dat het leven en sterven van de mensheid in Gods handen liggen. De opwekking van Lazarus door de Heer Jezus was één benaderingswijze van de verschillende manieren waarop de Schepper de mensheid onderwijst en instrueert. Het was een concrete handeling waarbij Hij Zijn vermogen en gezag gebruikte om de mensheid te instrueren en voor de mensen te zorgen. Het was een manier waarop de Schepper zonder woorden aan de mensheid de waarheid kon laten zien dat Hij zeggenschap had over alle dingen. Het was voor Hem een manier om de mensheid via praktische handelingen te vertellen dat er geen andere verlossing is dan door Hem. Dit soort stille manieren waarop Hij de mensheid instrueert zijn voor eeuwig – ze zijn onuitwisbaar en gaven menselijke harten een schok en verlichting die nooit kan vervagen. De opwekking van Lazarus verheerlijkt God – dit heeft een diepgaande invloed op elk van Gods volgelingen. Het bevestigt in elk mens die deze gebeurtenis diep begrijpt het begrip, de visie, dat alleen God de zeggenschap heeft over het leven en sterven van de mensheid” (‘Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Dit feit dat God Lazarus uit de dood heeft laten opstaan, heeft mij flink bemoedigd. Ik had weer kracht in mijn hart en richtte me weer onverzettelijk op: ja! God heeft gezag over alle dingen in het universum en het leven en de dood van mensen zijn in de palm van Gods hand. Ik wist dat niemand hier zeggenschap over heeft en het lag ook in Gods handen of ik gearresteerd zou worden. De woorden van God beschermden mij opnieuw en mijn geloof in God groeide opnieuw in mijn hart. Ook de paniek en angst in mijn hart kwamen behoorlijk tot rust.
De geruchten van de CCP-regering hadden de vroegere vrede en het geluk van ons huishouden verbrijzeld. Ik moest heel voorzichtig zijn als ik bijeenkomsten bijwoonde en mijn plicht deed om verdere verstoringen van ons huiselijke leven te vermijden. Dit vond ik echt heel benauwend. En later, toen mijn vader hoorde van het Zhaoyuan-incident van 28 mei, begon hij mij ook tegen te werken. Hij zei: “Je kunt geloven wat je wilt, maar je kunt het evangelie niet aan anderen gaan verspreiden of naar bijeenkomsten gaan. Op mijn leeftijd kan ik geen problemen meer aan. Je moet aan de hele familie denken, jong en oud! Geloven in God is een goede zaak, maar je bent niet in een land met godsdienstvrijheid geboren. Een arm kan niet worstelen met een been: de CCP, het ‘been’, behandelt gelovige mensen als politieke gevangenen. Je weet dit allemaal, dus doe ons het soort angst dat jij voelt niet aan.” De druk van mijn eigen familie en hun onbegrip deden me echt verdriet. In die tijd had ik het gevoel dat alles voortdurend aan een zijden draadje hing. Ik leefde in angst gearresteerd te worden door de CCP-regering en vreesde dat ik mijn familie in de problemen zou brengen als ik de geringste fout zou maken. Dus wanneer ik naar buiten ging, verborg ik zorgvuldig mijn boek met Gods woorden en alles wat te maken had met het geloof in God. Als ik naar bijeenkomsten ging, was ik ongelooflijk bang dat ik door iemand aangegeven zou worden en dat mijn familie erbij betrokken zou worden, dus ik was voortdurend ontzettend oplettend en op mijn hoede. Als ik een politieauto of een agent zag, voelde ik mijn hart in mijn keel. Dit was onbeschrijflijk lijden en ik vond dat in God geloven in China was als leven op het scherp van de snede. Ik kon er niets aan doen, maar mijn haat voor deze kwaadaardige atheïstische partij werd alleen maar groter: wat was er mis met geloven en het juiste pad volgen? Waarom kunnen ze mensen niet gewoon in God laten geloven? Waarom onderdrukken, arresteren en vervolgen ze iedere gelovige? Waarom haten ze mensen die in God geloven zozeer? Het is zo slecht!
Later, toen ik de woorden van Almachtige God las, begreep ik eindelijk de waarheid. Er staat: “God werkt, God zorgt voor een persoon, God kijkt naar een persoon en Satan volgt Hem, bij iedere stap. Wie God Zijn gunst bewijst, is ook bij Satan in het vizier, die op een afstandje volgt. Als God deze persoon wil hebben, zal Satan zijn uiterste best doen om God tegen te werken. Hij zal op allerlei kwaadaardige manieren trachten Gods werk op de proef te stellen, te frustreren en te ondermijnen om zijn verborgen doel te bereiken. Wat is zijn doel? Hij wil niet dat iemand God toebehoort; hij wil al degenen die God wil hebben, om in hen te wonen, hen te controleren en de leiding over hen te nemen zodat ze hem aanbidden en in zijn gezelschap slechte dingen doen. Is dit niet de duistere beweegreden van Satan? […] Hier worden het verfoeilijke gelaat en het wezen van Satan duidelijk zichtbaar. Satan staat op voet van oorlog met God en volgt Hem op een afstandje. Zijn doel is om al het werk dat God wil verrichten, te verwoesten, in de mensen te wonen die God wil hebben en hen te controleren en volledig te gronde te richten. Als ze niet te gronde gaan, komen ze in het bezit van Satan om door hem te worden gebruikt − dat is zijn doel” (‘God Zelf, de unieke IV’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Door Gods woorden zag ik plotseling het licht: van buitenaf gezien was het de CCP-regering die de gelovigen onder ons onderdrukte, maar achter de schermen was het een spirituele strijd die plaatsvond; het was Satan die met God om de mensen wedijverde. Omdat Satan de aartsvijand van God is en de demon die God verraadt en zich tegen God verzet, heeft hij, sinds hij de mensheid heeft verdorven, het gezag erover willen overnemen. Hij staat mensen niet toe om God te aanbidden of staat God niet toe om de door God geschapen mensheid te verkrijgen. Dus sinds het begin van Gods werk om de mensheid te redden tot op de dag van vandaag heeft Satan zijn uiterste best gedaan om te verstoren en Gods werk af te breken. Satan gebruikt alle verachtelijke middelen om mensen die tot God terugkeren tegen te houden. Toen zag ik dat Satan, om mijn geloof te belemmeren, geruchten gebruikte om onenigheid in mijn familie te zaaien. Hij gebruikte mijn gevoelens voor mijn familie en voerde een psychologische oorlog om mij te bedreigen, te verleiden en aan te vallen. Het doel van dit alles was om mij ertoe te brengen God te mijden, te verloochenen en te verraden, en om te proberen mij in zijn greep te krijgen en mij tot slaaf te maken, zodat ik uiteindelijk door God zal worden vernietigd. De bedoelingen van de CCP-regering zijn echt gemeen, ze verzet zich vreselijk tegen God en is een vijand van God. Het is werkelijk een demon die de zielen van het volk verslindt. Zoals er staat in de woorden van God: “Satan verkrijgt zijn roem door het publiek te misleiden. Hij werpt zich vaak op als een voorvechter en rolmodel van rechtvaardigheid. Onder de vlag van het beschermen van rechtvaardigheid, schaadt hij de mens, verslindt hun ziel, en gebruikt allerlei middelen om de mens te verlammen, bedriegen en aan te sporen. Zijn doel is om zijn slechte gedrag geaccepteerd te krijgen onder de mensen en hen erin mee te lokken, om de mens te betrekken in zijn verzet tegen Gods gezag en soevereiniteit. Wanneer men echter zijn plannen, complotten en doortrapte kenmerken doorziet en niet langer door hem wil worden vertrapt en misleid, niet langer voor hem wil blijven zwoegen, er niet samen met hem gestraft en vernietigd wil worden, verandert Satan zijn eerdere vroom lijkende kenmerken en rukt hij zijn valse masker af om zijn ware slechte, wrede, lelijke en woeste gezicht te onthullen. Hij zou niets liever willen dan al diegenen uit te roeien die weigeren hem te volgen en zich verzetten tegen zijn kwade krachten” (‘God Zelf, de unieke II’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Door de openbaringen in Gods woorden kon ik het ware gezicht van de CCP-regering zien, zien dat zij werkelijk de belichaming van Satan is en dat het het meest kwade satanische regime is dat zich tegen God verzet. De regering gebruikte de zaak Zhaoyuan van 28 mei om geruchten in gang te zetten en De Kerk van Almachtige God vals te beschuldigen in een poging mensen te misleiden en boos te maken, en om hen die de waarheid van de zaak niet begrijpen aan te sporen om aan haar kant te staan en zich tegen God te verzetten. De CCP-regering heeft de zaak Zhaoyuan verzonnen en De Kerk van Almachtige God daarvan de schuld gegeven om redenen en voorwendselen te hebben voor de arrestatie en vervolging van christenen. Het is een vergeefse poging om alle christenen in één keer op te pakken en met wortel en tak te elimineren en om De Kerk van Almachtige God grondig uit te roeien. Ze willen zelfs hun overmoedige ambitie realiseren om een zone van atheïsme in China te vestigen. Het wezen van de CCP-regering is er werkelijk een van extreem verraad en kwaad!
Toen ik eenmaal de realiteit van de spirituele oorlog en het slechte wezen van de CCP-regering herkende, rees erbij mij een andere vraag: is God niet almachtig? Waarom zou God de CCP-regering toestaan ons te vervolgen? Ik was niet in staat deze verwarring in mij op te lossen en las dus deze woorden van Almachtige God: “Ik heb wel eens gezegd dat ik mijn wijsheid uitoefen op basis van Satans plannen. Waarom heb ik dat gezegd? Is dat niet de waarheid achter wat ik nu zeg en doe?” (‘De innerlijke waarheid van het overwinningswerk (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). “God beoogt een deel van het werk van boze geesten te gebruiken om een deel van de mensheid te vervolmaken, zodat deze mensen de daden van demonen volledig kunnen doorzien en iedereen zijn voorouders werkelijk kan begrijpen. Pas dan kunnen mensen helemaal losbreken, en niet alleen de nakomelingen van demonen van zich afschudden, maar bovendien hun voorouders. Dit is de oorspronkelijke intentie van God om de grote rode draak volkomen te verslaan, zodat alle mensen de ware vorm van de grote rode draak zullen kennen, door zijn masker helemaal weg te rukken en zijn ware vorm te zien. Dit is wat God wil bereiken en het is Zijn einddoel op aarde waarvoor Hij zoveel werk gedaan heeft; Hij beoogt dit in alle mensen te bewerkstelligen. Dit heet het manoeuvreren van alle dingen voor Gods doeleinde” (‘Hoofdstuk 41’ van Interpretaties van de mysteriën van Gods woorden aan het gehele universum in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Ik begreep uit Gods woorden dat Hij de onderdrukking door kwaadaardige satanische krachten van de CCP-regering gebruikte om Zijn uitverkoren volk te vervolmaken. Door het verzet, de veroordeling en het geruchtenmachine van de CCP-regering waarmee de naam van De Kerk van Almachtige God wordt besmeurd en door de onderdrukking en arrestatie van christenen heeft God ons in staat gesteld te doorzien dat de satanische, demonische essentie van de CCP-regering de waarheid en God haat. Hierdoor hebben wij een waar onderscheidingsvermogen gekregen waarmee we de regering af kunnen wijzen en er nooit meer door voor de gek worden gehouden. In plaats daarvan kunnen we ons bevrijden uit het domein van Satan en terugkeren naar de aanwezigheid van God. Bovendien gebruikt God de arrestaties en vervolgingen door de CCP-demonen om mensen te ontmaskeren en te scheiden naar hun soort. Degenen die laf, onoprecht in hun geloof of Judassen zijn, worden door de woeste vervolging van de CCP-regering ontmaskerd en geëlimineerd. Maar zij die echt in God geloven, de waarheid nastreven en aan God toegewijd zijn, getuigen voor God onder de krankzinnige vervolging van de CCP-regering en worden door God gemaakte overwinnaars. Toen ik dit alles eenmaal had begrepen, losten mijn misverstanden, klachten en verwarring over God allemaal op. Bovendien zag ik hoe wijs en almachtig God is en dat God Zijn wijsheid werkelijk uitvoert op basis van Satans plannen.
Ik las ook deze woorden van God: “Wij vertrouwen dat geen enkel land en geen enkele macht in de weg kan staan van wat God wil bereiken. Zij die Gods werk dwarsbomen, zich tegen het woord van God verzetten, het plan van God verstoren of aantasten zullen uiteindelijk door God worden gestraft. Wie het werk van God tart zal naar de hel worden gestuurd; elk land dat het werk van God tart zal worden vernietigd; elke natie die opstaat om zich tegen het werk van God te keren zal van de aardbodem worden weggevaagd, en zal niet meer bestaan” (‘God beschikt over het lot van de gehele mensheid’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Gods woorden toonden mij Zijn rechtvaardige en majestueuze karakter, en ik zag dat geen enkele kracht Gods almacht en gezag kan overtreffen. Hoewel de CCP-regering zich altijd verwoed verzet tegen God en Zijn uitverkoren volk onderdrukt, arresteert en vervolgt en allerlei geruchten verzint om mensen te misleiden en te voorkomen dat ze naar God terugkeren, heeft Gods werk zich toch over heel China verspreid. Bovendien is er in China een groep overwinnaars gemaakt en breidt het evangelie van Gods koninkrijk zich momenteel uit over de hele wereld. Niemand kan Gods werk in de weg staan. Zij die zich tegen God verzetten, Gods werk belemmeren en ondermijnen, zijn gedoemd om Zijn rechtvaardige straf te ondergaan en vernietigd te worden. Dit wordt bepaald door de rechtvaardige gezindheid van God. De woorden van Almachtige God gaven me een plotseling inzicht en ik was meteen verlicht. Ik moest me wel verwonderen en Gods wonderbaarlijke werk prijzen. Gods wijsheid is werkelijk hoger dan de hemel. God die de CCP-regering gebruikt in Zijn dienst is ongelooflijk wijs. Gods verlossing van de mensheid is zeer praktisch − ik ben er helemaal van overtuigd en blijf Hem prijzen! Ik bad zwijgend tot God vanuit het hart: “God! Ik wil geen kaf worden dat u van de dorsvloer verwijdert en ik wil niet weggeblazen worden door de kwade wind van de CCP-regering. Ik wil het graan worden dat u oogst. God! Ik heb u nooit tevredengesteld, maar te midden van de mateloze onderdrukking door de CCP-regering, hoop ik dat ik mijn oprechtheid kan tonen, echt de waarheid kan nastreven en me niet overgeef als ik met de kwade krachten van de CCP-regering wordt geconfronteerd. Ik hoop een persoon te zijn die verlangt naar gerechtigheid en naar het licht, om voor u te getuigen, zodat u glorie kunt krijgen …”
Gewapend met deze kennis werd ik sterker in mijn hart. Ik begreep dat als ik te maken krijg met de misverstanden en belemmeringen van mijn familieleden, dit met Gods toestemming gebeurt en dat het God is die dit alles zorgvuldig regelt om mijn geloof, toewijding en gehoorzaamheid te vervolmaken. Ik klaagde niet meer over de omgeving om me heen en werd er niet langer door beperkt. Integendeel, ik ben God dankbaar geworden en heb in alle rust besloten dat, ongeacht wat voor omgeving God voor mij regelt, ik altijd voor Hem moet getuigen en loyaal mijn plicht moet doen. Ik zal God absoluut niet verraden! Later zag ik Gods daden − mijn man was niet meer tegen mij gekeerd of onderdrukte mij niet meer als voorheen. Hij zei zelfs tegen me: “Het is niet dat ik niet wil dat je gelooft. Ik geef toe dat je veranderd bent sinds je in God bent gaan geloven. Maar in de toekomst moet je voorzichtig en op je hoede zijn als je naar buiten gaat om bijeenkomsten bij te wonen.” Toen ik hem dit hoorde zeggen schoten de tranen in mijn ogen. Ik heb God in mijn hart bedankt en geprezen voor Zijn daden, omdat ik zag dat waarheid en gerechtigheid in staat zijn om alles wat donker en kwaad is te overweldigen. Satans kwade krachten zullen uiteindelijk door Gods werk vernietigd worden! Hoewel ik door deze ervaring een beetje de ontbering heb geleden van het gelouterd worden, heb ik wel enige kennis opgedaan van Gods wijze werk. Ik heb enig onderscheid leren maken tussen positieve en negatieve dingen. Dit alles is een soort rijkdom in mijn leven die mijn vastberadenheid en geloof heeft opgewekt om de waarheid na te streven en naar het licht te verlangen.
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.